Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt na «het Ministerie van Economische Zaken» ingevoegd: en het
terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
B
In artikel III, onderdeel C, wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde
lid, een lid ingevoegd, luidende:
4. In het tweede lid wordt € 450.000 vervangen door: € 900.000.
C
Artikel X komt te luiden:
ARTIKEL X
De Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.15 komt te luiden:
Artikel 2.15
1. De bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 2.9, bedraagt ten hoogste € 900.000 of,
indien dat meer is, 1% van de omzet van de overtreder.
2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel
2.9, in geval van overtreding van artikel 8.8, voor zover het een oneerlijke handelspraktijk
betreft als bedoeld in artikel 193g of artikel 193i van Boek 6 van het Burgerlijk
Wetboek, ten hoogste € 900.000 of, indien dat meer is, 10% van de omzet van de overtreder.
3. De bestuurlijke boete die ingevolge het eerste of tweede lid ten hoogste kan worden
opgelegd wordt verhoogd met 100%, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand
aan de dagtekening van het van de overtreding opgemaakte rapport, bedoeld in artikel
5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een aan die overtreder voor een
eerdere overtreding van eenzelfde of een soortgelijk wettelijk voorschrift opgelegde
bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.
B
In de bijlage, onderdeel a, wordt «Artikel 8.8 en 8.10 van deze wet» vervangen door
«De artikelen 8.8 en 8.11 van deze wet» en wordt «Artikel 8.11 van deze wet» vervangen
door: Artikel 8.10 van deze wet.
Toelichting
Onderdeel A
Aangezien het voorstel van wet ook voorziet in een verhoging van voor de ACM geldende
boetemaxima, opgenomen in de Loodsenwet, Spoorwegwet en Wet personenvervoer 2000,
wordt aan het opschrift toegevoegd dat het wetsvoorstel niet alleen voorziet in een
wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Economische
Zaken, maar ook van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur
en Milieu.
Onderdeel B
In het wetsvoorstel is abusievelijk het absolute boetemaximum in artikel 12m, tweede
lid, van de Instellingswet ACM niet gewijzigd. Dat wordt hierbij hersteld.
Onderdeel C
Dit onderdeel wijzigt artikel X van het wetsvoorstel dat strekt tot wijziging van
de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc).
In onderdeel A wordt een verwijzing naar het Burgerlijk Wetboek aangepast: in artikel
2.15, tweede lid, van de Whc dient niet verwezen te worden naar de artikelen 6:193g
en 6:193h, maar naar de artikelen 6:193g en 6:193i van het Burgerlijk Wetboek.
Onderdeel B bevat een correctie van de bijlage bij de Wet handhaving consumentenbescherming.
Die bijlage is gewijzigd vastgesteld bij Wet van 25 juni 2014 tot wijziging van de
Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met
de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht
(Stb. 2014, 247) en daarbij zijn in onderdeel a van de bijlage de artikelen 8.10 en 8.11 van de Whc
abusievelijk verwisseld. Dat wordt hierbij hersteld.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp