34 243 Wijziging van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/26/EU van het Europees parlement en de Raad betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt (Implementatiewet richtlijn collectief beheer)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 januari 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In onderdeel C van artikel I komt artikel 2i, tiende lid, als volgt te luiden:

10. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gegeven over het gebruik van onverdeelde gelden.

2

In onderdeel J van artikel I wordt artikel 25c als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het College van Toezicht geeft binnen drie maanden een met redenen omkleed antwoord op een verzoek tot het nemen van passende maatregelen van een daartoe aangewezen bevoegde instantie uit een andere lidstaat die van oordeel is dat een collectieve beheersorganisatie die in Nederland is gevestigd maar op zijn grondgebied actief is, mogelijkerwijs niet voldoet aan de bepalingen uit de Wet toezicht, die zijn vastgesteld op grond van richtlijn 2014/26/EU van het Europees parlement en de Raad, op voorwaarde dat de aangewezen bevoegde instantie alle relevante informatie heeft doorgegeven aan het College, vergezeld van een verzoek tot handhaving.

2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Het College van Toezicht kan, wanneer hij van oordeel is dat een collectieve beheersorganisatie die in een andere lidstaat gevestigd is maar op Nederlands grondgebied actief is, mogelijkerwijs niet voldoet aan de bepalingen in het nationale recht van deze lidstaat, die zijn vastgesteld op grond van de voorschriften van richtlijn 2014/26/EU van het Europees parlement en de Raad, de bevoegde instantie van de lidstaat waar de collectieve beheersorganisatie gevestigd is, verzoeken om onder haar bevoegdheid vallende passende maatregelen te nemen, indien dit verzoek vergezeld gaat van alle relevante informatie.

3

Artikel II komt te luiden:

Deze wet treedt in werking op 10 april 2016. Wordt het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst later uitgegeven dan 10 april 2016, dan treedt zij in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven