34 211 EU-voorstel: Strategie voor een digitale eengemaakte markt COM(2015)1921

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 juli 2015

De vaste commissie voor Economische Zaken2 heeft kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie inzake de Strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa, welke op 6 mei jl. is gepubliceerd (COM(2015) 192). Naar aanleiding hiervan is op 22 juni 2015 een brief gestuurd aan de Minister van Economische Zaken.

De Minister heeft op 13 juli 2015 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Minister van Economische Zaken

Den Haag, 22 juni 2015

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft met belangstelling kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie inzake de Strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa, welke op 6 mei jl. is gepubliceerd (COM(2015) 192), hierna de mededeling, en het daarbij behorende BNC-fiche van 22 mei 20153. De mededeling en het BNC-fiche geven de leden van de fractie van de SP aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en tot het stellen van de volgende vragen.

Ten aanzien van Kernpijler 1

De leden van de fractie van de SP hebben kennisgenomen van het voornemen om maatregelen te treffen die de administratieve lasten rondom de aangifte van btw moeten vergemakkelijken. Zij wachten met belangstelling de voorstellen af.

Op het gebied van geoblocking ligt een uitdaging, zo menen de leden van de SP-fractie.

Geoblocking is op het gebied van audiovisuele diensten nauw verbonden met het windows-systeem van de bioscopen. Eerder zijn de bioscopen zeer machtig gebleken op dit gebied. Het zou volgens de leden van de SP-fractie wenselijk zijn om de afspraken in het kader van de mededinging onder de loep te nemen. Kunt u hier een reactie op geven?

Op andere terreinen dient de geoblocking een heel ander doel. Vanwege de lagere levensstandaard in bepaalde EU-landen worden sommige producten daar goedkoper aangeboden. Het wegnemen van de blocking kan leiden tot hogere prijzen in die landen, waardoor producten daar weer moeilijker bereikbaar worden voor consumenten. In EU-landen met een hogere levensstandaard is de kans groter dat bedrijven, die door deze standaard met hogere kosten te maken hebben, door het wegnemen van de blocking vervolgens niet meer in staat zijn winstgevend te zijn. De leden van de fractie van de SP zijn daarom van mening dat dit onderwerp nader onderzoek behoeft. Zij steunen op dit gebied dan ook de inzet van de regering. Ook daar waar de regering aangeeft niet in te willen lossen op het gebied van consumentenrecht, zijn de SP-fractieleden het eens met de inzet van de regering.

Ten aanzien van Kernpijler 2

Ten aanzien van de audiovisuele diensten verwijzen de leden van de SP-fractie naar de vorige opmerkingen.

Het versterken van het bereik van internet in de Europese landen juichen de SP-fractieleden toe. Slechts een derde van de wereldbevolking heeft toegang tot het internet, en teneinde tweedeling te bestrijden op dit gebied, is versterking van het netwerk hard nodig, ook in Europa. Cybercriminaliteit is een groot probleem en zal met een groter bereik van het internet alleen maar toenemen. De leden van de fractie van de SP vinden het dan ook een omissie dat de regering in haar brief4 weinig aandacht aan dit onderwerp besteedt. Nu het Programma Aanpak Cybercrime is afgelopen, bereiken hen berichten dat de innovatie op het gebied van ICT voor de aanpak van kinderporno tot stilstand is gekomen. In de ontstane patstelling kunnen interessante IT-projecten, die kwalitatief bewezen zijn, geen doorgang vinden. De leden van de fractie van de SP duiden hier op onder meer een softwareprogramma, dat het mogelijk maakt op Europees niveau informatie uit te wisselen over afbeeldingen van seksueel misbruik van kinderen en de stand van zaken van het onderzoek hiernaar. De aanschaf van dit programma kan nu geen doorgang vinden. Kunt u toelichten op welke wijze de regering deze omissie wil invullen?

Ook op de aanbevelingen op het gebied van e-vaardigheid en e-awareness geeft de regering geen reactie. Het digitaliseren van de overheid, en de daarbij behorende e-vaardigheden van de bevolking, zal nog een grote uitdaging blijken. Kunt u aangeven op welke wijze de regering dit denkt aan te pakken?

De leden van de fractie van de SP zijn van mening dat de aanpak van e-vaardigheden en e-awareness van de regering weliswaar een goed begin is, maar nog tekort schiet om op alle terreinen een substantiële stap te kunnen maken. Zij zijn tevens van mening dat hier ook een grote rol voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap weggelegd is. Kunt u hier een reactie op geven?

Ten aanzien van Kernpijler 3

Vrij verkeer van data en verdere digitalisering van de samenleving op een degelijke en kostenbeperkende wijze, kan niet zonder standaardisering. De leden van de fractie van de SP constateren dat open standaarden nog steeds geen vanzelfsprekendheid zijn bij de Nederlandse overheid. Te vaak is de overheid hierdoor afhankelijk van een leverancier, dit is het zogenaamde verschijnsel vendor lock-in. De SP-fractieleden vragen u wat de regering gaat doen om open standaarden nu echt als standaard neer te zetten en om er zich in de aanbestedingen ook aan te houden.

Zij bemerken daarnaast een zekere terughoudendheid van de regering op het gebied van normering. Kunt u deze terughoudendheid toelichten? Juist de opkomst van smart industry en de groei van vele private initiatieven op dit terrein, vragen om standaardisering en normalisering teneinde de connectiviteit te bevorderen. Dat vraagt regie op nationaal, maar zeker ook op internationaal niveau. De SP-fractieleden vragen u of de regering hierin voor haar een rol ziet.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag, gelet op het aanstaande zomerreces, uiterlijk 3 juli 2015.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, A.M.V. Gerkens

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2015

Met deze brief beantwoord ik de vragen die gesteld zijn door de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken over de Europese Strategie voor een digitale interne markt in de brief van 22 juni 2015, kenmerk 157410u.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Ten aanzien van Kernpijler 1

De leden van de fractie van de SP hebben kennisgenomen van het voornemen om maatregelen te treffen die de administratieve lasten rondom de aangifte van btw moeten vergemakkelijken. Zij wachten met belangstelling de voorstellen af.

Op het gebied van geoblocking ligt een uitdaging, zo menen de leden van de SP-fractie. Geoblocking is op het gebied van audiovisuele diensten nauw verbonden met het windows-systeem van de bioscopen. Eerder zijn de bioscopen zeer machtig gebleken op dit gebied. Het zou volgens de leden van de SP-fractie wenselijk zijn om de afspraken in het kader van de mededinging onder de loep te nemen. Kunt u hier een reactie op geven?

Op andere terreinen dient de geoblocking een heel ander doel. Vanwege de lagere levensstandaard in bepaalde EU-landen worden sommige producten daar goedkoper aangeboden. Het wegnemen van de blocking kan leiden tot hogere prijzen in die landen, waardoor producten daar weer moeilijker bereikbaar worden voor consumenten. In EU-landen met een hogere levensstandaard is de kans groter dat bedrijven, die door deze standaard met hogere kosten te maken hebben, door het wegnemen van de blocking vervolgens niet meer in staat zijn winstgevend te zijn. De leden van de fractie van de SP zijn daarom van mening dat dit onderwerp nader onderzoek behoeft. Zij steunen op dit gebied dan ook de inzet van de regering. Ook daar waar de regering aangeeft niet in te willen lossen op het gebied van consumentenrecht, zijn de SP-fractieleden het eens met de inzet van de regering.

De leden van de SP vragen het kabinet of het wenselijk is ten aanzien van geo-blocking op het gebied van audiovisuele diensten afspraken in het kader van de mededinging onder de loep te nemen. De Mededingingswet en het Europees recht stellen kaders waarbinnen bedrijven met elkaar de concurrentie aan kunnen gaan. In Nederland houdt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) onafhankelijk toezicht op het mededingingsrecht, in Europa wordt het toezicht door de Europese Commissie gehouden. Bij de autoriteit(en) kan een klacht worden ingediend, indien wordt vermoed dat sprake is van overtreding van het kartelverbod of het verbod van misbruik van economische machtspositie. Het is aan de ACM en/of de Europese Commissie om eventuele afspraken tussen concurrenten die de mededinging zouden beperken onder de loep te nemen als zij daartoe aanleiding zien. De Europese Commissie is overigens in mei 2015 al gestart met een mededingingsonderzoek in de e-commercesector in de EU, in het kader van de Digital Single Market Strategy. Daarmee verwacht de Commissie mogelijke barrières te identificeren die door bedrijven worden opgeworpen om cross-border online handel in goederen en diensten in de e-commerce sector te beperken.

Ten aanzien van Kernpijler 2

Het versterken van het bereik van internet in de Europese landen juichen de SP-fractieleden toe. Slechts een derde van de wereldbevolking heeft toegang tot het internet, en teneinde tweedeling te bestrijden op dit gebied, is versterking van het netwerk hard nodig, ook in Europa. Cybercriminaliteit is een groot probleem en zal met een groter bereik van het internet alleen maar toenemen. De leden van de fractie van de SP vinden het dan ook een omissie dat de regering in haar brief2 weinig aandacht aan dit onderwerp besteedt. Nu het Programma Aanpak Cybercrime is afgelopen, bereiken hen berichten dat de innovatie op het gebied van ICT voor de aanpak van kinderporno tot stilstand is gekomen. In de ontstane patstelling kunnen interessante IT-projecten, die kwalitatief bewezen zijn, geen doorgang vinden. De leden van de fractie van de SP duiden hier op onder meer een softwareprogramma, dat het mogelijk maakt op Europees niveau informatie uit te wisselen over afbeeldingen van seksueel misbruik van kinderen en de stand van zaken van het onderzoek hiernaar. De aanschaf van dit programma kan nu geen doorgang vinden. Kunt u toelichten op welke wijze de regering deze omissie wil invullen?

Met de vorming van de Nationale Politie (NP) is het Programma Aanpak Cybercrime (PAC) van de politie beëindigd. Ten behoeve van «digitalisering en cybercrime» ontvangt de NP nog steeds jaarlijks een bijzondere bijdrage van € 13,8 mln. De besteding van de gelden kan zijn gericht, zonder limitatief te zijn, op bijvoorbeeld onderzoek en innovatie, borging van initiatieven, aanschaf en implementatie van tooling en dergelijke. Het geschetste beeld wordt daarom niet herkend. Ook in bredere zin ondersteunt Nederland de capaciteitsopbouw in de EU op cybersecurity gebied. Dit gebeurt onder meer via de implementatie van de EU Cyber Security Strategie. Onderdeel hiervan zijn de onderhandelingen over de NIB-richtlijn, waarover uw Kamer rondom iedere Telecomraad geïnformeerd wordt. De NIB-richtlijn wordt door de Commissie ook in de Strategie voor een digitale interne markt genoemd als instrument voor het behouden en verbeteren van het vertrouwen in een veilig internet.

Ook op de aanbevelingen op het gebied van e-vaardigheid en e-awareness geeft de regering geen reactie. Het digitaliseren van de overheid, en de daarbij behorende e-vaardigheden van de bevolking, zal nog een grote uitdaging blijken. Kunt u aangeven op welke wijze de regering dit denkt aan te pakken?

Het kabinet zet met de programma’s Digitaal 20175 en de Digitale Agenda6 in op de digitale overheid voor betere dienstverlening aan burgers en bedrijven, meer efficiency en minder regeldruk. De ambitie is dat burgers en bedrijven in 2017 hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen. Speerpunten zijn: het vergroten van het aanbod en het gebruik van digitale overheidsdiensten; en het verbeteren van de kwaliteit van de digitale diensten.

Het kabinet hanteert als uitgangspunt «digitaal waar mogelijk, persoonlijk waar nodig». Hierin ligt besloten dat de burger een alternatief heeft, mocht hij of zijn sociale netwerk niet de mogelijkheid hebben om digitaal met de overheid te communiceren. De afgelopen tijd is het digitaal Hulpplein opgezet. Hiermee is een landelijk dekkend netwerk gerealiseerd waarmee mensen hulp kunnen krijgen bij het verbeteren van de digivaardigheid, via het ontsluiten van voorzieningen zoals cursussen en toolkits gericht op het vergroten van de basisvaardigheden. Daarnaast zorgen overheden ook actief voor hulp aan mensen die minder digivaardig zijn, o.a. door gemeenten die mensen behalve aan de balie ook begeleiden bij het bedienen van de digitale dienstverleningszuilen.

De leden van de fractie van de SP zijn van mening dat de aanpak van e-vaardigheden en e-awareness van de regering weliswaar een goed begin is, maar nog tekort schiet om op alle terreinen een substantiële stap te kunnen maken.

Zij zijn tevens van mening dat hier ook een grote rol voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap weggelegd is. Kunt u hier een reactie op geven?

Ik onderschrijf het belang van digitale vaardigheden voor economische groei en innovatievermogen. Daarom zet ik op verschillende fronten in op het verbeteren van de digitale vaardigheden van werknemers, bijvoorbeeld in diverse publiek-private samenwerkingen, zoals het programma Digivaardig en het Smart Industry Actieplan.

Daarnaast ontwikkelt het team ICT-innovatie, als onderdeel van het topsectorenbeleid, een Human Capital Actieagenda ICT. Deze actieagenda zal zich richten op het investeren in ICT-competenties van (toekomstige) werknemers om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren (door bijvoorbeeld het stimuleren van een leven lang leren) en hiermee een bijdrage te leveren aan het tekort op de arbeidsmarkt. Deze agenda wordt voor het eind van het jaar opgeleverd.

De Staatssecretaris van OCW heeft Platform Onderwijs 2032 de opdracht gegeven met geïnteresseerden, belanghebbenden en experts in dialoog te gaan over de onderwijsinhoud van het funderend onderwijs. Eind 2015 levert dit platform een advies op over een toekomstgericht curriculum voor het funderend onderwijs, waarna het kabinet een reactie op dit advies naar de Kamer zal sturen.

Ten aanzien van Kernpijler 3

Vrij verkeer van data en verdere digitalisering van de samenleving op een degelijke en kostenbeperkende wijze, kan niet zonder standaardisering. De leden van de fractie van de SP constateren dat open standaarden nog steeds geen vanzelfsprekendheid zijn bij de Nederlandse overheid. Te vaak is de overheid hierdoor afhankelijk van een leverancier, dit is het zogenaamde verschijnsel vendor lock-in. De SP-fractieleden vragen u wat de regering gaat doen om open standaarden nu echt als standaard neer te zetten en om er zich in de aanbestedingen ook aan te houden.

Naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer op 8 april jl. over de kabinetsreactie op het rapport van de tijdelijke commissie ICT heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen over het gebruik van open standaarden bij aanbestedingen en gebruik van open source software. In de motie wordt de regering tevens verzocht onderzoek uit te voeren naar exit-strategieën om minder afhankelijk te worden van ICT-aanbieders. De Minister voor Wonen en Rijksdienst heeft deze motie nu in uitvoering. Naar verwachting zal hij uw Kamer aan het begin van volgend jaar rapporteren over de genomen maatregelen en de uitkomst van het onderzoek.

Zij bemerken daarnaast een zekere terughoudendheid van de regering op het gebied van normering. Kunt u deze terughoudendheid toelichten? Juist de opkomst van smart industry en de groei van vele private initiatieven op dit terrein, vragen om standaardisering en normalisering teneinde de connectiviteit te bevorderen. Dat vraagt regie op nationaal, maar zeker ook op internationaal niveau. De SP-fractieleden vragen u of de regering hierin voor haar een rol ziet.

De normen en standaarden waar de Europese Commissie over spreekt in de mededeling zijn private normen en standaarden. Deze zijn voor en door het bedrijfsleven ontwikkeld om bijvoorbeeld interoperabiliteit te verbeteren. Het bedrijfsleven is dan ook primair aan zet om dergelijke normen en standaarden te ontwikkelen. De overheid kan hierbij wel een faciliterende en stimulerende rol spelen. Zo werkt het programma Smart Industry (waarin o.a. FME en het Ministerie van Economische Zaken samenwerken) aan standaardisatie voor Smart Industry.

De Europese Commissie heeft aangekondigd om een geïntegreerd normalisatieplan op te stellen om de ontwikkeling van prioritaire normen en standaarden ten behoeve de digitale interne markt te stimuleren. Eventueel kan de Europese Commissie de Europese normalisatie instellingen verzoeken om specifieke normen te ontwikkelen. Het kabinet kan zich vinden in deze invulling van de rol van de overheid ten aanzien van normen en standaarden. Tevens zal de Europese Commissie het gebruik van dergelijke normen en standaarden stimuleren door het Europese interoperabiliteitskader te herzien en uit te breiden. Ook dit vindt het kabinet een goede aanpak. Gezien de grensoverschrijdende kenmerken van de digitale interne markt is inzet op ontwikkeling van nationale normen en standaarden niet effectief.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Zie dossier E150009 op www.europapoort.nl.

X Noot
2

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Schaap (VVD), Flierman (CDA), Ester (CU), Postema (PvdA), Van Strien (PVV), Vos (GL), Kok (PVV) (vice-voorzitter), Bruijn (VVD), Gerkens (SP) (voorzitter), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Dercksen (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Van Kesteren (CDA), Krikke (VVD), Meijer (SP), Pijlman (D66), Prast (D66), Van Rij (CDA), Van Rooijen (50PLUS), Schalk (SGP), Schnabel (D66), Verheijen (PvdA), Vreeman (PvdA).

X Noot
3

Kamerstukken I, 2014/15, 22 112 GZ/34 211.

X Noot
4

Kamerstukken I, 2014/15, 22 112 GZ/34 211 (BNC-fiche van 22 mei 2015).

X Noot
5

Tweede Kamer, 26 643, nrs. 280, 292 en 316.

X Noot
6

Tweede Kamer, 29 515, nr. 346.

Naar boven