34 053 Vaststelling van bepalingen op het gebied van jeugdverblijven (Wet op de jeugdverblijven)

Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID KARABULUT

Ontvangen 17 juni 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan artikel 5, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Deze kwaliteitsvoorschriften bevatten ten minste dezelfde eisen als de kwaliteitsvoorschriften die gelden voor gezinshuizen als bedoeld in artikel 2.3, zesde lid, van de Jeugdwet.

II

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Het college» vervangen door: De Inspectie Jeugdzorg.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Toezichthouders zijn de ambtenaren, bedoeld in artikel 9.2 van de Jeugdwet.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De artikelen 9.1 tot en met 9.3 en 9.5 van de Jeugdwet zijn van overeenkomstige toepassing.

III

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

De Inspectie Jeugdzorg meldt een vermoeden van een overtreding of misdrijf in een jeugdverblijf dat directe gevolgen heeft voor de veiligheid of de ongestoorde ontwikkeling van een minderjarige in dat jeugdverblijf aan de burgemeester van de gemeente waar het jeugdverblijf gevestigd is.

Toelichting

Indiener beoogt met dit amendement ten aanzien van de borging van de kwaliteit en veiligheid en de uitvoering van het toezicht zoveel mogelijk aan te sluiten op de bestaande regels voor publiek gefinancierde internaten en jeugdverblijven. Ten aanzien van de kwaliteit wordt voorgesteld om aan te sluiten op het kwaliteitssysteem schippersinternaten, dat na het aannemen van dit amendement per algemene maatregel van bestuur wordt uitgewerkt. Het kwaliteitssysteem schippersinternaten is specifieker en bevat nadere regels voor het verder uitwerken van een pedagogisch kader. Daarnaast wordt het «kwaliteitssysteem schippersinternaten» uniform toegepast. Hierdoor ontstaan heldere kaders voor toetsing en het uitwerken van beleid.

In lijn met de schippersinternaten en gezinshuizen beoogt de indiener het toezicht door de Inspectie Jeugdzorg uit te laten oefenen. Hierdoor ontstaat er een helder en eenduidig kader voor borging van kwaliteit en inspectie voor publiek en privaat gefinancierde internaten. De indiener acht dit van groot belang om de ontwikkeling van kinderen die in deze instellingen te verblijven te bevorderen. Dit amendement heeft nagenoeg geen gevolgen voor de zwaarte van de inspectie, het belangrijkste verschil is dat niet de gemeenten, maar de Inspectie Jeugdzorg de verantwoordelijkheid dragen voor een jaarlijks bezoek aan het betreffende internaat.

In het wetsvoorstel kreeg de burgemeester een aantal bevoegdheden ten aanzien van binnentreding van een verblijf. Deze bevoegdheden worden in dit amendement overgenomen.

Wetstechnisch is dit amendement als volgt vormgegeven. Onderdeel I voegt aan artikel 5, lid 1, de eis toe dat de kwaliteitsvoorschriften die bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld voor jeugdverblijven ten minste hetzelfde zijn als die voor gezinshuizen. Hierbij dient te worden aangesloten bij het bestaande kwaliteitssysteem voor schippersinternaten en gezinshuizen.1 Onderdeel II verklaart de relevante bepalingen in hoofdstuk 9 van de Jeugdwet van overeenkomstige toepassing op de jeugdverblijven. Het gaat om de artikelen 9.1, 9.2 (bevoegdheid tot binnentreden in woningen), 9.3 (het geven van een aanwijzing) en 9.5 (dwangsom). Onderdeel III bevat een verplichting voor de Inspectie Jeugdzorg om de burgemeester op de hoogte te stellen van een vermoeden van misdrijf of overtreding in een jeugdverblijf in zijn gemeente. Naar aanleiding van een melding kan de burgemeester dan overgaan tot sluiting van het jeugdverblijf.

Karabulut


X Noot
1

Zie «Kwaliteitssysteem schippersinternaten en gezinshuizen» (Handleiding, mei 2012), zoals vastgesteld door Censis (Centrale Stichting van Internaten voor Schippers- en Kermisjeugd), www.censis.org.

Naar boven