Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2015
Bij brief van 7 mei heb ik u de afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland
over onafhankelijk toezicht op de overheidsfinanciën van Aruba gezonden (Kamerstuk
34 000 IV, nr. 39). Tevens heb ik u toegezegd over de verdere uitwerking te berichten, zodra vervolgstappen
op basis van dit akkoord zijn gezet.
Ik kan u op dit moment mededelen dat de volgende vervolgstappen zijn gezet.
Op 12 juni jl. heeft de raad van Ministers van het Koninkrijk ermee ingestemd dat
Aruba een lening buiten het Koninkrijk aangaat (artikel 29 van het Statuut).
Hiermee kan Aruba in de financieringsbehoefte van 2015 voorzien. Bij deze instemming
is tevens het advies van het College financieel toezicht (CFT) van 4 juni 2015 met
betrekking tot de vastgestelde begroting 2015, uitvoeringsrapportage eerste kwartaal,
voortgangsrapportage 2014–2018 en leningverzoek betrokken.
Met deze instemming met een lening buiten het Koninkrijk is de Nederlandse regering
deze afspraak van 2 mei nagekomen.
Deze instemming betekent niet dat daarmee een oordeel wordt gegeven over de structurele
houdbaarheid van de schulden, het begrotingsevenwicht en het investeringsniveau van
Aruba.
De regering van Aruba staat, mede gezien de rapporten van Fitch, IMF, de adviezen
van het Cft alsmede de afspraken van 2 mei, voor aanzienlijke opgaven.
Aruba, zal in verband met de financiële situatie geheel aan deze opgaven worden gehouden.
De afspraken zelf voorzien in ondersteunende mogelijkheden om aan die opgaven te voldoen.
In dezelfde vergadering van de Rijksministerraad is ingestemd met de benoeming van
de heer A.F.P. Bakker als voorzitter en mevrouw S.M. Dekker als Nederlands lid van
het College Aruba financieel toezicht (CAft). De heer Bakker en mevrouw Dekker voeren
deze functie uit naast hun reeds bestaande werkzaamheden voor het Cft. Aruba heeft
toegezegd de benoeming van het Arubaanse lid te agenderen voor de eerstvolgende Rijksministerraad.
De op de benoeming voor het CAft betrekking hebbende Koninklijke Besluiten zullen
direct na inwerkingtreding van de volledig overeenstemming over de inhoud en de juridische
vormgeving hebbende landsverordening aan de Koning worden aangeboden. Dit zal kort
na uiterlijk 1 augustus geschieden.
Ik ben in afwachting van de nadere berichtgeving van Aruba omtrent de vorderingen
inzake de landsverordening. Er worden gesprekken gevoerd om verzoeken om technische
bijstand te concretiseren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk