33 930 IIB Jaarverslag en slotwet overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 2013

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kabinet van de Gouverneur van Aruba, het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao en Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten (IIB).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTWETMUTATIES)

1. BELEIDSARTIKELEN

Beleidsartikel 1. Raad van State

Uitgaven binnen artikel 1. vielen ca. 0,9 mln. lager uit dan voorzien bij najaarsnota.

Hiervan betreft circa € 0,3 mln. een besparing in het laatste kwartaal op de exploitatie en investeringen van ICT-gerelateerde uitgaven. Deze besparing werkt ten dele door naar de latere jaren. Daarnaast was er sprake van een incidentele onderuitputting van circa € 0,3 mln. binnen de reguliere ICT-uitgaven. Het resterende deel heeft ondermeer betrekking op de digitalisering van de processen van de directies Advisering en Bestuursrechtspraak (project DigiO) en is het gevolg van een gedeeltelijke temporisering binnen een deel van dit project.

Ontvangsten

De ontvangsten vallen ca. € 0,7 mln. hoger uit. De in 2013 ontvangen griffierechten zijn circa € 0,2 mln. hoger dan geraamd. De overige – eenmalige ontvangsten – betreffen onder meer een teruggave van de Belastingdienst.

Beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer

De uitgaven binnen artikel 2. zijn ca. € 0,7 lager dan voorzien bij najaarsnota. De oorzaken van een lagere uitgavenrealisatie vallen globaal uiteen in drie categorieën. In de eerste plaats leverden maatregelen die werden genomen om de op ons genomen inspanningsverplichting te realiseren, eerder besparingen op dan voorzien door bijvoorbeeld het vertrek van medewerkers. Verder speelden in 2013 een aantal belangrijke meevallers in de uitgaven zoals bijvoorbeeld het ziekteverzuim en de daaraan gerelateerde uitgaven. Tot slot werd een aantal activiteiten waaronder enkele internationale samenwerkingsprojecten, uitgesteld.

Naar boven