De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van bovengenoemd wetsvoorstel, heeft de eer als volgt een verslag uit te brengen van
haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende
zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel
van wet voldoende voorbereid.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Goedkeuring
van het Besluit heffing bestrijding dierziekten en hebben daar geen inhoudelijke vragen
over. Wel vragen deze leden hoe het staat met het nieuwe convenant financiering bestrijding.
Wanneer verwacht de regering dat dit convenant gesloten wordt?
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Goedkeuring
van het Besluit heffing bestrijding dierziekten. Hierover hebben deze leden nog vragen.
De leden van de D66-fractie vragen of de brancheorganisaties, die zijn opgericht onder
Verordening (EU) Nr. 1308/2013, ook nog heffingen opleggen ten behoeve van de bestrijding
van dierziekten. Voorts vragen zij of de regering kan toelichten welke rol de brancheverenigingen,
die zijn opgericht onder Verordening (EU) Nr. 1308/2013, hebben gespeeld in het Besluit
heffing bestrijding dierziekten.
Heffing bestrijding dierziekten
De leden van de CDA-fractie vragen of de opgeheven heffing, die nu weer ingevoerd
wordt, deel uitmaakte van de berekening van de door het Ministerie van Economische
Zaken berekende baten van het opheffen van de productschappen. Voorts vragen zij de
regering of zij een overzicht kan geven per diercategorie waarin de voorgestelde tarieven
naast de tarieven van de afgelopen drie jaar (per kalenderjaar) van de diverse productschappen
worden geplaatst.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
de heffingen op gelijke wijze gaat opleggen. Zij vragen de regering eveneens welke
kosten RVO.nl hiervoor berekent en of dit goedkoper is dan de kosten die de productschappen
voor deze heffingshandelingen nodig hadden. Zo er een verschil is, hoe is dit verschil
te verklaren?
De leden van de CDA-fractie lezen in de memorie van toelichting dat het besluit leidt
tot een verlaging van de regeldruk. Echter, in het Besluit heffing preventie dierziekten
staat dat de regeldruk opnieuw in kaart zal worden gebracht. De leden van de CDA-fractie
verzoeken de regering om toe te lichten wanneer deze inventarisatie uitgevoerd gaat
worden. Wanneer worden naar verwachting de resultaten van deze inventarisatie gedeeld
met de Kamer?
De leden van de CDA-fractie merken op dat het vorige convenant Diergezondheidsfonds
31 december 2014 is afgelopen. Ten aanzien van het convenant financiering bestrijding
besmettelijke dierziekten 2010–2014 vragen de leden van de CDA-fractie of het functioneren
van het convenant geëvalueerd is. Hoe beoordeelt de regering het functioneren van
dit convenant? Voor de komende jaren vragen deze leden of er al een overeenkomst is
met alle betreffende sectoren over een nieuw convenant Diergezondheidsfonds. Zo nee,
waarom niet? Wat is volgens de regering de meerwaarde van een nieuw convenant? Met
welke partijen is de regering voornemens het nieuwe convenant af te sluiten?
De leden van de CDA-fractie vragen hoe de aanpak van dierziekten in andere Europese
lidstaten wordt gefinancierd. In hoeverre betalen private partijen mee aan de bestrijding
van dierziekten in andere lidstaten? Op welke wijze kan een Europees gelijk speelveld
bij de bestrijding van dierziekten worden bereikt? Hoe wordt in het nieuwe Diergezondheidsfonds
de Europese bijdrage verdeeld tussen overheid en private sector? Hoe wordt dat vormgegeven?
Is de Europese bijdrage reden om het plafond voor de sector te verlagen? Worden de
lessen die volgen uit de evaluatie van de recente uitbraak van hoogpathogene aviaire
influenza meegenomen in het nieuwe convenant Diergezondheidsfonds? Zo ja, zou de regering
kunnen toelichten op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Vermeij
De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Koerselman