34 052 Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 14 februari 1972 te Rabat tot stand gekomen Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Trb. 1972, 34), en het op 3 november 1972 te Rabat tot stand gekomen Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Trb. 1973, 130)

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2016

Tijdens het Algemeen Overleg SUWI-onderwerpen van 8 oktober 2015 (Kamerstuk 26 448, nr. 546) heb ik toegezegd u te informeren over de kosten van de reizen naar Marokko in het kader van onderhandelingen over wijziging van het bilaterale socialezekerheidsverdrag met Marokko. Hierbij kom ik aan deze toezegging tegemoet.

In totaal hebben in de periode vanaf 2011 tot en met heden in het kader van het bilaterale socialezekerheidsverdrag zeven reizen naar Marokko plaatsgevonden. Dit is inclusief het bezoek dat ik op 24 en 25 maart 2015 aan Marokko bracht en dat primair in het teken stond van integratie en (de)radicalisering, maar waar ik ook gesproken heb over het bilaterale socialezekerheidsverdrag1.

De kosten van deze bezoeken bedragen afgerond € 65.000. Deze bestaan uit reiskosten (afgerond € 29.000), verblijfkosten en declaraties (afgerond € 21.000) en tolk- en vertaaldiensten (afgerond € 15.000). De kosten van de vlucht op 24 en 25 maart 2015 met het regeringsvliegtuig zijn niet meegenomen in dit overzicht. Deze kosten worden niet gefactureerd naar afzonderlijke ministeries, maar centraal gedragen door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Gevolg hiervan is dat de kosten van het regeringsvliegtuig niet zijn toe te rekenen aan individuele reizen van ministeries.

Met uitzondering van het eerste bezoek aan Marokko in 2011 was er telkens sprake van besprekingen gedurende twee dagen. Gezien de reikwijdte van het verdrag en de Nederlandse onderhandelingsinzet bestond de Nederlandse onderhandelingsdelegatie uit vertegenwoordigers van verschillende ministeries.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Voor verslag van bezoek zie brief van 28 mei 2015, Kamerstuk 32 824, nr. 93

Naar boven