34 139 Nederlands EU-voorzitterschap 2016

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2016

Op 24 maart jl. heeft de Voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken mij verzocht een toelichting te geven op de grondslag waarop het kabinet in de hoedanigheid van EU-voorzitter zijn rol als «honest broker» baseert en welke consequenties deze positie heeft voor de informatiepositie en controlerende rol van de Tweede Kamer. Uw Kamer heeft eerder al van de Minister van Financiën een toelichting ontvangen over de Nederlandse positiebepaling in de Raad gedurende het Nederlandse EU-voorzitterschap, in antwoord op het verzoek van uw Kamer naar aanleiding van de bespreking van het BNC-fiche Actieplan ter versterking van de strijd tegen terrorismefinanciering (Kamerstuk 34 139, nr. 12).

De passage over het voorzitterschap, zoals ook eerder in de Staat van de Unie 2016 is weergegeven, gaat om de rol van het voorzitterschap als een betrouwbare en efficiënte bemiddelaar die compromissen smeedt tussen 28 lidstaten onderling en tussen de Raad en de overige EU-instellingen (Kamerstukken 34 166 en 34 139, nr. 22).

Verschillende bepalingen in het verdrag (o.a. art. 16, lid 9 VEU art. 236 VWEU), het secundaire recht (o.a. besluiten 2009/881/EU en 2009/908/EU) en het Reglement van orde van de Raad gaan in op de rol en de taken van het voorzitterschap van de Raad. Zo staat in artikel 20 van het Reglement van Orde dat het voorzitterschap toeziet op het goede verloop van de besprekingen. Het voorzitterschap is echter niet iets van formele regels alleen, het gaat ook om conventies, gebruiken en verwachtingen van de overige lidstaten en de instellingen. De rol en taken van de voorzitter worden nader uitgewerkt in de Handleiding voor het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie1, opgesteld door het Secretariaat-Generaal van de Raad (hoofdstuk 1, paragraaf 3). Onder het kopje « Het voorzitterschap is neutraal» is opgenomen:

«Het voorzitterschap moet, per definitie, neutraal en onpartijdig zijn. Het treedt bij de besprekingen op als bemiddelaar en mag derhalve noch de eigen voorkeuren noch die van een bepaalde lidstaat voortrekken. Dit betekent dat met alle naar voren gebrachte standpunten naar behoren rekening wordt gehouden en dat zij op hun merites worden beoordeeld.»

Ook op de website van de Raad2 wordt nadrukkelijk stilgestaan bij de neutrale rol van het voorzitterschap:

«Het voorzitterschap speelt een voortrekkersrol bij de werkzaamheden van de Raad inzake EU-wetgeving en zorgt daarbij voor de continuïteit van de EU-agenda, ordelijke wetgevingsprocessen en samenwerking tussen de lidstaten. Daarom moet het voorzitterschap optreden als een eerlijke en neutrale bemiddelaar.»

Het optreden van het Voorzitterschap van de Raad als «honest broker» wordt algemeen aanvaard als noodzakelijk en onmisbaar voor het succesvol verloop van de besluitvorming. Andere lidstaten moeten hierop kunnen vertrouwen. Nederland verwacht dit ook van de LS die na Nederland het EU-voorzitterschap zullen bekleden. Uiteraard vervult de Voorzitter deze functie op pro-actieve wijze in het licht van de huidige uitdagingen in de Unie.

Het bovenstaande laat onverlet dat de lidstaat Nederland in de beraadslagingen van de Raad een nationaal standpunt kan uitdragen, en dat waar nodig ook zal doen. Het kabinet blijft immers het Nederlandse belang in het oog houden. Het kabinet zal eventuele besluiten daartoe samen met u steeds zorgvuldig wegen.

De afspraken van uw Kamer met het kabinet ten aanzien van de informatievoorziening blijven uiteraard onverkort van kracht tijdens het voorzitterschap. Uw Kamer blijft derhalve BNC-fiches ontvangen. In deze fiches geeft het kabinet zijn appreciatie van die voorstellen weer. Daarnaast wordt uw Kamer op de hoogte gehouden van de Raden via geannoteerde agenda’s, algemene overleggen en verslagen. Daar waar de Kamer daarom heeft verzocht, wordt uw Kamer tevens via aanvullende Kamerbrieven op de hoogte gehouden van het besluitvormingsproces binnen de Europese Unie.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven