33 859 Goedkeuring van het op 19 december 2013 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone betreffende de zetel van het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone (Trb. 2013, 256 en 2014, 84)

Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 9 juli 2015

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Eijsink

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Van Toor

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel dat strekt tot goedkeuring van het Zetelverdrag van het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone (RSC). Zij steunen de oprichting van het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone en hebben nog enkele opmerkingen en vragen naar aanleiding voor het wetsvoorstel.

In de memorie van toelichting op p. 3 lezen de leden van de VVD-fractie dat het Zetelverdrag RSC een aantal bepalingen bevat dat verband houdt met specifieke strafrechtelijke taken van het RSC. Om welke specifieke bepalingen gaat het hier? Kan de regering in het algemeen aangeven welke soort verdragsbepalingen vallen onder de machtiging van artikel 3 van de Wet van 1947?

Daarnaast hebben de leden van de VVD-fractie nog een vraag over het faciliteren van detentie van verdachten en andere personen die in hechtenis van het Restmechanisme zijn. Kan de regering toelichten hoe deze facilitatie vorm krijgt? Waar worden deze personen in hechtenis gesteld? Welke kosten zijn hieraan verbonden en hoe is de financiering hiervan geregeld?

Naar boven