33 965 Wijziging van de Spoorwegwet en enige andere wetten in verband met de implementatie van richtlijn 2012/34/EU van het Europees parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU 2012, L 343/32)

Nr. 12 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN HELVERT EN DE BOER

Ontvangen 31 maart 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel U, wordt na het zesde lid van artikel 67 een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. De voordracht voor een krachtens het eerste en tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

II

In artikel I, onderdeel V, wordt na het vierde lid van artikel 68 een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement beoogt een lichte voorhangbepaling te koppelen aan de algemene maatregel van bestuur die zal worden opgesteld op basis van de voorgestelde artikelen 67, eerste en tweede lid, en 68, eerste lid, van de Spoorwegwet.

Het is van belang dat een exploitant van een dienstvoorziening kan worden verplicht een gescheiden boekhouding of een afzonderlijke administratie binnen de boekhouding te voeren en deze ter inzage te leggen. Daarmee kan worden voorkomen dat oneerlijke kruissubsidiëring plaatsvindt. Ook is het wezenlijk dat exploitanten van dienstvoorzieningen redelijke tarieven hanteren die efficiënt, transparant en non-discriminatoir zijn. In het wetsvoorstel is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur hierover regels kunnen worden gesteld. Met het instellen van een voorhangprocedure wordt bewerkstelligd dat het ontwerp van de algemene maatregel van bestuur aan beide kamers wordt voorgelegd.

Van Helvert De Boer

Naar boven