Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2015
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bied ik u hierbij
het Jaarverslag 2014 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch
gebied aan1.
De Kustwacht was in 2014 wederom een belangrijke rechtshandhavingspartner in het Caribisch
deel van het Koninkrijk. Door de beschikbare middelen efficiënt in te zetten, zijn
de plannen zoals opgenomen in het Jaarplan 2014 vrijwel volledig gerealiseerd.
De Kustwacht heeft op het gebied van opsporing 1.024,9 kilogram cocaïne, 7,5 kilogram
heroïne en 68,5 kilogram marihuana in beslag genomen, vier vuurwapens onderschept
en vijf illegalen aangehouden. Op het gebied van Search and Rescue (SAR) is de Kustwacht 200 keer in actie gekomen waarbij 49 personen in veiligheid
zijn gebracht.
Op het gebied van personeel is in 2014 voortgang geboekt bij opleidingen. De pilots
met het overdragen van bepaalde taken aan de afzonderlijke steunpunten, zijn met positief
resultaat voltooid. Hierdoor zijn onder meer de contacten met de lokale ketenpartners
verbeterd, verloopt de informatie-uitwisseling soepeler en wordt het lokale personeelsbeheer
beter ingevuld.
Op het gebied van materieel zijn de geplande vaardagen en vlieguren vrijwel volledig
gerealiseerd. Alleen het aantal vaardagen van de cutters ligt onder de norm. Dit hangt
samen met het groot onderhoud (dokking) van de drie cutters, dat in twee gevallen
door technische redenen in tijd is uitgelopen. De Super-RHIB’s blijven vanwege hun
kwetsbaarheid een grote onderhoudsinspanning vergen. Door storingen en achterstallig
onderhoud was de beschikbaarheid van het walradarsysteem op Aruba en Curaçao lager
dan gewenst. Er zijn maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen.
In het algemeen overleg over de Kustwacht Caribisch gebied van 26 juni 2014 (Kamerstuk
33 750 X, nr. 70) heb ik toegezegd, vooruitlopend op het Lange Termijn Plan 2019–2028, binnen de huidige
financiële kaders de mogelijkheden te onderzoeken voor de inzet van onbemande vliegtuigen.
De Kustwacht heeft in 2014 een voorstudie verricht naar de inzetmogelijkheden hiervan.
Tevens is ervaring opgedaan in het Caribisch gebied met de Raven. Hierbij is gekeken in hoeverre dit type onbemand vliegtuig voldoet aan de operationele
doeleinden van de Kustwacht waarbij opsporings-, toezichthoudende- en dienstverlenende
taken voorop staan. Op grond van de inzetmogelijkheden van de Raven afgezet tegen de gewenste inzet, is geconcludeerd dat de Raven niet voldoet aan de gewenste toekomstige luchtverkenningscapaciteit voor de Kustwacht.
De voorstudie en de ervaringen met de Raven worden betrokken bij een breder onderzoek naar de mogelijkheden van andere types
onbemande vliegtuigen voor de Kustwacht dat in 2015 door Defensie wordt uitgevoerd.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert