34 131 (R2044) Verdrag tot oprichting van het Caribisch Volksgezondheidsinstituut (CARPHA); Georgetown, 1 juni 2011

B/ Nr. 2 HERDRUK1 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT2

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 3 oktober 2014 en het nader rapport d.d. 12 december 2014, aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 4 september 2014, no. 2014001615, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het verdrag tot oprichting van het Caribisch Volksgezondheidsinstituut (CARPHA); Georgetown, 1 juni 2011 (Trb. 2014, 129), met toelichtende nota.

De Caribbean Community (Caricom) heeft in het verleden vijf instituten in stand gehouden die actief waren op het gebied van de volksgezondheid. Die worden bij dit verdrag samengevoegd tot één instituut, de Caribbean Public Health Agency (CARPHA) oftewel het Caribisch Volksgezondheidsinstituut. Aruba en Sint Maarten wensen tot het oprichtingsverdrag toe te treden, zodat zij geassocieerd lid van de organisatie kunnen worden. Curaçao en Nederland beraden zich nog op toetreding (in het geval van Nederland zal het gaan om toetreding ten behoeve van Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

De toelichtende nota verschaft geen inhoudelijke informatie over CARPHA en is ook overigens erg beperkt. Zo ontbreekt informatie over aard en omvang van het werk dat CARPHA verricht, resultaten van dat werk, samenwerking met wereldwijde organisaties zoals de World Health Organization, de omvang van het budget, de verdeelsleutel en de financiële gevolgen van het geassocieerd lidmaatschap voor elk van de vier landen van het Koninkrijk. Voorts blijkt uit de toelichting niet wat de lidmaatschapsstatus van het Koninkrijk binnen de Caribbean Community is.

Er wordt wel vermeld dat Aruba, Curaçao, Sint Maarten en het Caribisch deel van Nederland lid zijn van het Caribisch Centrum voor Epidemiologie (CAREC) en dat dit een van de vijf instituten is die opgaan in CARPHA, maar niet wordt uiteengezet op welk moment het oprichtingsverdrag van CAREC vervalt.3

De Afdeling adviseert de toelichting op de genoemde punten aan te vullen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 4 september 2014, no. 2014001615, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake de bovenvermelde verdragswijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 oktober 2014, nr. W02.14.0310/II/K, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling merkt op dat de toelichtende nota geen inhoudelijke informatie verschaft over CARPHA en ook overigens zeer beperkt is. De Afdeling geeft aan dat informatie ontbreekt over de aard en omvang van het werk dat CARPHA verricht, over de resultaten van het werk, over samenwerking met wereldwijde organisaties zoals de World Health Organization, over de omvang van het budget, de verdeelsleutel en de financiële gevolgen van het geassocieerd lidmaatschap voor elk van de vier landen van het Koninkrijk. De Afdeling merkt ook op dat uit de toelichting niet blijkt wat de lidmaatschapsstatus is van het Koninkrijk binnen de Caribbean Community. De Afdeling vraagt ten slotte om aan te geven op welk moment het oprichtingsverdrag van CAREC vervalt.

De toelichting is aangevuld, in aanmerking genomen het advies van de Afdeling.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan die van Curaçao en aan die van Sint Maarten, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De vice-president van de Raad van State van het Koninkrijk,

J.P.H. Donner

Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen de verdragswijziging vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en tevens over te leggen aan de Staten van Curaçao, de Staten van Aruba en de Staten van Sint Maarten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Herdruk i.v.m. toevoeging letter Eerste Kamer.

X Noot
2

De oorspronkelijke tekst van de toelichtende nota zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
3

Multilateraal Verdrag inzake de exploitatie van het Caribische Centrum voor Epidemiologie, Washington, 24 september 2000, Trb. 2001, 87. Het verdrag is drie keer verlengd, voor de laatste keer zie Trb. 2011, 14. Volgens de verdragenbank van het Ministerie van Buitenlandse Zaken vervalt dat verdrag op 31 december 2014. Het laatste verlengingsverdrag bepaalt echter dat het al eerder kan vervallen, namelijk als voor die datum CARPHA tot stand is gekomen. CARPHA is volgens de verdragenbank op 2 juli 2011 opgericht.

Naar boven