Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 34085-X nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 34085-X nr. 3 |
Vastgesteld 12 december 2014
De vaste commissie voor Defensie, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 4 december 2014 voorgelegd aan de Minister van Defensie. Bij brief van 11 december 2014 ze door de Minister van Defensie beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
1
Blijft onderuitputting op uw begroting volledig voor u behouden via de eindejaarsmarge of wordt een deel hiervan «afgeroomd» door de Minister van Financiën?
5
Welke afspraken zijn gemaakt met de Minister van Financiën rondom de uitvoering van de onbeperkte eindejaarsmarge voor investeringen en past het gebruik van een kasschuif bij de tweede suppletoire begroting daarbinnen?
6
In hoeverre is bij uw begroting ook sprake van onderuitputting op niet-investeringsuitgaven?
17
Welke afspraken zijn er gemaakt met de Minister van Financiën rondom de uitvoering van de onbeperkte eindejaarsmarge voor investeringen en past het gebruik van een kasschuif bij de tweede suppletoire begroting daarbinnen?
Voor artikel 6 «Investeringen krijgsmacht» is met het Ministerie van Financiën een onbeperkte eindejaarsmarge afgesproken. Deze afspraak houdt in dat onderrealisatie binnen het begrotingsartikel 6 Investeringen onbeperkt mag worden meegenomen en herfasering van het investeringsbudget naar enig jaar tot de mogelijkheden behoort. Het meenemen van een deel van de middelen naar 2015 zoals voorgesteld bij de tweede suppletoire begroting, past binnen deze regeling. Er is geen sprake van onderrealisatie op de overige artikelen. Er wordt geen budget afgeroomd.
2
Voorziet de Najaarsnota in incidentele dan wel structurele extra bezuinigingen op uw begroting? Zo ja, welke?
Nee, de Najaarsnota bevat voor Defensie geen incidentele of structurele bezuinigingen.
3
Kunt u toelichten welke investeringen in materieel in 2014 komen te vervallen of worden uitgesteld, nu de uitgaven bij uw tweede suppletoire begroting met 166,7 miljoen euro worden bijgesteld?
12
Klopt het dat van de geraamde 805 miljoen euro aan investeringen in nieuw materieel slechts 595,6 miljoen euro overblijft? Hoe beoordeelt u deze forse daling in het licht van de lage investeringsquote en uw ambitie om deze snel te verhogen? Welke projecten zijn uitgesteld of komen te vervallen?
16
Kunt u toelichten welke investeringen in materieel in 2014 komen te vervallen of worden uitgesteld nu de uitgaven bij de tweede suppletoire begroting van Defensie met 166,7 miljoen euro worden bijgesteld?
In de ontwerpbegroting (inclusief nota van wijziging) werd uitgegaan van investeringen voor nieuw materieel ter hoogte van € 806 miljoen. Bij de 1e suppletoire wet was dit € 762,3 miljoen. In de 2e suppletoire wet wordt geschat dat in 2014 voor € 595,6 miljoen hiervan aan uitgaven zal worden gerealiseerd. Dit betekent een verlaging ten opzichte van de 1e suppletoire begroting van € 166,7 miljoen. De investeringsquote daalt door de verschuiving naar 14 procent. Dit is een kleine stijging ten opzichte van 2013, waarin deze nog 13,6 procent bedroeg.
Het streven is deze stijgende lijn voort te zetten en de investeringsquote, inclusief de realisatie daarvan, de komende jaren terug te brengen naar de gewenste 20 procent. Dit blijkt in de praktijk een uitdaging door knelpunten in de verwervingsketen en onverwachte vertragingen bij veel projecten. Er zijn inmiddels maatregelen genomen die het komende jaar hun vruchten moeten afwerpen (zie ook het antwoord op vraag 13). Het investeringsplan wordt daarop aangepast, rekening houdend met de mogelijkheden, de noodzaak en de wenselijkheid van financiële verschuivingen binnen alle investeringsprojecten in dat plan.
Bij onder meer de volgende projecten is sprake van een in de 2e suppletoire begroting 2014 verlaagd uitgavenbudget. Deze uitgaven zullen in latere jaren tot realisatie komen.
– Vervanging F-16: Onder meer vanwege vertraging in de levering en facturering van bijkomende middelen voor de afgeleverde testtoestellen zijn enkele betalingen doorgeschoven naar 2015.
– Vervanging Wielvoertuigen: De vertraging wordt grotendeels veroorzaakt door de latere beschikbaarheid van testmiddelen, waarvan de productie van sommige voertuigen afhankelijk is.
– AH-64D Upgrade: Als gevolg van nieuwe contractonderhandelingen tussen de Amerikaanse overheid en de Amerikaanse industrie wijzigt het betalingsschema.
– VOSS: Er is een vertraging vanwege een juridische procedure over de aanbesteding.
– Vervanging genie- en doorbraaktank: Door latere levering van enkele voertuigen wordt minder gerealiseerd.
– HV-brillen: Er is vertraging in de aanbestedingsprocedure vanwege een geschil met een leverancier. Dit geschil is inmiddels opgelost.
– Male UAV en Klein kaliber wapens: Vanwege uitloop in deze projecten komen enkele aanloopkosten niet tot realisatie.
4
Kunt u toelichten welke investeringen in Informatie- en communicatietechnologie (ICT) in 2014 komen te vervallen of worden uitgesteld, nu de uitgaven met 31,1 miljoen euro worden bijgesteld in uw tweede suppletoire begroting 2014?
14
Kunt u toelichten welke investeringen in ICT in 2014 komen te vervallen of worden uitgesteld, nu de uitgaven met 31,1 miljoen euro worden bijgesteld in uw tweede suppletoire begroting 2014?
15
Waarom zijn de uitgaven voor investeringen in ICT gedaald van 91,1 miljoen euro naar 62,8 miljoen euro? Hoe verklaart u deze daling met 30%, mede in het licht van de ernstige ICT-problematiek, en waarom ontbreekt een toelichting?
Het uitgavenbudget voor investeringen in ICT is met € 31,1 miljoen verlaagd, omdat meerdere kleine projecten zijn vertraagd zoals HF-zenders en een draagbaar peil- en interceptiesysteem, maar ook MilSatCom. De projecten schuiven door naar 2015, ze vervallen niet. Het betreft in alle gevallen projecten die geen directe relatie hebben met de ICT-problematiek waar ik u eerder over heb geïnformeerd (Kamerstuk 31 125, nr. 34 van 1 juli jl.).
5
Welke afspraken zijn gemaakt met de Minister van Financiën rondom de uitvoering van de onbeperkte eindejaarsmarge voor investeringen en past het gebruik van een kasschuif bij de tweede suppletoire begroting daarbinnen?
6
In hoeverre is bij uw begroting ook sprake van onderuitputting op niet-investeringsuitgaven?
Zie het antwoord op vraag 1.
7
Wat zijn de effecten van de kasschuifinvesteringen ter waarde van 68 miljoen euro op het voortzettingsvermogen, de gereedstelling, de inzet en de investeringsquote?
8
Kunt u nader toelichten waarom er sprake is van een onderuitputting van 68 miljoen euro bij uw investeringsuitgaven? Kunt u daarbij ook aandacht besteden aan de onderliggende verschuivingen tussen de investeringen in nieuw materieel en investeringen in infrastructuur, mede in het licht van artikel 6 van de tweede suppletoire wet Defensie?
18
Waarom gaat u in uw toelichting over de investeringen vooral in op de verplichtingen en niet op de uitgaven, terwijl het saldo van de uitgaven een onderuitputting van 68 miljoen euro is? Kunt u dit saldo en de daarbij behorende mutaties uitgebreider toelichten?
De investeringen in materieel zijn in 2e suppletoire begroting 2014 in totaal met € 166,7 miljoen verlaagd op grond van de realisatie. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door verschuivingen in de projecten Vervanging F-16, vervanging wielvoertuigen, AH-64D Upgrade, VOSS, Vervanging genie- en doorbraaktank, HV-brillen, Male UAV en Klein kaliber wapens (zie ook het antwoord op vraag 3). Gecombineerd met diverse andere over- en onderrealisaties, waaronder die bij de investeringen in infrastructuur, resulteert dat in de verschuiving van bijna € 68 miljoen naar latere jaren. Er komen geen projecten te vervallen. De vertragingen worden verwerkt in het investeringsplan en de uitgaven zullen later alsnog worden gerealiseerd.
De vertragingen leiden niet direct tot verminderde inzetbaarheid, omdat gereedstelling en onderhoud van wapensystemen worden betaald uit exploitatiebudgetten. Als de achterstand niet wordt ingelopen zijn de potentiële operationele consequenties van de onderrealisatie een latere invoering van de genoemde wapensystemen en mogelijk een veroudering van te vervangen of aan te passen systemen, waardoor op de langere termijn de inzetbaarheid van die systemen onder druk komt te staan of de onderhoudskosten toenemen. De investeringsquote daalt door de verschuiving naar 14 procent. Het streven is om de investeringsquote, inclusief de realisatie daarvan, de komende jaren terug te brengen naar de gewenste 20 procent. Zie hiervoor ook de vragen 3 en 13.
De budgettaire ruimte die is ontstaan door de uitgestelde investeringen bij bovengenoemde materieelprojecten, wordt benut om leningen op enkele panden, waaronder de lening voor de Koningin Maximakazerne op Schiphol, versneld af te lossen. De verschuiving tussen investeringen in nieuw materieel en investeringen in infrastructuur maken de overdracht van de Defensie Vastgoed Dienst (DVD) aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken mogelijk.
9
Waarom is nu al besloten om bij de Najaarsnota per saldo 68 miljoen euro via de eindejaarsmarge door te schuiven naar latere jaren, terwijl dit normaal gesproken bij de slotwet bepaald wordt?
In de 2e suppletoire begroting dienen alle beleidsmatige mutaties te worden opgenomen en daarmee wordt het vermoedelijke beloop aan het eind van het jaar weergeven. Omdat deze verschuiving reeds werd voorzien, moet deze daarin worden meegenomen.
10
Wat zijn de redenen voor het lagere aantal aanvragen van reders voor vessel protection detachments (VPD's), te weten 60 in plaats van de begrote 75? In hoeverre hebben de kosten die u bij de reders in rekening brengt hier iets mee te maken?
In 2014 zijn circa 60 aanvragen ingediend. Het is op basis van de beschikbare gegevens niet mogelijk vast te stellen waarom het aantal aanvragen achterblijft bij de schatting.
11
Waarom wordt 0,8 miljoen euro overgeheveld van uw budget voor de Koninklijke Marechaussee (KMAR) naar de Minister van Veiligheid en Justitie, ter financiering van formatieplaatsen bij de Dienst Terugkeer en Vertrek? Is dit een structurele maatregel en/of een bezuiniging op Defensie?
De Koninklijke Marechaussee vulde op detacheringsbasis een aantal formatieplaatsen bij de Dienst Terugkeer en Vertrek. Sinds 1 juli 2014 worden deze formatieplaatsen weer gevuld door personeel van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De overheveling van het bijbehorende budget is structureel.
12
Klopt het dat van de geraamde 805 miljoen euro aan investeringen in nieuw materieel slechts 595,6 miljoen euro overblijft? Hoe beoordeelt u deze forse daling in het licht van de lage investeringsquote en uw ambitie om deze snel te verhogen? Welke projecten zijn uitgesteld of komen te vervallen?
Zie het antwoord op vraag 3.
13
Wat zijn de consequenties van de enorme daling van de begrote verplichtingen van 1.617 miljoen euro naar 903 miljoen euro? Kunt u hierbij ook uitgebreid ingaan op de huidige lage investeringsquote en uw ambitie om deze op korte termijn fors te verhogen, de knelpunten in de gehele verwervingsketen, alsmede mogelijke boeggolfeffecten in de toekomst?
19
Wat zijn de effecten van de neerwaartse bijstelling van 245 miljoen euro van de investeringsverplichtingen op uw voortzettingsvermogen, de gereedstelling, inzet en de investeringsquote?
20
Welk percentage bedraagt de investeringsquote van Defensie voor 2014 na de neerwaartse bijstelling van 245 miljoen euro op de verplichtingen?
21
Is de geplande stijging van de investeringsquote, zoals weergegeven in uw begroting 20151, nog realistisch na de neerwaartse bijstelling van 245 miljoen euro op de investeringsverplichtingen?
Op korte termijn heeft het verlagen van de verplichtingen geen gevolgen. Verplichtingen worden in enig jaar aangegaan, maar de uitgaven worden over latere jaren gespreid. Een verlaging van het budget voor verplichtingen in 2014 leidt daarom niet in hetzelfde jaar tot uitstel of afstel van investeringen, maar kan, zonder nadere maatregelen, wel effect hebben op latere jaren.
Enkele grote verplichtingen zoals het project Verbeterd Operationeel Systeem Soldaat (VOSS) en Helderheidsversterkende brillen zijn, in tegenstelling tot de verwachting, dit jaar niet tot aanbesteding gekomen. Deze verplichtingen zullen in latere jaren alsnog worden aangegaan. De begrote verplichtingen zijn met deze mutaties in lijn gebracht met de daadwerkelijk aan te gane verplichtingen.
Op de korte termijn hebben dergelijke bijstellingen geen effect op het voortzettingsvermogen, de gereedstelling en inzet. Omdat de investeringsquote wordt berekend over de uitgaven en niet over de verplichtingen, heeft de verlaging ook geen effect op de investeringsquote. Uitstel betekent bovendien geen afstel. Verplichtingen die nog niet zijn aangegaan worden op een later moment wel aangegaan.
Het herstel van de investeringsquote heeft hoge prioriteit. De maatregelen voor 2015 en verder richten zich enerzijds op het vergroten van de investeringsmogelijkheden, maar anderzijds vooral ook op het wegnemen van de onderliggende structurele oorzaken. Daarvoor lopen inmiddels vier trajecten: een taskforce onderrealisatie, een onderzoek naar de «voorzien in»-keten, de evaluatie en herziening van het Defensie Materieel Proces (DMP) en ten slotte de uitbreiding van de personele capaciteit van de DMO. De effecten moeten de komende jaren zichtbaar worden. Het realiseren van de investeringsquote zoals die is opgenomen in de begroting 2015, inclusief de nota van wijziging, is een ambitieuze opgave, ook omdat de realisatie afhankelijk is van vele factoren die slechts ten dele door Defensie zijn te beïnvloeden.
14
Kunt u toelichten welke investeringen in ICT in 2014 komen te vervallen of worden uitgesteld, nu de uitgaven met 31,1 miljoen euro worden bijgesteld in uw tweede suppletoire begroting 2014?
15
Waarom zijn de uitgaven voor investeringen in ICT gedaald van 91,1 miljoen euro naar 62,8 miljoen euro? Hoe verklaart u deze daling met 30%, mede in het licht van de ernstige ICT-problematiek, en waarom ontbreekt een toelichting?
Zie het antwoord op vraag 4.
16
Kunt u toelichten welke investeringen in materieel in 2014 komen te vervallen of worden uitgesteld nu de uitgaven bij de tweede suppletoire begroting van Defensie met 166,7 miljoen euro worden bijgesteld?
Zie het antwoord op vraag 3.
17
Welke afspraken zijn er gemaakt met de Minister van Financiën rondom de uitvoering van de onbeperkte eindejaarsmarge voor investeringen en past het gebruik van een kasschuif bij de tweede suppletoire begroting daarbinnen?
Zie het antwoord op vraag 1.
18
Waarom gaat u in uw toelichting over de investeringen vooral in op de verplichtingen en niet op de uitgaven, terwijl het saldo van de uitgaven een onderuitputting van 68 miljoen euro is? Kunt u dit saldo en de daarbij behorende mutaties uitgebreider toelichten?
Zie het antwoord op vraag 7.
19
Wat zijn de effecten van de neerwaartse bijstelling van 245 miljoen euro van de investeringsverplichtingen op uw voortzettingsvermogen, de gereedstelling, inzet en de investeringsquote?
20
Welk percentage bedraagt de investeringsquote van Defensie voor 2014 na de neerwaartse bijstelling van 245 miljoen euro op de verplichtingen?
21
Is de geplande stijging van de investeringsquote, zoals weergegeven in uw begroting 20152, nog realistisch na de neerwaartse bijstelling van 245 miljoen euro op de investeringsverplichtingen?
Zie het antwoord op vraag 13.
22
Om welke betalingen gaat het bij de budgetoverheveling van 2,4 miljoen euro naar het Commando Diensten Centrum (CDC) in het kader van het Publiek Private Samenwerking (PPS) contract voor de Kromhout Kazerne?
De budgetoverheveling betreft een afspraak tussen de Ministeries van Financiën en Defensie over de financiering van de PPS Kromhoutkazerne. In ruil voor de verkoopopbrengst van een viertal objecten (Knoopkazerne Utrecht, Binckhorsthof Den Haag, Hoge Weg Utrecht en LC Kanaalweg Utrecht), ontvangt Defensie een structurele reeks van € 4,3 miljoen per jaar voor de exploitatie van de Kromhoutkazerne. Inmiddels heeft Defensie een structurele reeks van circa € 1,9 miljoen ontvangen op grond van de verkoop van de Knoopkazerne. Zolang de overige objecten niet zijn verkocht, moet Defensie het restant van (momenteel € 2,4 miljoen) vrijmaken voor een sluitende exploitatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34085-X-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.