33 940 XVIII Wijziging van de begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst (XVIII) voor het jaar 2014 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 23 juni 2014

De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 12 juni 2014 voorgelegd aan de Minister van Wonen en Rijksdienst. Bij brief van 20 juni 2014 zijn ze door de Minister van Wonen en Rijksdienst beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, De Rouwe

De adjunct-griffier van de commissie, Verstraten

1	Vraag: Kunt u aangeven welke bestemming de meerjarige vrijval in het kader van de wet BEW[1] gaat krijgen? Antwoord: De vrijval bij de BEW is gebruikt om problematiek binnen de WenR begroting op te lossen. Zoals toegelicht bij de budgettaire tabel van zowel artikel 1 als artikel 2 betreft dit met name een noodzakelijke aanvulling van budget voor onderzoek en kennisoverdracht voor het WoON en onderzoek naar Betaalbaarheid en het programma Woonveiligheid en Krimpgebieden.
2	Vraag: Kunt u toelichten wat de verlaging van de huurtoeslag vanaf 2015 met € 31 miljoen per jaar betekent voor de hoogte van de huurtoeslag van individuele huishoudens? Antwoord: Over de exacte invulling van de verlaging van de huurtoeslag vanaf 2015 met € 31 mln. en de gevolgen daarvan voor individuele huishoudens, zal ik uw Kamer medio augustus a.s. informeren.
3	Vraag: Kunt u toelichten hoe het tekort op de huurtoeslag van € 116 miljoen in 2014 wordt opgelost? Antwoord: Het tekort op de huurtoeslag van € 116 in 2014 wordt meegenomen in de structurele verlaging van de huurtoeslag met € 31 mln. vanaf 2015. Over de exacte invulling van deze verlaging en de gevolgen daarvan voor individuele huishoudens, zal ik uw Kamer medio augustus a.s. informeren.
4	Kunt u toelichten hoe de overschrijding van de huurtoeslag van € 96,9 miljoen in 2013 wordt opgelost? Antwoord: De overschrijding van de huurtoeslag van € 96,9 miljoen in 2013 wordt meegenomen in de structurele verlaging van de huurtoeslag met € 31 mln. vanaf 2015. Over de exacte invulling van deze verlaging en de gevolgen daarvan voor individuele huishoudens, zal ik uw Kamer medio augustus a.s. informeren.
5	Vraag: Kunt u toelichten waarom de ontvangsten binnen artikel 1 de komende jaren toenemen? Antwoord: De ontvangsten stijgen in de komende jaren als gevolg van de stijging van de gemiddelde bijdrage huurtoeslag. Door de stijging van de gemiddelde bijdrage zal ook de gemiddelde terugvordering stijgen.
6	Vraag: Hoe wordt de aanpassing van de huurtoeslag met € 31 miljoen vormgegeven vanaf 2015? Wat verandert er concreet in de voorwaarden voor toekenning van de huurtoeslag? Antwoord: Over de exacte invulling van de verlaging van de huurtoeslag vanaf 2015 met € 31 mln. zal ik uw Kamer medio augustus a.s. informeren.
7	Vraag: Kunt u toelichten wat de oorzaken zijn van het hogere aantal intrekkingen in het kader van de wet BEW? Antwoord: Bij de vijfjaarlijkse inkomenstoetsen bleek dat het merendeel van BEW ontvangers een inkomensontwikkeling heeft doorgemaakt, waardoor zij na vijf jaar een inkomen hebben dat hoger is dan het maximale inkomen van de regeling. Op grond van dat hoge inkomen is de bijdrage BEW ingetrokken.
8	Vraag: Kunt u voor de jaren 2013 tot en met 2018 per jaar toelichten wat de oorzaken zijn van de mutaties in het budget voor huurtoeslag en per oorzaak aangeven welk financiële impact dit heeft op het budget voor huurtoeslag in dat jaar? Antwoord: Uit de ramingen van de huurtoeslag bleek dat over de periode 2014 tot en met 2018 sprake was van een tekort (saldo uitgaven en ontvangsten) van gemiddeld € 11 mln. per jaar. Deze kent de volgende oorzaken: – Meevallers door de huurprijsontwikkeling, oplopend van ca. € 25 mln. in 2014 tot ca. € 112 mln. in 2018. – Tegenvallers door de gevolgen van de economische situatie, die een grotere impact had dan geraamd (meer instroom en inkomens lager dan verwacht). Deze tegenvaller bedraagt in 2014 ca. € 31 mln., aflopend naar ca. € 17 mln. in 2018. – De bij begrotingsakkoord deels teruggedraaide afschaffing van de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten leidt tot een tegenvaller van ca. € 55 mln. per jaar vanaf 2014. – Een tegenvaller door kas-transeffecten (saldo van gewijzigde inschatting van de omvang van nabetalingen, decemberbetalingen, terugvorderingen en ontvangsten). Deze kas-transeffecten leiden tot een tegenvaller van ca. € 39 mln. in 2014, aflopend naar € 11 mln. in 2018. Daarnaast is er sprake van een overschrijding van € 96,9 mln. op de huurtoeslag in 2013. Zie voor de oorzaak hiervan mijn antwoord op vraag 11. De mutaties in het budget voor de huurtoeslag zijn het gevolg van deze tekorten en de dekking hiervan binnen het huurtoeslag budget.
9	Vraag: Kunt u voor de jaren 2014 tot en met 2018 per jaar toelichten welk effect het deels terugdraaien van het afschaffen van de aftrek specifieke zorgkosten – onderdeel van het Herfstakkoord 2013 – heeft op het budget voor huurtoeslag? Antwoord: Bij de raming huurtoeslag ten behoeve van de Begroting 2014 is rekening gehouden met het effect van het geheel afschaffen van de fiscale regeling voor de aftrek van specifieke zorgkosten. De belastbare inkomens van de groep die hier gebruik van maakte zouden stijgen, hetgeen vanaf 2014 zou leiden tot een daling van de uitgaven huurtoeslag. Het deels terugdraaien van deze maatregel heeft ertoe geleid dat een deel van de daling van de uitgaven zich niet voordoet (ca. € 55 mln. per jaar vanaf 2014).
10	Vraag: Kunt u voor de jaren 2014 tot en met 2018 per jaar toelichten welk effect de lager dan geraamde huurstijging heeft op het budget voor huurtoeslag en daarbij toelichten met welke huurstijgingen per jaar wordt begroot. Kunt u de onderbouwing hiervan toelichten? Antwoord: Ten opzichte van de vorige raming huurtoeslag (ten behoeve van de Begroting 2014) is de inflatie naar beneden bijgesteld. Tevens benutten verhuurders bij de huurverhogingen niet de volledige ruimte van 1,5% boven inflatie. Beide effecten leiden tot meevallers in de huurprijsontwikkeling en daarmee meevallers in de uitgaven huurtoeslag. De meevaller bedraagt in 2014 ca. € 25 mln., oplopend tot ca. € 112 mln. in 2018.
11	Vraag: Kunt u de overschrijding van € 96,9 miljoen toelichten en aangeven in hoeverre deze overschrijding van structurele aard zal zijn? Antwoord: De overschrijding op de huurtoeslag is grotendeels veroorzaakt door tegenvallende ontvangsten als gevolg van lagere aantallen terugvorderingen. In 2013 werden minder terugvorderingen ingesteld dan geraamd als gevolg van vertragingen bij de definitieve bijdragevaststellingen. Door het lagere aantal terugvorderingen dat werd ingesteld ontstond een tegenvaller bij de ontvangsten. Naar verwachting worden deze terugvorderingen alsnog in 2014 ingesteld. Er is dus sprake van «uitgestelde»ontvangsten. Een geringer deel van de overschrijding is veroorzaakt door hogere voorschotten (ca. € 24 mln.). Dit deel wordt vooralsnog als structureel beschouwd. Pas na afronding van het proces van definitief toekennen over het toeslagjaar jaar 2013 kan worden vastgesteld welk deel van de hogere voorschotten structureel van aard waren.
12	Vraag: Wat is er de reden van dat er € 1,5 miljoen euro meeropbrengsten uit erfpacht zijn? Antwoord: De meeropbrengsten uit erfpacht hebben betrekking op inkomsten uit gebruiksrechten voor windturbines. Dit is het gevolg van de groeiende vraag vanuit de markt naar locaties om windmolens te kunnen plaatsen. Deze vrij recente ontwikkeling heeft een positieve invloed op de raming van opbrengsten uit erfpacht.

1 BEW: Bevordering eigen woningbezit