De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er de laatste tijd sprake is van grotere fluctuaties in de algemene
uitkering uit het Gemeentefonds dan eerder het geval was, waardoor het voor gemeenten
steeds moeilijker wordt om een begroting op te stellen;
overwegende dat er inmiddels twee keer groot onderhoud aan het Gemeentefonds heeft
plaatsgevonden;
overwegende dat gemeenten er de afgelopen periode taken bij hebben gekregen;
voorts overwegende dat verschillen tussen stedelijke regio's onvermijdelijk zijn,
maar dat de Financiële-verhoudingswet thans niet de mogelijkheid biedt om verschillen
in groei op een goede manier te faciliteren, terwijl dit juist om samenwerking beter
mogelijk te maken dan wel ongewenste concurrentie te voorkomen wel wenselijk is;
vervolgens overwegende dat de regering de mogelijkheden onderzoekt van hoe verzekeraars
en gemeenten hun budgetten onderling kunnen verschuiven, zodat substitutie van zorg
en ondersteuning mogelijk wordt;
van mening dat een fundamentele herziening van de financiële grondslagen uit de Financiële-verhoudingswet
nodig is;
verzoekt de regering, in samenspraak met de bestuurlijke koepels VNG en IPO te komen
tot een fundamentele herziening van de financiële grondslagen van het Gemeentefonds
en het Provinciefonds, gericht op een vereenvoudiging van het systeem, en daarbij
te onderzoeken hoe verschillen in economische groei tussen de diverse regio's in Nederland
kunnen worden gefaciliteerd,
en gaat over tot de orde van de dag.