34 124 Beleidsdoorlichting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 10 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 22 december 2016

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brieven van 4 juli 2016 en 18 augustus 2016 over opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting Waterbeheer en aanpassing planning beleidsdoorlichtingen (Kamerstuk 34 124, nrs. 7 en 8).

De vragen en opmerkingen zijn op 23 september 2016 aan de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voorgelegd. Bij brief van 20 december 2016 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, De Roon

Adjunct-griffier van de commissie, Wiskerke

Inbreng VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de opzet en vraagstelling van de beleidsdoorlichting Waterbeheer. Zij benadrukken dat de weg die is ingeslagen met het rapporteurschap bij de begroting van 2016 en het aanvaarden van de moties Smaling c.s. (Kamerstuk 34 300 XVII, nr. 12) en Taverne c.s. (Kamerstuk 34 300 XVII, nr. 13) ook van belang is voor de opzet van beleidsdoorlichtingen van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

1. Deelt het kabinet deze opvatting?

Reactie van het kabinet:

Het kabinet deelt deze opvatting. IOB gaat in zijn beleidsdoorlichtingen zo specifiek mogelijk in op de effectiviteit en doelmatigheid van het beleid. Op basis van gestelde beleidsdoelen en -middelen formuleert IOB de vragen over de uitvoering, efficiency en effectiviteit van het beleid vast, en voor elke vraag stelt ze de te onderzoeken indicatoren, beschikbare informatiebronnen en het benodigd aanvullend onderzoek vast. IOB maakt daarbij gebruik van SMART geformuleerde doelen en streefwaarden.

2. In hoeverre is de wens van de Kamer om meer aandacht te schenken aan het Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART) formuleren van doelen en daarbij gebruik te maken van streefwaarden, prestatiegegevens en effectindicatoren van invloed geweest op de opzet van deze beleidsdoorlichting?

Reactie van het kabinet:

In lijn met het verzoek van de Tweede Kamer schenkt IOB in deze beleidsdoorlichting maximaal aandacht aan de mate waarin doelen SMART zijn geformuleerd en streefwaarden, prestatiegegevens en effectindicatoren zijn opgenomen.

3. De leden van de VVD-fractie lezen in de opzet van de beleidsdoorlichting dat er een bedrag van 697 miljoen euro is gemoeid met 155 activiteiten. Het totaalbedrag wat gemoeid is met het beleidsterrein is 1.595 miljoen euro. Betekent dit dat de rest van dat bedrag (bijna een miljard euro) niet is aangewend voor activiteiten op het gebied van het beleidsterrein en dus ook niet wordt geëvalueerd? Zo nee, waarom niet?

Reactie van het kabinet:

Het overige deel van het budget is aangewend voor activiteiten voor drinkwater en sanitaire voorzieningen. In 2012 is dat deel van het beleidsterrein doorgelicht door IOB (Van infrastructuur naar duurzame impact: beleidsdoorlichting van de Nederlandse bijdrage aan drinkwater en sanitaire voorzieningen (1990–2011)).

4. Wordt gebruik gemaakt van interviews bij de evaluatie? Zo ja, wie worden allemaal geïnterviewd en wat is de motivering voor die keuzes?

Reactie van het kabinet:

IOB hanteert diverse onderzoeksinstrumenten. IOB verzamelt ook informatie via interviews. In de evaluatiematrix die als bijlage in de Terms of Reference van de beleidsdoorlichting is opgenomen (bijlage bij Kamerstuk 34 124, nr. 7), staat aangegeven wie IOB zal interviewen. Dit betreft onder andere betrokkenen van ministeries, kennisinstellingen, NGO’s en bedrijven in Nederland en autoriteiten, uitvoerders en doelgroepen in partnerlanden. IOB wil dit zo breed mogelijk informatie verzamelen over de beleidsuitvoering en de resultaten.

Naar boven