34 085 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 december 2014

De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 4 december 2014 voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken. Bij brief van 11 december 2014 ze door de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Vermeij

De adjunct-griffier van de commissie, De Vos

1. Kunt u inzicht geven in de afwikkeling van de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO)- en Research en Development Aftrek (RDA)-aanvragen 2013 en 2014?

Voor 2013 verwijs ik u naar de publicatie «Focus op speur- en ontwikkelingswerk. Het gebruik van de WBSO/RDA in 2013». De publicatie is te vinden op de website van rvo.nl. De publicatie voor 2014 verschijnt naar verwachting in juni 2015.

2. De begroting Economische Zaken 2015 liet een verschuiving zien van RDA naar WBSO voor dat jaar, wordt er in 2014 momenteel ook al geschoven hiertussen?

Ja, zoals aangegeven in Belastingplan 2014 is voor 2014 (en verder) structureel € 60 mln van het budget van de RDA naar het budget van de S&O-afdrachtvermindering (WBSO) verplaatst. Het RDA-budget voor 2015 en verder, zoals genoemd in de begroting 2015, betreft het beschikbare budget, inclusief technische inboekingen. Voorts zal nader worden onderzocht of het wenselijk is de RDA en WBSO per 2016 te integreren, zoals opgenomen op blz. 66 van de EZ-begroting 2015.

3. Kunt u voortaan in de begrotingsstukken duidelijker aangeven bij begrotingsposten in hoeverre die posten bestaan uit reeds aangegane verplichtingen, reserveringen en garantiestellingen?

De begrotingsstukken worden opgesteld volgens de meest recente Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Overeenkomstig deze voorschriften wordt in de Ontwerpbegroting de budgettaire meerjarenplanning gepresenteerd en de bijbehorende budgetflexibiliteit op het niveau van de instrumentcategorieën (subsidies, garanties, opdrachten enz.). In de budgettaire tabellen van de begrotingsstukken treft u verder specifieke informatie aan over de verplichtingen inclusief het deel garantieverplichtingen, het percentage juridisch verplicht voor het betreffende begrotingsjaar en een specificatie van de uitgaven en ontvangsten. Informatie over de budgettaire wijzigingen gedurende het uitvoeringsjaar voor zowel de (garantie)verplichtingen, uitgaven en ontvangsten wordt opgenomen in de suppletoire begrotingen. Ook hier handelt EZ volgens de begrotingsvoorschriften.

4. Waarom vindt de herschikking van kapitaal van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) niet in 2014 plaats?

In tegenstelling tot de verwachting in het voorjaar, bleek het op basis van de actuele kapitaalbehoefte van de verschillende ROM’s niet nodig in 2014 tot een herschikking van kapitaal over te gaan. In 2015 zal ik opnieuw bezien of en in welke mate een herschikking van kapitaal gewenst en mogelijk is. De eventuele verwerking hiervan zal dan plaatsvinden op beleidsartikel 19 Toekomstfonds, omdat de deelnemingen in de ROM’s dan in het Toekomstfonds zijn ondergebracht.

5. Kunt u toelichten waarom het beroep op de Compensatieregeling Energie-intensieve bedrijven (ETS) lager uitviel dan verwacht?

De regeling is opgesteld op basis van Europese staatsteun richtsnoeren. Die bepaalt dat de maximale steun met name afhankelijk is van de gemiddelde elektriciteitsconsumptie in de referentieperiode 2005–2011. Vooraf werd een hogere inschatting gemaakt van de elektriciteitsconsumptie van alle potentiele aanvragers. In de praktijk viel één van de potentiele grote aanvragers af wegens faillissement en diende een aantal relatief grote aanvragers geen aanvraag in.

6. Waarom wordt alsnog in 2014 25 miljoen euro toegevoegd aan het Toekomstfonds? Kan dit bedrag nog daadwerkelijk uitgegeven worden in 2014? Is het Toekomstfonds al operationeel in 2014?

In 2014 is € 25 mln voor het Toekomstfonds beschikbaar gesteld voor investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek. Omdat het Toekomstfonds is verwerkt in de nota van wijziging bij de begroting 2015 (TK, 34 000 XIII nr. 11), wordt de € 25 mln in 2014 tijdelijk verantwoord onder het Innovatiefonds MKB+. Dit budget komt in 2014 nog niet tot besteding, onder andere omdat het Toekomstfonds nog niet volledig operationeel is. Zoals is toegelicht in de 2e suppletoire begroting 2014 zal het budget, dat in 2014 niet tot besteding komt, bij Voorjaarsnota 2015 alsnog worden toegevoegd aan het Toekomstfonds (beleidsartikel 19).

7. Wat is de reden dat de herschikking van kapitaal van de ROM’s niet zoals verwacht in 2014 plaats kan vinden? Wanneer zal deze herschikking wel kunnen plaatsvinden?

Zie antwoord op vraag 4.

8. Kunt u ten aanzien van het School als Kenniscentrum een toelichting geven op het «verschuiven naar de komende jaren»?

Het betreft uitfinanciering van projecten in het groen onderwijs. Een deel van de uitgaven wordt na 2014 verricht in verband met een langer dan geraamde tijd nodig voor definitie en opstart van de projecten.

9. Waarom wordt de 9,7 miljoen euro voor scheepsbouwfinanciering nu al in mindering gebracht? Waarom wordt niet gewoon het einde van het jaar afgewacht, zoals met andere regelingen?

Vanwege het beperkte gebruik van de Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering, waarover ik u eerder heb geïnformeerd (TK, 32 637 nr. 152), worden in 2014 nauwelijks premieontvangsten verwacht, waardoor een neerwaartse bijstelling noodzakelijk was. Tegelijkertijd worden ook geen uitgaven voor verliesdeclaraties verwacht, waardoor tegenover deze bijstelling van de ontvangsten ook een verlaging van de uitgaven kan worden doorgevoerd. Deze begrotingswijzigingen zijn doorgevoerd om bij Najaarsnota een actueel beeld te geven van de voorziene uitgaven en ontvangsten.

10. Voor welke kosten wordt de extra bijdrage van 10 miljoen euro voor de Kamer van Koophandel gegeven? Waarom bleek een extra bijdrage van een veel lagere orde voor de fraudehelpdesk en het centrum voor ambachtseconomie niet mogelijk?

De extra bijdrage aan de Kamer van Koophandel wordt verstrekt ter (gedeeltelijke) compensatie van de extra personele transitiekosten waarmee de (nieuwe) Kamer van Koophandel zich per 1 januari 2014 geconfronteerd zag als gevolg van de invaring van Syntens. Het gaat hier om onvermijdelijke kosten voor sociaal flankerend beleid die de Kamer in 2014 op zich heeft moeten nemen in de vorm van een additionele voorziening.

Bij de behandeling van de begroting 2015 in de Tweede Kamer op 16 oktober 2014 heb ik reeds gereageerd op het voorstel van de Tweede Kamer voor een extra bijdrage aan de Fraudehelpdesk (TK, 34 000 XIII nr. 14). Het amendement is niet aangenomen.

Voor mijn reactie op de motie met betrekking tot ondersteuning van een verdere uitrol van een digitaal kenniscentrum voor de ambachten (TK, 33 750 XIII nr. 24) verwijs ik u naar mijn brief aan de Tweede Kamer van 22 januari 2014 (TK, 33 750 XIII nr. 109).

11. Kunt u toelichten welke financiële afspraken u heeft gemaakt met de provincies over de bijdragen aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om tot een efficiënter en effectiever stelsel voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer te komen? Waarom vindt verhogen plaats in de bijdrage aan de RVO met 1,2 miljoen euro in verband met het feit dat de provincies een bijdrage leveren ten behoeve van de werkzaamheden die de RVO verricht met betrekking tot het Plattelands Ontwikkelingsprogramma?

Voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer vindt in de periode 2014 t/m 2016 een omslag plaats naar een nieuw stelsel met een collectieve benadering. Boeren doen niet meer individueel mee, maar in plaats daarvan doet een collectief een aanvraag bij de overheid, bijvoorbeeld een agrarisch natuurvereniging. Deze transitie brengt extra kosten met zich mee zoals extra uitvoeringskosten als gevolg van de introductie van het nieuwe stelsel en het gelijktijdig afbouwen van het oude, ICT-kosten om de subsidieaanvragen van collectieven te kunnen verwerken en kosten voor een professionaliseringsslag van collectieven. Over de uit te voeren taken en de extra kosten tijdens de transitieperiode hebben Rijk en provincies afspraken gemaakt wie de taken gaat uitvoeren en wie de kosten daarvan draagt.

Met ingang van 16 oktober 2013 is het betaalorgaan voor het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling overgegaan van DLG naar RVO. Het betaalorgaan verricht werkzaamheden voor de provincies. De vergoeding hiervoor maken de provincies over naar EZ. Deze inkomsten zijn geraamd op de EZ-begroting en worden toegevoegd aan het uitvoeringsbudget van RVO (desaldering).

12. Waarom wordt er minder uitgegeven aan personele uitgaven en sociaal flankerend beleid?

Voor de invulling van de personele apparaatstaakstelling van het huidige kabinet heeft het Ministerie van Economische Zaken budget voor Sociaal Flankerend Beleid (SFB) gereserveerd. Hiermee worden diverse stimuleringsinstrumenten gefinancierd om ambtelijk personeel te begeleiden van werk naar werk. Het beroep op de instrumenten van het sociaal flankerend beleid is lager dan waar oorspronkelijk rekening mee was gehouden, omdat minder medewerkers dan voorzien ervoor gekozen hebben om gebruik te maken van de beschikbare faciliteiten.

Overigens is per saldo in de 2e suppletoire begroting op de post «Personele uitgaven kerndepartement» geen sprake van lagere uitgaven, maar van een stijging in de uitgaven van € 2 mln, zoals toegelicht in de 2e suppletoire begroting.

13. Waaraan zijn de middelen voor «digitalisering regionale radio» precies besteed?

De post «digitalisering regionale radio» betreft de compensatie die de Stichting ROOS (Regionale Omroep Overleg en Samenwerking) ontvangt voor de uitrol van digitale etherradio (DAB+). Uiteindelijk zal het grootste deel van deze middelen worden ingezet voor de kosten van het digitale radionetwerk. Dit netwerk is echter nog niet operationeel. De voorbereidingen voor de inkoopprocedure van het netwerk hebben langer geduurd dan was gedacht. Hierdoor kon de bijdrage voor 2014 naar beneden worden bijgesteld. Uit de bijdrage voor 2014 zullen onder andere kosten voor ondersteuning bij de aanbesteding, kosten voor de (technische) netwerkplanning en kosten voor juridisch advies worden voldaan.

14. Is er een logische koppeling tussen aflossingen DLO en hogere bijdragen van derden voor onderzoeksprojecten?

Nee, er is geen relatie tussen beide zaken. Het betreft beide ontvangsten, maar met een verschillend doel.

15. Wat is de oorzaak van de aframing PIANOo/Tendernet en welke invloed heeft dit op de begroting voor 2015?

De Rijksbegrotingsvoorschriften schrijven voor dat de uitgaven aan het Agentschap DICTU voor de opdracht van ICT werkzaamheden voor beheer, onderhoud, nieuwbouw en ontwikkeling van TenderNed in de begroting worden verantwoord onder het instrument Bijdragen aan Agentschappen. Daarom wordt jaarlijks in het lopende jaar, op basis van de feitelijk opdracht aan DICTU, budget overgeboekt van het PIANO/TenderNed budget naar de DICTU bijdrage. In 2014 is bij tweede suppletoire begroting € 3,9 mln overgeboekt naar DICTU voor ICT werkzaamheden. Dit heeft geen gevolgen voor het PIANOo/TenderNed budget in 2015.

16. Kunt u een toelichting geven op het feit dat er geen herschikking van kapitaal van ROM’s zal plaatsvinden, waardoor geen ontvangsten worden gerealiseerd?

Zie antwoord op vraag 4.

17. Wat is de reden dat de investeringsbeslissing voor het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD) niet zoals verwacht in 2014 wordt genomen? Wanneer kan deze beslissing wel worden genomen?

Bij het ROAD-project is nog geen sprake van een sluitende business case. De Europese Commissie is samen met het ministerie in overleg met alle betrokken partijen om een oplossing te zoeken. In februari 2015 zal EU-commissaris Canete een nieuwe bijeenkomst organiseren met alle partijen. Dan zal er meer duidelijkheid moeten komen over de toekomst van ROAD.

Met het beantwoorden van deze vraag, en drie onderstaande vragen over het ROAD project, geef ik ook invulling aan het verzoek dat de Kamer tijdens het AO Energieraad van 3 december jl. heeft gedaan, om geïnformeerd te worden over de stand van zaken ROAD.

18. Wat zijn de reeds eerder gedane investeringen in het ROAD-project? Blijft de 33,8 miljoen euro gereserveerd voor het ROAD-project?

In 2010 is door EZ aan ROAD een eerste voorschot betaald van € 15,3 mln. Bij het ROAD-project is echter nog geen sprake van een sluitende business case. Als gevolg hiervan is nog geen finale investeringsbeslissing genomen. Dit betekent dat het project in 2014 nog geen doorgang vindt en de door EZ voor 2014 geraamde kasuitgaven aan ROAD niet zullen plaatsvinden. Uitgavenbudgetten zijn jaargebonden. Het genoemde ROAD budget dat in 2014 niet tot besteding komt, wordt daarom niet automatisch «geoormerkt» doorgeschoven naar 2015. Indien en wanneer de in 2014 niet bestede middelen voor ROAD in 2015 alsnog nodig zijn, wordt binnen het geheel van de (mee- en tegenvallers binnen de) EZ-begroting bezien of inpassing budgettair mogelijk is.

19. Wat zijn de afspraken die gemaakt zijn in het kader van de twee nieuwe kolencentrales in combinatie met ROAD CCS demonstratieproject?

Tussen het Rijk en de twee betrokken bedrijven (E.on en GDF-Suez) zijn geen afspraken gemaakt in het kader van de twee nieuwe kolencentrales in combinatie met ROAD. De gemeente Rotterdam is vergunningverlener voor de kolencentrales en de CO2 afvanginstallatie.

20. In het licht van het feit dat de investeringsbeslissing – net als voorgaande jaren- niet genomen is, is de Minister bereid te bezien of er wellicht met andere partners wel te komen is tot realisering van het ROAD project? Zo nee, waarom niet?

Ja, op dit moment zijn er al gesprekken gaande met andere landen om deel te nemen aan ROAD. Noorwegen, Duitsland en Frankrijk hebben al aangegeven in principe bereid te zijn aan ROAD bij te dragen. EU-commissaris Canete heeft het voortouw bij deze gesprekken.

21. Hebben de recente ontwikkelingen rondom de vogelgriep in Nederland invloed op de bijdrage aan het Diergezondheidsfonds? Zo ja, hoe zit dat? Zo nee, waarom niet?

De bijdrage van het bedrijfsleven aan het DGF is gebaseerd op de afspraken met het Productschap Zuivel (PZ), Productschap Vee en Vlees (PVV) en Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) in het convenant Financiering bestrijding besmettelijke dierziekten LNV – PVV – PPE – PZ (Stcrt. Nr. 11754, d.d. 26 juli 2010). Deze afspraken zijn in grote lijnen als volgt: het bedrijfsleven financiert, na aftrek van de EU-bijdrage, de bestrijdingskosten (inclusief verdenkingen) voor 100% tot het afgesproken plafond, monitoringsprogramma’s en voorzieningen ten behoeve van de bestrijding voor 50%. Deze financiering betreft alleen bedrijfsmatig gehouden dieren. Overige kosten en kosten voor de bestrijding van de dierziekte uitbraken boven het afgesproken plafond, worden gedragen door het Rijk. De plafondbedragen per diersoort zoals deze voor de periode 2010 tot en met 2014 zijn overeengekomen, zijn opgenomen in de Rijksbegroting 2014, onderdeel Diergezondheidsfonds (DGF 2014, blz. 5). De plafonds worden jaarlijks, achteraf geïndexeerd. Het plafond is medio december nog niet bereikt. Bij slotwet worden de ontwikkelingen rond vogelgriep meegenomen en verwerkt.

22. Welke aanvullende opdrachten zijn door het ministerie gegeven aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)?

Er is sprake van meer gevraagde beleidsadviezen in verband met aan de Tweede Kamer gedane toezeggingen, onder meer met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw, het particulier gebruik van neonicotinoïden, de herbeoordeling van middelen op basis van metamnatrium, de Green Deal, de herbeoordeling van azolen en de herbeoordeling van omwonenden. Daarnaast is een extra vrijstellingsadvies gevraagd en zijn meer kosten gemaakt voor bezwaar en beroep.

23. Hoeveel van de verhoging van 1,1 miljoen euro voor de NVWA valt onder de transitiekosten bij de overname van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (PBO)-taken? Hoe zal dit bedrag zich ontwikkelen?

Van het genoemde bedrag heeft € 0,3 mln betrekking op transitiekosten. Dit is een eenmalig bedrag dat op basis van de actuele inzichten in 2014 benodigd is.

24. Waarom is de bijdrage aan de Wageningen UR afgenomen?

In het kader van het programma Zwaartekracht is een bedrag van € 2,2 mln in mindering gebracht op de rijksbijdrage Wageningen UR. Het bedrag is overgeboekt naar het Ministerie van OCW. Het bedrag wordt via NWO als tweede geldstroom, gekoppeld aan het Zwaartekrachtprogramma, ingezet.

Naar boven