34 085 IV Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

2

     

B.

Begrotingstoelichting

3

     

1.

Leeswijzer

3

     

2.

Het beleid

3

2.1

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

2.2

De beleidsartikelen

4

2.3

Het niet-beleidsartikel

6

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting 2014.

De stand van de tweede suppletoire begroting wordt opgebouwd door middel van de mutaties vanaf de stand van de vastgestelde begroting 2014.

Dit begrotingshoofdstuk valt onder het regime voor «kleine begrotingen» en heeft geen apart centraal apparaatsartikel. De apparaatsuitgaven zijn opgenomen onder artikel 2.

Tabel budgettaire gevolgen van beleid

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden alle mutaties opgenomen, zowel beleidsmatige als technische. Bij de tabel is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij de mutaties boven € 1 miljoen.

De gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) is de stand per 1 oktober 2014.

2. Het beleid

2.1. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Opbouw uitgaven (x € 1.000)
 

Art. nr.

2014

Stand ontwerpbegroting 2014

 

255.753

     

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

6.392

     

Nieuwe mutaties:

 

165.072

Lopende inschrijving

2.4

165.072

     

Overige mutaties

 

– 358

Stand 2e suppletoire 2014

 

426.859

Opbouw ontvangsten (x € 1.000)
 

Art. nr.

2014

Stand ontwerpbegroting 2014

 

32.215

     

Mutaties 1e suppletoire begroting

 

4.437

     

Nieuwe mutaties:

   
     

Overige mutaties

 

4.249

Stand 2e suppletoire 2014

 

40.901

Lopende inschrijving

De landen Curaçao en Sint Maarten hebben in het kader van de rijkswet financieel toezicht de mogelijkheid om, indien het College financieel toezicht (Cft) een positief advies geeft, via een lopende inschrijving leningen aan te gaan voor investeringen. Een voorwaarde hierbij is dat Nederland zelf inschrijft. Voor Curaçao is een leenaanvraag van Naf 250,0 mln. (€ 104,5 mln.) voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis ingewilligd. Voor Sint Maarten zijn een drietal leenverzoeken ingediend van totaal Naf 145,4 mln. (€ 60,5 mln.) voor investeringen 2011/2012 (Naf 45,4 mln.), voor investeringen 2014 (Naf 60,0 mln.) en voor de afkoop van het regeringsgebouw (Naf 40,0 mln.). Op 2 juni 2014 is de inschrijving geëffectueerd. De kosten en uiteindelijke ontvangsten vallen onder de verantwoordelijkheid van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties.

2.2 De beleidsartikelen

Artikel 1 Waarborgfunctie

Beleidsartikel 1 Waarborgfunctie

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand vastgestelde begroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen:

61.821

61.873

6

61.879

           

Uitgaven:

61.821

61.873

6

61.879

 

Waarvan juridisch verplicht

     

98%

           

1.1

Rechterlijke macht/samenwerkingsmiddelen kustwacht

61.821

61.873

6

61.879

 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

61.821

61.873

6

61.879

 

Grensbewaking

0

6.100

0

6.100

 

Kustwacht

0

35.400

358

35.758

 

Kustwacht en grensbewaking

41.500

0

0

0

 

Recherchecapaciteit

15.968

15.698

0

15.698

 

Rechterlijke macht

4.353

4.675

– 652

4.023

 

Technische Bijstand Waarborgfunctie

0

0

300

300

           

Ontvangsten:

4.857

4.857

358

5.215

Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Beleidsartikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand vastgestelde begroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire

begroting

Stand 2e

supple-

toire

begroting

Verplichtingen:

21.230

28.465

164.896

193.361

           

Uitgaven:

192.709

199.944

164.896

364.840

 

Waarvan juridisch verplicht

     

97%

           

2.1

Apparaat

8.647

9.876

0

9.876

 

Personele uitgaven

5.738

8.272

-363

7.909

 

Eigen personeel

5.488

7.998

-416

7.582

 

Externe inhuur

0

24

53

77

 

Overig personeel

250

250

0

250

 

Materiële uitgaven

2.909

1.604

363

1.967

 

Overig materieel

2.909

1.604

363

1.967

           

2.2

duurzame economische ontwikkeling

11.583

17.244

-176

17.068

 

Subsidies

954

954

20

974

 

IUCN

954

954

0

954

 

Subsidies Caribisch Nederland

0

0

20

20

 

Inkomensoverdracht

5.009

5.009

-639

4.370

 

Pensioenen

5.009

5.009

-639

4.370

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

1.871

1.871

 

Sociaaleconomische initiatieven BES

0

0

1.871

1.871

 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

5.620

11.281

-1.428

9.853

 

Samenwerkingsprogramma`s

5.620

11.281

-1.428

9.853

           

2.4

Schuldsanering

172.479

172.824

165.072

337.896

 

Leningen

172.479

172.824

165.072

337.896

 

Lopende inschrijving

172.479

172.479

165.072

337.551

 

Tijdelijke leenfaciliteit

0

345

0

345

           

Ontvangsten:

27.358

31.795

3.891

35.686

2.2. Duurzame economische ontwikkeling

Bijdragen aan medeoverheden

Sociaaleconomische initiatieven BES

Om de middelen voor sociaaleconomische initiatieven in Caribisch Nederland in de begroting inzichtelijk te maken heeft er een technische overboeking plaatsgevonden vanuit het budget van de samenwerkingsprogramma’s.

Bijdragen aan (inter) nationale organisaties

Samenwerkingsprogramma’s

Om de middelen voor sociaaleconomische initiatieven in Caribisch Nederland in de begroting inzichtelijk te maken heeft er een technische overboeking plaatsgevonden vanuit het budget van de samenwerkingsprogramma’s.

2.4 Schuldsanering

Leningen

Lopende inschrijving

De landen Curaçao en Sint Maarten hebben in het kader van de rijkswet financieel toezicht de mogelijkheid om, indien het College financieel toezicht (Cft) een positief advies geeft, via een lopende inschrijving leningen aan te gaan voor investeringen. Een voorwaarde hierbij is dat Nederland zelf inschrijft. Voor Curaçao is een leenaanvraag van Naf 250,0 mln. (€ 104,5 mln.) voor de bouw van het nieuwe ziekenhuis ingewilligd. Voor Sint Maarten zijn een drietal leenverzoeken ingediend van totaal Naf 145,4 mln. (€ 60,5 mln.) voor investeringen 2011/2012 (Naf 45,4 mln.), voor investeringen 2014 (Naf 60,0 mln.) en voor de afkoop van het regeringsgebouw (Naf 40,0 mln.). Op 2 juni 2014 is de inschrijving geëffectueerd. De kosten en uiteindelijke ontvangsten vallen onder de verantwoordelijkheid van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties.

Ontvangsten

De geraamde renteontvangsten zijn hoger vanwege de leningen die Nederland heeft verstrekt aan Curaçao en Sint Maarten op 2 juni 2014 via de lopende inschrijving. In december 2014 wordt de eerste rentebetaling verwacht. De leningen betalen halfjaarlijks couponrente.

De overige meerontvangsten zijn het gevolg van onder meer de liquidatie van het Sint Maarten Bridging Fund (storting van de Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA)) en de meevallende aflossing en rente op leningen aan Aruba.

2.3 Het niet-beleidsartikel

Artikel 3 Nominaal en onvoorzien

Beleidsartikel 3 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Stand vastgestelde begroting 2014

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Verplichtingen:

1.223

328

– 188

140

           

Uitgaven:

1.223

328

– 188

140

           

3.1

Loonbijstelling

103

34

0

34

           

3.2

Prijsbijstelling

726

106

0

106

           

3.3

Onvoorzien

394

188

– 188

0

Naar boven