Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van
de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij
zouden graag nog de volgende vragen beantwoord zien alvorens zij een definitief oordeel
kunnen vellen over het wetsvoorstel. De CDA-fractieleden sluiten aan bij de vragen van de fractieleden van de VVD.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
In de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs-
en naburige rechten (hierna: Wet toezicht cbo's) die op 1 juli 2013 in werking is
getreden, was een bepaling opgenomen die voorwaarden stelde aan het beleggingsbeleid
van collectieve beheersorganisaties (hierna: cbo's). In het onderhavige wetsvoorstel
wordt deze bepaling weer geschrapt. De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het
handhaven van een dergelijke bepaling een nationale kop op de richtlijn collectief
beheer zou betekenen en dat die om die reden uit de wet wordt gehaald. Toch was het
stellen van voorwaarden aan het beleggingsbeleid niet zonder reden. De cbo’s beheren
immers gelden van derden, van de rechthebbenden. Daar moet zorgvuldig mee worden omgegaan.
Het beleggen van gelden in bijvoorbeeld risicodragend kapitaal zal daar niet, of niet
altijd, bij passen. Welke mechanismes onderkent de regering in het onderhavig wetsvoorstel
die een vergelijkbare functie hebben als de voorwaarden die in de eerder genoemde
wet aan het beleggingsbeleid van cbo’s werden gesteld? De regering wijst in zijn reactie
op het advies van de Raad van State weliswaar naar dat de richtlijn zelf voorziet
in een generieke zorgplicht zonder specifiek voor te schrijven in welke producten
niet meer mag worden belegd en dat de voorwaarden uit de richtlijn ervoor moet zorgen
dat prudent wordt belegd door cbo's, maar een Europese richtlijn heeft geen rechtstreekse
werking. Wil de regering deze beperking van de rechtsfiguur van een richtlijn betrekken
bij de beantwoording van deze vraag?
De bepalingen in de Wet toezicht cbo's die betrekking hebben op het ex ante toezicht
door het College van Toezicht, de mogelijkheid om op bepaalde onderdelen tot samenwerking
te verplichten, en de toepasselijkheid van de Wet normering topinkomens (WNT) worden
niet geschrapt. Zij vormen net zo goed een nationale kop op de richtlijn. Waarom heeft
de regering deze bepalingen niet geschrapt? Wil de regering uitleggen waarom de strengere
voorwaarden aan het beleggingsbeleid van cbo’s wel uit de Wet toezicht cbo's worden
gehaald, maar de hiervoor genoemde bepalingen niet?
De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie zien de reactie van de
regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Duthler
De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Van Dooren