33 859 Notawisseling houdende een verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Sierra Leone Tribunaal betreffende de zetel van het restmechanisme van het Speciaal Tribunaal van Sierra Leone; 's-Gravenhage, 19 december 2013

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2014

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, vierde lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen moge ik u, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, mededelen dat het bovengenoemde zetelverdrag met uitzondering van de artikelen 6, 7 en 8, vanaf 19 december 2013 voorlopig wordt toegepast. De tekst van het verdrag gaat u hierbij toe (zie Trb. 2013, 256).

Hieronder volgt enige informatie over het tot stand gekomen zetelverdrag met het «Residual Special Court for Sierra Leone» (RSC).

Eind 2013 is het Speciale Hof voor Sierra Leone opgeheven. Dit Hof is direct opgevolgd door het RSC waarvoor de Verenigde Naties en de regering van Sierra Leone op 11 augustus 2010 een verdrag tot stand hebben gebracht. Het RSC zet de overgebleven taken van het Speciale Hof voort en neemt de jurisdictie, functies, rechten en verplichtingen over.

Sinds 2006 is voor de berechting van Charles Taylor het Speciale Hof voor Sierra Leone in Nederland gevestigd. Conform voornoemd VN-verdrag van 2010 heeft het RSC een hoofdzetel in Freetown (Sierra Leone) en een interim-zetel in Den Haag. Voor dit laatste is het onderhavige verdrag tot stand gebracht.

Het zetelverdrag met het RSC is een voortzetting van het Zetelverdrag met het Speciale Hof voor Sierra Leone (Trb. 2006, 131), verklaart het Zetelverdrag met het Joegoslavië Tribunaal (Trb. 1994, 189) van toepassing, en voorziet in onder meer immuniteiten voor functionarissen op het gebied van vrijstelling van belastingen op inkomsten, vrijstelling van rechtsvervolging en vrije import en export.

Het zetelverdrag met het RSC wordt vanaf 19 december 2013 voorlopig toegepast, zodat er een juridisch raamwerk aanwezig is voor het uitvoeren van werkzaamheden vanuit Nederland. Van deze voorlopige toepassing zijn echter uitgezonderd de artikelen 6, 7 en 8 inzake het detineren van verdachten of veroordeelden in Nederland en de strafrechtelijke samenwerking met het RSC. Ter zake is namelijk uitvoeringswetgeving nodig.

Nadat het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State zal zijn ingewonnen, zal het zetelverdrag met het RSC, tegelijk met het uitvoeringsvoorstel, ter uitdrukkelijke goedkeuring aan de Staten-Generaal worden overgelegd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven