34 085 F Wijziging van de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 december 2014

De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 4 december 2014 voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken. Bij brief van 11 december 2014 ze door de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Vermeij

De adjunct-griffier van de commissie, De Vos

1. Hoeveel geld zit er nu in totaal in het Diergezondheidsfonds? Hoe is dit geld geoormerkt?

Het Diergezondheidsfonds (DGF) werkt met een jaarlijkse begrotingsstaat. Voor het jaar 2014 is de begroting vastgesteld op € 10,9 mln. De jaarbegroting is gericht op het kunnen financieren van de reguliere structurele jaarlijkse kosten zoals monitoring en voorzieningen ten behoeve van de bestrijding en aanpak van verdenkingen. (Zie ook: Rijksbegroting 2014, F Diergezondheidsfonds). Het DGF bevat het door het Ministerie van Economische Zaken (EZ) ingebracht saldo om lopende verplichtingen voor te financieren.

2. Waar komen de inkomsten voor de begroting van het Diergezondheidsfonds vandaan? Is hier ook sprake van een bijdrage uit de private sector en de Europese Unie? Zo ja, hoeveel heeft elke partij bijgedragen aan het Diergezondheidsfonds in 2014? Hoe verhouden deze bijdragen zich tot elkaar?

De middelen ter financiering van de uitgaven van het DGF zijn afkomstig van EZ, van het bedrijfsleven en van de Europese Unie. De bijdrage van EZ wordt geraamd en verantwoord op artikel 16.3 «Plant- en diergezondheid» van de EZ-begroting en jaarlijks in het DGF gestort. De bijdrage van het bedrijfsleven aan het DGF is gebaseerd op de afspraken met het Productschap Zuivel (PZ), Productschap Vee en Vlees (PVV) en Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) in het convenant Financiering bestrijding besmettelijke dierziekten LNV – PVV – PPE – PZ (Stcrt. Nr. 11754, d.d. 26 juli 2010). Deze afspraken zijn in grote lijnen als volgt: het bedrijfsleven financiert, na aftrek van de EU-bijdrage, de bestrijdingskosten (inclusief verdenkingen) voor 100% tot het afgesproken plafond, monitoringsprogramma’s en voorzieningen ten behoeve van de bestrijding voor 50%. Deze financiering betreft alleen bedrijfsmatig gehouden dieren. Overige kosten en kosten voor de bestrijding van de dierziekte uitbraken boven het afgesproken plafond, worden gedragen door het Rijk.

Omdat EU-bijdragen pas achteraf (en relatief laat) ontvangen worden, komen de DGF-kosten in eerste instantie volledig ten laste van het bedrijfsleven en EZ. Na ontvangst wordt de EU-bijdrage verdeeld over het bedrijfsleven en EZ naar rato van het deel dat door het bedrijfsleven respectievelijk EZ is gefinancierd. Omdat de uiteindelijke hoogte van EU-bijdragen vooraf niet met zekerheid in te schatten is, wordt hiermee in de begroting nog geen rekening gehouden. Dit in tegenstelling tot de EU bijdrage in de kosten van BSE en TSE monitoring, waarvan de hoogte vooraf wel vaststaat.

Jaarlijks wordt als nadere uitwerking van de Ontwerpbegroting van het DGF een gespecificeerde begroting opgesteld met de bijdragen van het bedrijfsleven en EZ. In die gespecificeerde begroting is onder andere rekening gehouden met de reguliere kosten voor monitoring en voorzieningen ten behoeve van de bestrijding, alsmede de Laag Pathogene Vogelgriep-uitbraken in Bruchem en Swifterbant begin 2014. De bijdragen per productschap en van EZ op basis van deze begroting voor 2014 bedragen:

• PZ: € 3,3 mln

• PVV: € 2,4 mln

• PPE: € 2,1 mln

• EZ: € 5,2 mln

De EU bijdragen voor BSE/TSE-monitoring ad circa € 0,3 mln zijn gesaldeerd in bovenstaande bedragen. Daarnaast is circa € 0,5 mln ontvangen voor vogelgriep-uitbraken in 2012 en 2013.

De realisatie kan sterk afwijken van de begroting als dierziekte-uitbraken ontstaan, zoals de huidige uitbraak van vogelgriep.

3. Waar zijn in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken de middelen gevonden om de begroting van het Diergezondheidsfonds te versterken?

De EZ bijdrage aan het Diergezondheidsfonds is terug te vinden in begrotingsartikel 16 op de EZ-begroting (zie ook vraag 8).In de begroting EZ is de structurele bijdrage geraamd aan het DGF.

4. Zijn de bestrijdingskosten van de vogelgriepuitbraak van november 2014 die tot nu toe zijn gemaakt meegenomen in de voorliggende wijziging van de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds?

Nee, deze kosten waren op het moment van indiening van de Najaarsnota nog niet bekend.

5. Hebben de ontwikkelingen rondom de vogelgriep invloed op de begroting van het diergezondheidsfonds?

De ontwikkelingen rondom vogelgriep hebben invloed op de realisatie van het DGF. Dit zal bij Slotwet worden meegenomen en toegelicht.

6. Zijn er met deze begrotingswijziging voldoende middelen beschikbaar in het Diergezondheidsfonds om ook gedurende de rest van december 2014 te voorzien in de bestrijdingskosten?

Zoals aangegeven worden de kosten voor de bestrijding van dierziekte uitbraken boven het afgesproken plafond en overige kosten gedragen door het Rijk. Voor de bestrijding van een bestrijdingsplichtige dierziekte wordt uiteraard in middelen voorzien, ook als deze boven de op dat moment beschikbare middelen in het DGF uitkomen.

7. Wat zijn de gevolgen voor de begroting voor 2015 van het Diergezondheidsfonds bij aanhoudende bestrijdingskosten in 2015?

In 2015 wordt een nieuw convenant met het bedrijfsleven van kracht, waarin voor de periode 20015-2019 een nieuw plafond voor de financiële bijdrage per sector wordt vastgesteld. De nieuwe plafondbedragen zullen worden opgenomen in de Rijksbegroting, onderdeel Diergezondheidsfonds.

8. In de begroting van Economische Zaken is ook de post Diergezondheidsfonds opgenomen. Hoe verhoudt deze bijdrage zich tot de totale begroting van het diergezondheidsfonds? En hebben hier in de Najaarsnota nog veranderingen in plaatsgevonden?

De bijdrage aan het Diergezondheidsfonds op artikel 16 van de begroting van EZ betreft het aandeel van EZ in de financiering van de kosten van het DGF. Bij Najaarsnota zijn alleen (beperkte) interne mutaties binnen artikel 16 opgevoerd. Voor het antwoord op de vraag hoe deze bijdrage van EZ zich verhoudt tot de totale begroting van het DGF wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2.