34 083 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd

Nr. 10 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHUT-WELKZIJN EN VERMEIJ TER VERVANING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 26 maart 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In de beweegreden wordt «de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd» vervangen door: de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en Overige fiscale maatregelen 2013.

II

Aan artikel II wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

R

In artikel 38l wordt «1 januari 2013» vervangen door «1 januari 2016» en wordt «65-jarige leeftijd» vervangen door: 655/12-jarige leeftijd.

III

Na artikel III worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIa

In de Pensioenwet wordt in artikel 63, derde lid, «65-jarige leeftijd» vervangen door «655/12-jarige leeftijd» en wordt «1 januari 2013» vervangen door: 1 januari 2016.

ARTIKEL IIIb

In de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt in artikel 75, derde lid, «65-jarige leeftijd» vervangen door «655/12-jarige leeftijd» en wordt «1 januari 2013» vervangen door: 1 januari 2016.

ARTIKEL IIIc

Overige fiscale maatregelen 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel IVb wordt «1 januari 2016» vervangen door: 1 juli 2016.

B

In artikel XXXIb wordt «1 januari 2016» vervangen door: 1 juli 2016.

C

In artikel XXXId wordt «1 januari 2016» vervangen door: 1 juli 2016.

Toelichting

De mate van variabilisatie van pensioen dient in beginsel uiterlijk bij het ingaan van het pensioen te worden vastgesteld. In het kader van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd is ingevolge een amendement1 bij Overige fiscale maatregelen 2013 echter ook variabilisatie van reeds vóór 1 januari 2013 ingegaan pensioen tijdelijk mogelijk gemaakt, mits de mate van variatie uiterlijk bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd (de AOW-leeftijd die zonder de verhoging daarvan per 1 januari 2013 zou gelden) is vastgesteld. Hierdoor kan ook bij een dergelijk pensioen een AOW-gat tussen de 65-jarige leeftijd en de latere AOW-ingangsdatum worden opgevuld met tijdelijk hogere pensioenuitkeringen gevolgd door een lager pensioen over de resterende uitkeringsperiode.

Het onderhavige amendement bevat in het kader van de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd een uitbreiding van de hiervoor genoemde mogelijkheid. Dit amendement maakt variabilisatie van reeds vóór 1 januari 2016 ingegaan pensioen tijdelijk mogelijk, mits de mate van variatie uiterlijk bij het bereiken van de 655/12-jarige leeftijd is vastgesteld. Hierdoor kan bij een dergelijk pensioen een AOW-gat tussen de 655/12-jarige leeftijd (de AOW-leeftijd die zonder de versnelde verhoging daarvan per 1 januari 2016 zou gelden) en de latere AOW-ingangsdatum worden opgevuld met tijdelijk hogere pensioenuitkeringen gevolgd door een lager pensioen over de resterende uitkeringsperiode. Deze mogelijkheid geldt op grond van dit amendement tot 1 juli 2016 in plaats van tot de in Overige fiscale maatregelen 2013 vastgelegde datum van 1 januari 2016.

Indien dit amendement wordt aangenomen, komt het opschrift van het wetsvoorstel te luiden:

Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd, de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en Overige fiscale maatregelen 2013 in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd.

Schut-Welkzijn Vermeij


X Noot
1

Kamerstukken II 2012/13, 33 403, nr. 15.

Naar boven