Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2018
De Bond voor Belastingbetalers heeft op 9 mei jl. een oproep gedaan aan belastingplichtigen
om bezwaar te maken tegen de vermogensrendementsheffing (box 3) in de aanslag inkomstenbelasting
2017. Mogelijk is het niet voor iedere belastingplichtige duidelijk dat hij tegen
zijn aanslag IB 2017 individueel bezwaar moet maken als hij het niet eens is met de
box 3-heffing in de aanslag. Dit geeft mij aanleiding om u als volgt te informeren.
Op 26 juni 2015 is het besluit Aanwijzing bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting
als massaal bezwaar (Stcrt. 2015, nr. 18400), na de voorhangprocedure bij uw Kamer, in werking getreden (Kamerstuk 34 245, nr. 1). Dit besluit ziet uitsluitend op bezwaren tegen aanslagen inkomstenbelasting waarin
de vermogensrendementsheffing op spaarsaldi is berekend op basis van een forfaitair
rendement van vier procent. Concreet betreft dit dus de belastingjaren tot en met
2016. Vanaf 2017 is namelijk de tekst van artikel 5.2, eerste lid, van de Wet IB 2001
ingrijpend gewijzigd,waardoor de vaststelling van de hoogte van het forfaitaire rendement
op een andere wijze plaatsvindt. De lopende procedures betreffende de jaren tot en
met 2016 kunnen dus niet beslissend zijn voor de bezwaren tegen de aanslagen inkomstenbelasting
voor het jaar 2017 (en later). In de kennisgeving van 6 juni 2016 (Stcrt. 2016, nr. 31329) heb ik de rolnummers van de geselecteerde proefprocedures bekendgemaakt. Twee zaken
liggen nog bij het Hof ’s-Hertogenbosch ter beoordeling, de andere zaken zijn inmiddels ter beoordeling aan de Hoge
Raad voorgelegd.
Op dit moment wordt gewerkt aan een aanwijzing massaal bezwaar voor bezwaarschriften
tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017. Voor aanwijzingen massaal bezwaar vanaf
1 januari 2016 is een gewijzigde wettelijke regeling van kracht. Deze heeft tot gevolg
dat belastingplichtigen die het oneens zijn met de berekening van de vermogensrendementsheffing
over het belastingjaar 2017 altijd individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen
hun aanslag inkomstenbelasting. Dus ook indien er een nieuwe aanwijzing massaal bezwaar
is gegeven. Dit is anders dan onder de aanwijzing massaal bezwaar die ziet op de jaren
tot en met 2016. Aan het vorenstaande zal ook aandacht worden besteed op de website
van de Belastingdienst en door middel van een persbericht.
De Belastingdienst heeft inmiddels definitieve aanslagen IB 2017 opgelegd. Daarom
zullen de bezwaarschriften tegen de aanslagen IB 2017 ingediend voor 15 juli 2018
en die zijn gericht tegen de berekening van het forfaitair vastgestelde rendement,
worden behandeld als een tijdig ingediend bezwaarschrift.
Indien ik een aanwijzing massaal bezwaar geef voor de bezwaarschriften tegen de vermogensrendementsheffing
in de aanslag inkomstenbelasting 2017 zal ik, gelet op artikel 25c, tweede lid, van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen, een afschrift van het aanwijzingsbesluit
aan uw Kamer toezenden.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel