34 178 Goedkeuring en uitvoering van het op 2 maart 2015 te Veenhuizen tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Noorwegen inzake het gebruik van een penitentiaire inrichting in Nederland voor de tenuitvoerlegging van bij Noorse vonnissen opgelegde vrijheidsstraffen (Trb. 2015, 37)

Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 mei 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Onder toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

TOELICHTING

Deze nota van wijziging maakt het mogelijk dat het onderhavige wetsvoorstel zo spoedig mogelijk nadat het tot wet is verheven, in werking kan treden. Voor de beide verdragsluitende landen is het van belang dat zo spoedig mogelijk na de goedkeuring van het verdrag in de beide landen kan worden begonnen met de plaatsing van Noorse gedetineerden in Norgerhaven. Zoals in de memorie van toelichting is aangegeven, wordt in beide landen gestreefd naar inwerkingtreding van het verdrag op 1 september 2015.

Artikel 8 van de Wet raadgevend referendum, die op 1 juli 2015 in werking zal treden, heeft evenwel voor het onderhavige wetsvoorstel tot gevolg dat de inwerkingtreding per 1 september 2015 niet mogelijk is, indien de bekrachtiging van het wetsvoorstel door de Koning niet vóór 1 juli 2015 plaatsvindt. Artikel 12 van de Wet raadgevend referendum biedt echter de mogelijkheid om van het bepaalde in artikel 8 af te wijken in spoedeisende gevallen. Met deze nota van wijziging wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven