Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2014
Hierbij bieden wij u het verslag aan van het archiefonderzoek dat wij hebben uitgevoerd
naar de beëindiging van de gijzeling in een trein bij De Punt in 1977 en de daarmee
samenhangende gijzeling van een lagere school te Bovensmilde1. Het verslag schetst een samenhangend beeld van de gebeurtenissen bij de beëindiging
van de gijzeling en de context waarin deze gebeurtenissen moeten worden geplaatst.
Het geeft antwoord op de 32 vragen die de vaste commissie voor Defensie op 1 november
2013 stelde. Gelet op de omvang van het verslag is in een afzonderlijke bijlage een
samenvatting opgenomen2.
Zoals gemeld in onze brieven aan uw Kamer van 20 december 2013 en 1 april 2014 (Kamerstuk
33 750 VI, nrs. 96 en 117) is het archiefonderzoek uitgevoerd door een ambtelijke werkgroep die, waar dit voor
de interpretatie van archiefstukken nodig was, deskundigen heeft geraadpleegd.
Wij hebben drie externe deskundigen gevraagd om toe te zien op de volledigheid en
zorgvuldigheid van het archiefonderzoek. Dit zijn de heren mr. F.W.H. van den Emster,
senior rechter bij de rechtbank Rotterdam en oud-voorzitter van de Raad voor de rechtspraak,
prof. dr. J.Th.J. van den Berg, emeritus-hoogleraar parlementaire geschiedenis, en
luitenant-generaal b.d. A.C. Oostendorp, voormalig inspecteur-generaal der Krijgsmacht.
Zij hebben het archiefonderzoek nauwgezet gevolgd en hebben ons laten weten dat het
naar hun oordeel volledig en zorgvuldig is uitgevoerd en dat de conclusies die in
het verslag worden getrokken worden gesteund door het onderzochte materiaal.
In bijlage 1 bij het verslag en in de voetnoten is aangegeven waar iedere vraag van
de vaste commissie voor Defensie in het verslag wordt beantwoord, vraag 27 uitgezonderd.
Op deze vraag, betreffende de geluidsopnamen die gedurende de gijzeling zijn gemaakt,
gaan wij hier in. Deze geluidsopnamen zijn gespecificeerd in het overzicht van geraadpleegde
archieven. De geluidsfragmenten zijn betrokken bij de conclusies die in het verslag
zijn getrokken. Waar relevant is dit in de noten benoemd. Op de opnamen zijn mariniers
en gegijzelden hoorbaar in een voor hen levensbedreigende situatie. Wij achten het
ter bescherming van hun persoonlijke levenssfeer en veiligheid onwenselijk om deze
opnamen of transcripten daarvan openbaar te maken. De opnamen kunnen door de leden
van uw Kamer vertrouwelijk beluisterd worden op het departement van Veiligheid en
Justitie.
Tot slot achten wij het passend nog het volgende op te merken. De intensiteit van
het geweld waarmee de gijzeling tot een einde is gebracht, is uitzonderlijk in het
naoorlogse Nederland. Het is begrijpelijk dat dit een onuitwisbare indruk heeft gemaakt
op de direct betrokkenen, de gegijzelden en hun familie en al degenen die aan het
beëindigen van de gijzeling een bijdrage hebben geleverd. Ook binnen de Molukse gemeenschap
heeft dit diepe sporen nagelaten. Wij hopen dat dit onderzoek door de brede opzet
en gedetailleerde verslaglegging de vragen die ook binnen deze groepen mogelijk nog
leven van een antwoord kan voorzien.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert