34 248 Wijziging van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in verband met de herpositionering van zelfstandige bestuursorganen

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 10 september 2015

De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

       

I

Algemeen

1

 

1.

Doel en aanleiding

2

 

2.

Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

2

       

II

Artikelen

4

I. Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in verband met de herpositionering van zelfstandige bestuursorganen. Deze leden hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Deze leden vinden het van belang dat Nederland een onafhankelijk bureau voor de statistiek behoudt. Deze leden hebben daarom nog enkele vragen.

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel wijziging van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in verband met de herpositionering van zelfstandige bestuursorganen. De leden van de fractie van D66 hebben enkele vragen.

1. Doel en aanleiding

De leden van de CDA-fractie vragen of de uitgangspositie, het waarborgen van de onafhankelijke statistiekproductie en de betrouwbaarheid van de statistieken, geheel gewaarborgd blijft met dit wetsvoorstel. Deze leden vragen verder hoeveel kosten worden bespaard met het opheffen van de Centrale Commissie voor de statistiek (CCS). De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een brief ontvangen van de CCS (Herpositionering zbo’s van het CBS, 6 november 2014). Hierin wordt aangegeven dat voor het goed functioneren van het Centraal bureau voor de statistiek (CBS), op een drietal terreinen een externe blik wenselijk is. De CCS geeft hierbij aan een wettelijke grondslag van de beschreven governance in de brief passender te vinden voor het CBS. Is de regering het eens met de CCS? Zo ja, op welke wijze wordt deze externe blik geborgd in de wet?

2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

2.1 Opheffen CCS

De leden van de PvdA-fractie onderschrijven uiteraard het regeerakkoord «Bruggen slaan» van 29 oktober 2012. Een onderdeel hiervan is het kritisch bezien of de zelfstandig bestuursorgaan (zbo-)status de juiste is voor de diverse overheidsorganisaties, die zijn georganiseerd als zbo.

Dit betekent echter voor deze leden niet dat toezichthoudende organen van zbo’s, zoals het CCS is, per definitie opgeheven zouden moeten worden. Er zijn immers ook geen plannen om de Raad van Commissarissen resp. de Raad van Toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten op te heffen.

Evenmin vinden deze leden het vanzelfsprekend dat de stelling wordt ingenomen dat «ieder extra wettelijk toezichthoudend orgaan de transparantie vermindert». Immers een dergelijk toezichthoudend orgaan kan juist tot taak hebben om de transparantie zo veel mogelijk te vergroten. Dan is er geen vermindering van de transparantie.

Kortom, de opheffing van de CSS vloeit voor de leden van de PvdA-fractie niet automatisch voort uit het regeerakkoord. De leden van de PvdA-fractie verlangen een betere onderbouwing voor de opheffing van de CCS dan dat «ieder extra wettelijk toezichthoudend orgaan de transparantie vermindert». Spelen hier misschien meningsverschillen tussen personen of andere ondergeschikte zaken een rol? Graag een uitvoerige reactie van de regering.

Zijn er momenteel plannen om een niet-wettelijke adviserende raad in stellen? Zo ja, hoe gaat deze er uit zien? Zo nee, waarom niet?

Op welke manier is de onafhankelijkheid van de functionaris voor de gegevensbescherming gewaarborgd?

De leden van de PvdA-fractie missen in de tabel met de 12 bevoegdheden de rol van de Tweede Kamer. Kan de regering toelichten hoe deze is geregeld?

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel de CCS op te heffen en lezen dat de directeur-generaal (DG) CBS, indien hij behoefte heeft aan een klankbord of financiële auditcommissie, zelf een commissie in kan stellen om hem raadgevend terzijde te staan. Tegelijkertijd lezen deze leden dat de CCS aangeeft dat voor goede governance een orgaan met externe blik intern georganiseerd zou moeten worden op basis van een wettelijke verplichting. De leden van de SP-fractie zijn teleurgesteld dat aan dit advies geen gehoor is gegeven en verzoeken het kabinet te beargumenteren waarom dit niet is gebeurd.

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering door middel van dit wetsvoorstel rechtstreeks aanwijzingen kan geven aan het CBS en/of DG CBS. Deze leden zien in de memorie van toelichting op pagina 3 een schema met de nieuwe bevoegdheden. Deze leden vragen de regering of zij nader kunnen ingaan welke bevoegdheden van de CCS worden belegd bij de Minister en wat de gevolgen hiervan zijn voor de onafhankelijkheid van het CBS? Tevens vragen deze leden of de Minister door middel van dit wetsvoorstel niet teveel invloed krijgt op het CBS. De leden van de CDA-fractie lezen verder dat de DG CBS een raadgevende commissie kan instellen. Een dergelijke commissie kan geen besluitvormende bevoegdheden hebben. Is dit volgens de regering altijd onverstandig, indien een dergelijke commissie besluitvormende bevoegdheden zou hebben?

2.2 Positie DG CBS

De leden van de PvdA-fractie onderschrijven dat het CBS een zekere onafhankelijkheid moet hebben. Deze leden willen uiteraard geen Griekse toestanden zoals in 2009. Deze leden verwachten dergelijke zaken sowieso niet in Nederland, omdat er immers ook nog parlementaire controle is. Tegelijkertijd vinden deze leden dat de regering moet kunnen beschikken over een eigen rekenbureau, voor de beleidsvoorbereiding en het opstellen van nieuwe plannen. Hoe is deze rekenfunctie binnen de overheid gewaarborgd en welke rol speelt hierin het Centraal Planbureau (CPB)? Hoe is de taakverdeling tussen CBS en CPB geregeld op dit punt? Is een situatie denkbaar dat CPB of CBS, onder het mom van zelfstandigheid en onafhankelijkheid, tegen de regering kan zeggen dat ze de effecten van bepaalde plannen niet door willen rekenen?

Bij het CBS wordt het ZBO gevormd door de DG CBS. Betekent dit dat de medewerkers gewoon werkzaam zijn voor het Ministerie van Economische Zaken? Hoe is de rechtspersoonlijkheid van het CBS (en het CPB) geregeld?

De leden van de SP-fractie lezen dat de DG CBS naar de mening van de regering als zbo geen hiërarchische of ondergeschiktheidsrelatie heeft ten opzichte van de Minister. Deze leden lezen tevens in het overzicht met wijziging van bevoegdheden dat de Minister na deze wetswijziging zelfstandig beslist over benoeming, schorsing en ontslag van de DG CBS, terwijl in de huidige situatie de DG CBS bij benoeming aanbevelingsrecht heeft en de CCS in geval van schorsing en ontslag gehoord wordt door de Minister. Deze leden zijn van mening dat het wegvallen van adviesfuncties bij de benoeming, schorsing en ontslag van de DG CBS een zware vorm van ondergeschiktheid van de DG CBS ten opzichte van de Minister creëert en verzoeken de regering te beargumenteren waarom dit volgens haar niet het geval is.

In de Europese Unie wordt nadruk gelegd op de onafhankelijkheid van de nationale instituten voor de statistiek, zo lezen de leden van de CDA-fractie. Dit blijkt uit de eisen die in diverse verordeningen van de Europese Unie en in de Europese Praktijkcode gesteld worden. Blijft de onafhankelijke statistiekproductie en de betrouwbaarheid met dit wetsvoorstel gewaarborgd als wordt gekeken naar de maatstaven van Europa? Zo ja, op welke wijze?

De leden van de D66-fractie vragen de regering nader toe te lichten hoe de onafhankelijkheid van het CBS gewaarborgd blijft. Het afgelopen jaar was er veel ophef over het bericht dat het CBS meer «duiding» zou bieden bij gepubliceerde cijfers. Wat betekent dit wetsvoorstel voor dit voornemen van het CBS?

Voorts vragen de leden van de D66-fractie de regering nader toe te lichten wat de financiële consequenties zijn van dit wetsvoorstel.

II Artikelen

Artikel I, onderdelen A (artikel 1, onderdeel d (nieuw)), B, C, F, G, S en W

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering nader kan toelichten waarom het van belang is dat de Minister van meet af aan zicht en controle heeft op de bij het CBS aanwezige besluitvormingsprocessen en interne checks-and-balances.

De voorzitter van de commissie, Vermeij

De adjunct-griffier van de commissie, Haveman-Schüssel

Naar boven