33 942 Rapporten van de Algemene Rekenkamer bij de jaarverslagen 2013 en bij de Nationale verklaring 2014

Nr. 17 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 16 juni 2014

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over het rapport van de Algemene Rekenkamer van 21 mei 2014 «Staat van de rijksverantwoording 2013, rijksbrede resultaten en thema’s» (Kamerstuk 33 942, nr. 1).

De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 juni 2014. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Harbers

De griffier van de commissie, Groen

Vraag 1

Welke conclusie moet worden getrokken indien bij het beoordelingsmoment blijkt dat de decentralisaties per 1 januari 2015 niet haalbaar en/of verantwoord zijn?

Het beoordelingsmoment is er vooral op gericht om te beoordelen wat nog nodig is bij gemeenten en/of Rijk om tot een verantwoorde overdracht over te kunnen gaan en niet bedoeld als go-no go moment.

Vraag 2

Kan de belastingfraude worden uitgesplitst naar belastingsoort?

De Algemene Rekenkamer beschikt niet over deze gegevens. Technisch is het mogelijk. De Britse belastingdienst maakt een uitgebreide onderverdeling van de Tax Gap naar soort en oorzaak. Zie daarvoor: http://webarchive.nationalarchives.gov.uk/*/http://www.hmrc.gov.uk/statistics/tax-gaps/mtg-2013.pdf.

Vraag 3

Kan de sociale uitkeringsfraude worden uitgesplitst naar uitkeringssoort?

De Algemene Rekenkamer beschikt niet over deze gegevens. Over de geconstateerde overtredingen rapporteert het Ministerie van SZW in haar jaarverslag per uitkeringssoort (diverse kerncijfers fraude en handhaving).

Naar boven