34 050 Benoeming Nationale ombudsman

Nr. 3 BRIEF VAN DE NATIONALE OMBUDSMAN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2020

Op 31 maart 2015 heeft u mij beëdigd als Nationale ombudsman (Handelingen II 2014/15, nr. 69, item 7). Op 1 april 2015 ben ik met mijn werkzaamheden als Nationale ombudsman gestart. Mijn ambtstermijn van zes jaar zal eindigen op 31 maart 2021. Uw Kamer zal dus binnen afzienbare tijd moeten beslissen over de vervulling van het ambt vanaf 1 april 2021.

Samen met mijn 176 collega’s heb ik mij in de afgelopen vijf jaar ingezet om het perspectief van burgers te borgen in ieder handelen van de overheid. Regelmatig zijn we hierin geslaagd. Tegelijkertijd is er nog een wereld te winnen, zoals blijkt uit de dagelijkse stroom van klachten en signalen. Graag zou ik met de organisatie voortgaan op de ingeslagen weg en ook na 31 maart 2021 het ambt van Nationale ombudsman blijven uitoefenen.

De Wet Nationale ombudsman biedt uw Kamer de mogelijkheid om de Nationale ombudsman na de termijn van zes jaar opnieuw te benoemen. Als uw Kamer van die mogelijkheid gebruik wenst te maken, kan een voordracht als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de Nationale ombudsman achterwege blijven. Graag hoor ik van uw Kamer hoe zij aankijkt tegen mijn mogelijke herbenoeming. Vanzelfsprekend ben ik beschikbaar om hierover met uw Kamer te spreken.

Met vriendelijke groet,

De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen

Naar boven