Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 20 juni 2014, aangeboden aan de Koning
door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 8 april 2014, nr. 2014000699,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 23 april 2014, nr. W05.14.0089/I, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
De redactionele opmerkingen van de Afdeling zijn overgenomen, met dien verstande dat
bij het herformuleren van artikel 164a, lid 2a en 2b van de WEC de constructie overgenomen
is van lid 2 van datzelfde artikel.
De Raad van State merkte op dat het wetsvoorstel voorziet in de registratie van de plaatsing van een leerling op een opdc in het primair onderwijs, terwijl de
plaatsingvan een leerling op een opdc in het primair onderwijs wettelijk nog niet mogelijk
is. Dat zal worden mogelijk gemaakt in een wetsvoorstel dat momenteel nog in voorbereiding
is. De redactionele opmerking van de Raad van State hierover is ter harte genomen en het onderdeel
uit het wetsvoorstel registratie ontwikkelingsperspectief over registratie van de
plaatsing van een leerling op een opdc in het primair onderwijs zal worden verplaatst
naar dat wetsvoorstel dat nog in voorbereiding is.
Ambtshalve zijn vervolgens nog enkele technische wijzigingen aangebracht. Het betreft
een tweetal wijzigingen:
1. Toevoegen van enkele gegevens van leerlingen die begeleiding ontvangen van een
cluster 1 of 2 instelling of een epilepsieschool (artikel II)
Voor het technisch mogelijk maken van een betrouwbare registratie in BRON bleken voor
leerlingen die begeleiding ontvangen van een cluster 1 of 2 instelling of een epilepsieschool
nog extra gegevens nodig te zijn. Er zijn daarom nog twee extra gegevens toegevoegd
aan artikel II van het wetsvoorstel: geslacht en postcode van de woonplaats van de
leerling. Daarnaast wordt het registratienummer van de school waar de leerling ingeschreven
staat, aan de Minister verstrekt. Hierdoor kan de loopbaan van de leerling ten behoeve
van toezicht, monitoring en evaluatie goed worden gevolgd. Dit draagt bij aan het
bereiken van de doelstellingen van het wetsvoorstel.
2. Toevoeging van een wijziging van artikel 24c van de WOT (artikel IV)
De verwijzingen in artikel 24c, eerste lid, van de WOT naar de leden 2a en 2b van
artikel 164a van de WEC ontbraken ten onrechte. Deze omissie is hersteld. Dit is ook
in het opschrift van het wetsvoorstel tot uitdrukking gebracht.
Ik moge U, mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken, verzoeken het hierbij
gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker