33 913 Wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie

I BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2015

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel ter implementatie van de Richtlijn Energie Efficiëntie heeft het lid mevrouw Vos (GroenLinks) mij gevraagd een reactie te geven op het rapport dat door het adviesbureau CE Delft is opgesteld binnen het Topconsortium Kennis en Innovatie Energiebesparing Gebouwde Omgeving (TKI-EnerGO; oktober 2014). Graag reageer ik in deze brief op het rapport.

Het rapport geeft aan dat het potentieel in de gebouwde omgeving aanzienlijk is. Niet alleen in termen van besparing, maar ook wat betreft de werkgelegenheid en daarmee de bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product (BBP). Ik deel deze mening, waarbij ik aanteken dat de gebouwde omgeving hierin niet uniek is. Ook in andere sectoren is het potentieel aanzienlijk.

Dit wordt niet alleen door het kabinet onderkend, maar in feite door alle partijen die het «Energieakkoord naar een duurzame groei» eind 2013 hebben ondertekend. In het Energieakkoord is een fors pakket aan energiebesparende maatregelen in de gebouwde omgeving afgesproken dat reeds in uitvoering is en de komende jaren verder zal worden uitgerold. Dit is herbevestigd in de in het voorjaar verschenen Warmtebrief, die wat betreft (rest)warmte, in feite een vervolg is op hetgeen daarover in het Energieakkoord is afgesproken. Op dit moment werk ik aan een Uitvoeringsagenda warmte, gericht om het potentieel in de gebouwde omgeving verder te ontsluiten. Zo zal ik een aantal concrete projecten ondersteunen om daadwerkelijk aan de slag te gaan met de benutting van (rest)warmte bij diverse grote industriële installaties in de directe omgeving van woonwijken. Ook zet ik acties in gang om de warmte verder te verduurzamen, bijvoorbeeld in de vorm van experimenten met diepe geothermie en het stimuleren van kleine warmteopties.

Tenslotte voert mijn collega voor Wonen en Rijksdienst een lange termijn verkenning uit met betrekking tot energiebesparing in de gebouwde omgeving over de wijze waarop de lange termijn doelstellingen uit het Energieakkoord (energieneutrale gebouwde omgeving in 2050) behaald kunnen worden. Deze verkenning heeft tot doel kansen, belemmeringen en opties voor de energievoorziening in de gebouwde omgeving in kaart te brengen, zodat stakeholders in staat zijn hun strategieën gericht op het realiseren van een energieneutrale gebouwde omgeving zo goed mogelijk vorm te geven en op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt dankbaar gebruikgemaakt van de uitkomsten van het onderzoek in het kader van de TKI EnerGO, waaronder ook het onderzoek van CE-Delft.

De Tweede Kamer zal in het eerste kwartaal van 2016 over de uitkomsten van de verkenning worden geïnformeerd.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven