De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de FIFA met ingang van 1 april 2015 het licentiesysteem voor spelersmakelaars
opheft en dat na die datum iedere persoon als spelersmakelaar/zaakwaarnemer van voetballers
kan optreden;
overwegende dat spelersmakelaars in de regel een speler onder contract hebben en niet
contractueel verbonden zijn aan clubs;
overwegende dat iedere spelersmakelaar met de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs
(WAADI) in de hand betaling voor arbeidsbemiddeling kan afdwingen bij clubs;
overwegende dat clubs wettelijk verplicht zijn om spelersmakelaars te betalen zonder
dat kwaliteit of integriteit daarbij een rol speelt;
overwegende dat het onwenselijk is dat voetballers/sporters ten prooi vallen aan slechte
spelersmakelaars en dat uitbuiting van sporters een reëel risico is;
overwegende dat sportbemiddeling en sportcontracten niet te vergelijken zijn met reguliere
arbeidsbemiddeling en bescherming, waar de WAADI betrekking op heeft;
verzoekt de regering om, door middel van een algemene maatregel van bestuur sportbemiddeling
uit te sluiten van de WAADI, clubs niet langer wettelijk te verplichten de kosten
van de spelersmakelaar te betalen, en de betaling van de spelersmakelaar onderdeel
te laten zijn van de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst waarbij speler en
club overeenkomen op welke wijze de spelersmakelaar een vergoeding ontvangt voor zijn
werkzaamheden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Veen