34 256 Wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met het opnemen van nadere regels voor ouderparticipatiecrèches

Nr. 11 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2021

In 2015 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met het opnemen van nadere regels voor ouderparticipatiecrèches ingediend1.

Dit wetsvoorstel kon niet op voldoende maatschappelijk en politiek draagvlak rekenen. Bij brief van 2 december 20162 heeft de toenmalig Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het dilemma uiteengezet, waaronder enerzijds de ouderparticipatiecrèches als voorbeeld van burgerparticipatie en anderzijds de borging van kwaliteit van de opvang bij ouderparticipatiecrèches daar ouders geen professionele opleiding hebben afgerond. In de brief is vervolgens aanpassing van het wetsvoorstel aangekondigd.

De voormalig Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft 27 oktober 2020 een nieuw wetsvoorstel tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband het opnemen van regels voor ouderparticipatiecrèches ingediend waarmee ouderparticipatiecrèches onder de Wet kinderopvang worden gebracht3. Dit wetsvoorstel is 21 januari jl. door Uw Kamer aangenomen (Handelingen II 2020/21, nr. 47, Stemmingen). Het vorige wetsvoorstel kan daarom worden ingetrokken.

Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 34 256

X Noot
2

Kamerstuk, 34 256, nr. 9

X Noot
3

Kamerstuk 35 610

Naar boven