34 028 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 14 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN J.H.G.P. TE W.2 BETREFFENDE EEN BETALINGSREGELING MET HET CJIB VANWEGE OPENSTAANDE VERKEERSBOETES

Vastgesteld 19 maart 2015

Klacht

Verzoeker beklaagt zich erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) niet bereid is een regeling te treffen voor het betalen van openstaande verkeersboetes, nu hij problemen ondervindt met het aflossen van zijn schulden. Ook wil hij weten of de boetes van het CJIB preferent zijn en of hij daarmee het loonbeslag van andere instanties tot aanvaardbare proporties kan terugbrengen.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Veiligheid & Justitie inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoeker heeft in totaal tweeëntwintig boetes openstaan bij het CJIB, allen uit hoofde van de Wet administratiefrechtelijk handhaving verkeersvoorschriften, voor een bedrag van circa € 13.000. Het betreft snelheidsovertredingen, het niet verzekerd zijn volgens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorvoertuigen en het niet in het bezit zijn van een geldig autokeuringsbewijs. Tegen deze zogenaamde Mulder-beschikkingen staat beroep bij de officier van justitie open. Aangezien verzoeker daarvan geen gebruik heeft gemaakt, zijn de beschikkingen onherroepelijk geworden.

Verzoeker is vanwege persoonlijke omstandigheden in de schuldenproblematiek terecht gekomen. Hij werkt als chauffeur beroepsgoederenvervoer en maakt extra uren om de boetes te voldoen, maar kan het CJIB niet rechtstreeks betalen omdat enkele instanties momenteel loonbeslag leggen. Kredietbank Nederland is niet bereid een schuldtraject te starten vanwege de openstaande boetes, omdat bij niet tijdige betaling daarvan het rijbewijs van verzoeker kan worden ingenomen en hij daardoor zijn baan als chauffeur zou verliezen. Wel is er inmiddels bij de Kantonrechter beschermingsbewind voor verzoeker aangevraagd en wordt een verzoek om toelating tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen overwogen.

Overwegingen

In zijn reactie geeft de Staatssecretaris aan dat het CJIB de casus van verzoeker heeft heroverwogen en, gezien de specifieke feiten en omstandigheden, heeft besloten maatwerk aan te bieden door mee te denken over termijnbetalingen. Verder is het CJIB uit coulance bereid om gedurende de behandeling van het verzoekschrift en in afwachting van de uitspraak van de Kantonrechter over het beschermingsbewind de inning van alle openstaande zaken voor de duur van zes maanden op te schorten. Desgevraagd wordt nog gemeld dat Mulder-sancties niet preferent zijn en in het onderhavige geval ook niet bij de deurwaarder liggen.

Oordeel van de commissie3

De commissie is van oordeel dat het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Jacobi (PvdA), Van Raak (SP), Schouw (D66), Helder (PVV), Bruins Slot (CDA), Klein (Klein), Dik-Faber (CU), Van der Linde (VVD) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Van Nispen (SP), Berndsen-Jansen (D66), Krol (50PLUS).

Naar boven