Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33959 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33959 nr. 3 |
Vastgesteld 4 juli 2014
De commissie voor de Werkwijze, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde genoegzaam voorbereid.
Inleiding
De leden van de VVD-, CDA- en D66-fractie alsmede het lid van de 50Plus/Baay-Timmerman-fractie hebben inbreng geleverd voor het verslag. De vragen en opmerkingen zijn hieronder fractiegewijs opgenomen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het introduceren van de mogelijkheid tot het overnemen van moties (hierna: het voorstel). Zij hebben waardering voor de bedoeling om de stemminslijsten korter te maken. Deze leden vragen of er voldoende ruimte zal zijn voor leden die bij het debat zijn om aan te geven dat ze toch een stemming over een bepaalde motie willen. Voorts vragen zij of een aanwezig lid op de stilzwijgende goedkeuring kan terugkomen en alsnog om stemming kan vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel. Zij herkennen het probleem dat de motie door veelvuldig gebruik als politiek instrument aan scherpte heeft verloren. Over het voorstel hebben zij nog wel aantal vragen aan de indiener.
In de Staat van de Tweede Kamer 2013 (Kamerstuk 33 924, nr. 4) is een overzicht te vinden van het aantal ingediende moties en het aantal aangenomen moties, maar niet van de aantallen ingetrokken en verworpen moties. Deze leden vragen de indiener die aantallen in zijn beschouwing te betrekken. Naar de indruk van deze leden zal de figuur van het overnemen van een motie immers tegemoet komen aan de wens van leden om een motie niet in te trekken of aan te houden op een toezegging van de regering. Voor het complete beeld zijn dus ook de aantallen ingetrokken moties van belang.
De leden van de CDA-fractie vragen de indiener voorts hoeveel effect hij van zijn voorstel verwacht. Het aantal amendementen dat in 2013 door de regering is overgenomen, bedroeg niet meer dan vijf van de 841 ingediende amendementen.
De aan het woord zijnde leden vragen wat indertijd de achtergrond is geweest van de introductie van de mogelijkheid van het overnemen van amendementen. Was daarbij ook tijdsbesparing bij stemmingen een overweging?
Voornoemde leden merken op dat de indiener onderscheid maakt tussen moties die inhoudelijk door de regering worden overgenomen en moties die een duidelijker politieke lading hebben. Kan de indiener dat onderscheid nader uitwerken? Van het overnemen van een motie is in het voorstel sprake, als «de minister te kennen geeft zich met de inhoud van de voorgestelde motie te kunnen verenigen». Betekent dit dat de minister toezegt de motie uit te voeren of betekent dit dat de minister ook de overwegingen onderschrijft? Anders dan een overgenomen amendement maakt een overgenomen motie geen deel uit van een document van de zijde van de regering. Bindt een motie die door het kabinet is overgenomen ook een volgend kabinet?
De leden van de CDA-fractie vragen voorts of de transparantie van het parlementair proces niet wordt verminderd door de invoering van een nieuwe categorie, naast «aangenomen» en «verworpen»? Een Kameruitspraak die door de regering wordt overgenomen is immers niet langer een Kameruitspraak, maar een regeringsstandpunt. Wordt een overgenomen motie geacht door de Kamer te zijn aangenomen met algemene stemmen? Kan elk individueel lid van de Kamer alsnog stemming vragen over een overgenomen motie?
Deze leden vragen in hoeverre het noodzakelijk is om in het artikel van het Reglement van Orde te regelen dat de overgenomen motie wel onderdeel uitmaakt van de stemmingslijst zonder dat er stemming over plaatsvindt.
Voornoemde leden vragen of het instrument van de motie scherper wordt als er een extra categorie wordt ingevoerd, namelijk de overgenomen motie? Wat is het verschil tussen een overgenomen motie en een motie die wordt ingetrokken na een toezegging van een minister? Is het onderliggende probleem niet veeleer dat Kamerleden verschillen in hun opvatting over het instrument van de motie zoals zij ook verschillen in hun opvatting over nut en noodzaak van een dertigledendebat? Er worden regelmatig klachten geuit over de waslijst aan dertigledendebatten, maar zelden twijfelen Kamerleden aan nut en noodzaak van een dertigledendebat dat zij zelf aanvragen. Hoe wil de indiener dat verschil in opvatting overbruggen, zonder een oordeel te vellen over de inhoud van een motie?
De leden van de CDA-fractie vragen de indiener ten slotte of hij de mening deelt dat het zinvol zou zijn het vraagstuk van de afnemende scherpte van de motie als politiek instrument uitdrukkelijk te betrekken bij de vijfjaarlijkse externe evaluatie van de werkzaamheden van de Kamer.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende voorstel. Zij waarderen de poging om een goede regeling te vinden die past bij het stijgende aantal moties. Wanneer er teveel moties worden ingediend, boet dit instrument aan waarde in. Een onderscheid tussen moties die een sterk politiek karakter hebben en die «uitvoering» van kabinetsvoornemens en -beleid zijn, lijkt daarvoor een geschikt middel. Wel dient te allen tijde zeker gesteld te worden dat de Kamer geen bezwaar heeft tegen de overname van de motie door de regering wil stemming achterwege kunnen blijven. De aan het woord zijnde leden vragen in dat kader waarom is gekozen voor de formulering zoals die nu is («alle in de vergaderzaal aanwezige leden») en niet voor een regeling zoals die bestaat voor plenair geagendeerde hamerstukken. Deze leden zijn van mening dat belemmeringen voor individuele Kamerleden om bij een overname alsnog te kunnen stemmen over moties niet wenselijk zijn. Kleine fracties zullen niet altijd alle plenaire debatten kunnen bijwonen, waardoor zij zich niet kunnen verzetten tegen overname.
De leden van de D66-fractie vragen voorts op welke wijze de verklaring wordt vormgegeven dat men het inhoudelijk oneens is met de overgenomen motie, zeker nu deze blijkbaar onderscheiden moet worden van het bezwaar maken tegen het overnemen? Heeft de indiener voorbeelden op het oog waarbij een lid of een fractie geen bezwaar heeft tegen het overnemen van de motie door de regering, waardoor het buiten stemming gebracht wordt, maar er wel een verklaring over wil afleggen dat men het met de motie oneens is? Het lijkt immers logisch dan niet in te stemmen met de overname, omdat anders een kans verloren gaan een meerderheid tegen de motie te organiseren.
Vragen en opmerkingen van het lid van de 50PLUS/Baay-Timmerman-fractie
Het lid van de fractie 50PLUS/Baay-Timmerman heeft met belangstelling kennisgenomen van het voorstel. Wel heeft zij enkele vragen over het zich kunnen verzetten tegen het overnemen van de motie en over het bezwaar maken tegen de inhoud van de overgenomen motie. Uit het voorstel volgt dat alleen de tijdens de beraadslaging in de vergaderzaal aanwezige leden zich kunnen verzetten tegen het overnemen van een motie. Voor kleine fracties werpt dit een hindernis op, omdat zij vanwege de samenloop van vergaderingen (helaas) niet altijd aanwezig kunnen zijn bij een debat. Zodoende kunnen zij niet tijdens het debat bezwaar maken tegen het overnemen van een motie door de regering. Blijkens de toelichting op het voorstel kan een kleine fractie pas tijdens de stemmingen over alle moties een stemverklaring afleggen ter zake en bezwaar tegen de inhoud van de motie kenbaar maken. Erkent de indiener deze hindernis? Hoe zou een (kleine) fractie bezwaar kunnen maken tegen het overnemen van de motie als zij niet aanwezig heeft kunnen zijn en dan voordat zij geconfronteerd wordt met een overgenomen motie op de stemmingslijst? Ziet indiener ruimte om tussen het moment van het overnemen van de motie en het moment van het afleggen van een stemverklaring de mogelijkheid te bieden om alsnog bezwaar te maken tegen het overnemen van de motie? Hoe wil hij die mogelijkheid bieden en hoe zou zij er uitzien?
Over de gang van zaken bij het overnemen van de motie door de regering heeft het lid van de fractie 50PLUS/Baay-Timmerman de volgende vraag. Als een van de aanwezige leden bezwaar maakt tegen het overnemen van de motie door de regering, betekent dat dan automatisch dat de motie in stemming wordt gebracht?
Voornoemd lid vraagt of de regering niet verplicht is een motie van de Kamer uit te voeren. In hoeverre committeert de regering zich direct aan de uitvoering van een overgenomen motie?
Is het mogelijk dat een lid een hoofdelijke stemming aanvraagt over een overgenomen motie en hoe zit dat als dit lid niet (één van) de indiener(s) is van de motie?
De voorzitter van de commissie, Van Miltenburg
De griffier van de commissie, Van Doorn
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33959-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.