Klacht
Verzoeker beklaagt zich erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) niet
bereid is een regeling te treffen voor het betalen van openstaande verkeersboetes,
nu hij problemen ondervindt met het aflossen van zijn schulden. Ook wil hij weten
of de boetes van het CJIB preferent zijn en of hij daarmee het loonbeslag van andere
instanties tot aanvaardbare proporties kan terugbrengen.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Veiligheid & Justitie
inlichtingen verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoeker heeft in totaal tweeëntwintig boetes openstaan bij het CJIB, allen uit hoofde
van de Wet administratiefrechtelijk handhaving verkeersvoorschriften, voor een bedrag
van circa € 13.000. Het betreft snelheidsovertredingen, het niet verzekerd zijn volgens
de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorvoertuigen en het niet in het bezit zijn
van een geldig autokeuringsbewijs. Tegen deze zogenaamde Mulder-beschikkingen staat
beroep bij de officier van justitie open. Aangezien verzoeker daarvan geen gebruik
heeft gemaakt, zijn de beschikkingen onherroepelijk geworden.
Verzoeker is vanwege persoonlijke omstandigheden in de schuldenproblematiek terecht
gekomen. Hij werkt als chauffeur beroepsgoederenvervoer en maakt extra uren om de
boetes te voldoen, maar kan het CJIB niet rechtstreeks betalen omdat enkele instanties
momenteel loonbeslag leggen. Kredietbank Nederland is niet bereid een schuldtraject
te starten vanwege de openstaande boetes, omdat bij niet tijdige betaling daarvan
het rijbewijs van verzoeker kan worden ingenomen en hij daardoor zijn baan als chauffeur
zou verliezen. Wel is er inmiddels bij de Kantonrechter beschermingsbewind voor verzoeker
aangevraagd en wordt een verzoek om toelating tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke
Personen overwogen.
Overwegingen
In zijn reactie geeft de Staatssecretaris aan dat het CJIB de casus van verzoeker
heeft heroverwogen en, gezien de specifieke feiten en omstandigheden, heeft besloten
maatwerk aan te bieden door mee te denken over termijnbetalingen. Verder is het CJIB
uit coulance bereid om gedurende de behandeling van het verzoekschrift en in afwachting
van de uitspraak van de Kantonrechter over het beschermingsbewind de inning van alle
openstaande zaken voor de duur van zes maanden op te schorten. Desgevraagd wordt nog
gemeld dat Mulder-sancties niet preferent zijn en in het onderhavige geval ook niet
bij de deurwaarder liggen.
Oordeel van de commissie3
De commissie is van oordeel dat het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Roovers