Klacht
De gemachtigde van een familie dient 2 verzoekschriften in, één namens de kinderen
en één namens de ouders. In beide gevallen wordt verzocht de door de Belastingdienst
gelegde beslagen op te heffen en de betrokkenen schadeloos te stellen voor de noodzakelijke
rechthulp.
Naar aanleiding van deze klachten heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Naar aanleiding van een boekenonderzoek in 2013 bij de vennootschap onder firma (vof)
op naam van de ouders worden naheffingsaanslagen omzetbelasting aan de vof en een
aanslag inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen aan het familiehoofd opgelegd.
Deze aanslagen zijn verhoogd met vergrijpboetes van 25 en 50 procent. De hoogte van
de aanslagen en de bevindingen uit het onderzoek geven aanleiding om versneld te innen:
in februari 2014 wordt ten laste van de ouders op in het woonhuis aanwezige roerende
zaken beslag gelegd, zonder deze af te voeren. Dat gebeurt later wel met de in het
bedrijfspand en in de marktstand aanwezige roerende zaken alsmede met de bedrijfsauto
op naam van de vof. Tegen deze aanslagen zijn namens verzoekers bezwaarschriften ingediend
die volgens de inspecteur vooralsnog zullen worden afgewezen op grond van het ontbreken
van een deugdelijke, tijdige en controleerbare administratie, zoals artikel 52 van
de Wet inzake rijksbelastingen voorschrijft.
De kinderen hebben verzocht om opheffing van het beslag omdat zij de eigendom van
de volledige inventaris van het woonhuis claimen. De ontvanger ziet vooralsnog geen
aanleiding om aan dit verzoek tegemoet te komen, omdat naar zijn oordeel de eigendom
niet voldoende is aangetoond. Aan zijn verzoek om naast de inboedelovereenkomst ook
aankoopnota’s en betaalbewijzen te overleggen, is door de kinderen niet voldaan.
Ook het verzoek van de ouders om het beslag op de bedrijfsinventaris van de vof op
te heffen, is door de ontvanger niet gehonoreerd onder verwijzing naar het boekenonderzoek
en het feit dat de ouders financieel in zwaar weer zitten. Dat was de reden om de
inboedelovereenkomst met de kinderen aan te gaan.
Overwegingen
In zijn reactie geeft de Staatssecretaris aan geen redenen te zien om de ontvanger
te verzoeken de beslagen op te heffen. Uit het boekenonderzoek is gebleken dat een
deugdelijke, tijdige en controleerbare administratie van de vof ontbreekt. Verder
zouden de ouders financieel in een moeilijke positie verkeren. De door de kinderen
geclaimde eigendom van de inventaris van het woonhuis kan niet voldoende worden aangetoond.
Zowel ouders als kinderen hebben nog de mogelijkheid om het oordeel van de rechter
te vragen.
Tot slot moet nog worden opgemerkt dat de procedures van bezwaar en beroep tegen de
naheffingsaanslagen inkomstenbelasting en omzetbelasting op de datum van vaststelling
van dit verslag nog niet zijn afgerond.
Oordeel van de commissie3
De commissie is van oordeel dat het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Roovers