33 838 Goedkeuring van het op 26 juni 2013 te Brussel tot stand gekomen Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014–2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (Trb. 2013, 145)

A VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING1

Vastgesteld 18 september 2014

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van dit voorstel van wet tot «Goedkeuring financiering van de steun en toewijzing van financiële bijstand van de Europese Unie aan de staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan voor de periode 2014–2020».

De leden van de PVV-fractie stellen eerst een aantal uiteenlopende vragen aan de regering, waarna specifiek vragen worden gesteld aangaande de Europese Investeringsbank (EIB), de bijdrage aan het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en sociale ontwikkeling.

De Nederlandse bijdrage aan het elfde EOF bedraagt in totaal € 1,457 miljoen (4,78 procent ten opzichte van 4,85 procent onder het tiende EOF). Hoe groot was de Nederlandse bijdrage aan het tiende EOF in euro’s, voor een periode van zes jaar? Hoeveel dragen de overige lidstaten bij voor het elfde EOF en hoeveel hebben zij bijgedragen voor het tiende EOF? De leden van de PVV-fractie vragen de regering dit uit te splitsen per lidstaat.

Er bestond weerstand vanuit lidstaten om het EOF onder de EU begroting te brengen.

Als het EOF onder de EU begroting wordt gebracht, welke lidstaten moeten dan meer gaan bijdragen? En welke lidstaten menen dat het EOF beter functioneert als deze niet onder de EU-begroting valt? Indien het EOF onder de EU-begroting wordt gebracht, wat heeft dat tot gevolg voor de financiële verplichtingen van Nederland?

Het kabinet geeft aan dat in een post-2020 raamwerk migratie nadrukkelijker moet worden meegenomen. Hoe wil de regering dan met de migratie omgaan? Wat is haar visie? En waarom pas na 2020? Waarom niet eerder, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

In de memorie van toelichting wordt op bladzijde vier aangegeven dat de middelen voor stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwgrondstoffen in het kader van EOFs, voorafgaande aan het negende EOF, en de Investeringsfaciliteit (IF) uit het negende en tiende EOF, niet vervallen na 31 december 2013. Welke export betreft dit? Wat is de grootte van deze middelen en naar welke landen en instanties worden deze middelen toebedeeld?

Europese Investeringsbank

Artikel 1, negende lid, biedt net als onder het tiende EOF, de mogelijkheid om via het EOF vrijwillige bijdragen ter beschikking van de Europese Commissie of de EIB te stellen ter ondersteuning van de doelstellingen van het Verdrag van Cotonou. Zijn er lidstaten die een vrijwillige bijdrage hebben gegeven voor het tiende EOF? Zo ja, welke landen zijn dat en om welke bedragen gaat het? Financiert de Nederlandse regering op vrijwillige basis ook projecten of programma’s? Zo ja, welke projecten en/of programma’s en bijbehorende bedragen betreft dit?

De EIB krijgt € 1,134 miljoen uit het elfde EOF toegekend ten behoeve van de IF. De IF is een revolverend fonds. Heeft de regering er zicht op in hoeverre de uitgeleende middelen weer terugvloeien in dit fonds? Zijn er al bedragen afgeschreven, omdat deze oninbaar zijn? Zo ja, om welke bedragen gaat het? In relatie tot de IF wordt er gesproken over rentesubsidies. Welke zaken vallen onder rentesubsidies? Hoe hoog zijn de rentes die in rekening worden gebracht vanuit de IF? Zijn deze marktconform?

Naast het door de lidstaten opgebrachte bedrag voor de IF, in het kader van het negende, tiende en elfde EOF, verstrekt de EIB uit eigen middelen een bedrag van maximaal € 2.600 miljoen in de vorm van leningen. De lidstaten staan garant voor het ingezette kapitaal van de EIB. De vraag van de leden van de PVV-fractie is, de EIB wordt toch al gevoed door de lidstaten? Of zijn er ook nog andere geldschieters?

De leden van de PVV-fractie vragen de regering of het klopt dat men kan concluderen dat leningen die niet terug worden betaald, worden verhaald op de lidstaten. Zo ja, is hier al eens sprake van geweest, zo vragen de leden. Zo ja, wanneer is dit voor gevallen, om welke bedragen ging het en welke lidstaten hebben toen bijgedragen?

Inkomsten uit (terugbetaling van) leningen en verstrekking van risicokapitaal vloeien terug naar de lidstaten. Kan de regering deze inkomsten nader omschrijven? En, hoe hoog zijn deze inkomsten? Hoe verhouden deze inkomsten zich tot de inleg van een lidstaat?

Bijdragen aan het elfde Europees Ontwikkelingsfonds

Wanneer de voorspelde bijdragen afwijken van de werkelijke behoefte van het EOF gedurende het desbetreffende boekjaar dient de Europese Commissie voorstellen in tot wijziging van de omvang van de bijdragen. De verzoeken om bijdragen mogen enkel het vastgestelde maximum overschrijden, in geval van speciale behoeften ten gevolge van uitzonderlijke of niet voorziene omstandigheden zoals situaties na een crisis. Is er in het verleden wel eens gevraagd om extra bijdrage? Welke situaties deden zich toen voor? In hoeverre is deze extra bijdrage verplicht? Wordt de extra bijdrage naar rato bepaald?

Voor de middelen van eerdere EOFs die niet worden overgeboekt naar het elfde EOF, vindt een verrekening plaats naar rato, van de bijdrage van elke lidstaat. De leden van de PVV-fractie vragen wanneer de laatste verrekening plaats heeft gevonden, hoe hoog deze was en hoe hoog per lidstaat. Daarnaast vragen zij, is er nog een verrekening te verwachten? Zo ja, hoe hoog zal de te verwachte verrekening per lidstaat zijn, schat de regering?

Sociale ontwikkeling

Sociale ontwikkeling blijft een belangrijk aandachtsgebied binnen de Europese ontwikkelingssamenwerking. In het Staff Working Document is een verwijzing opgenomen naar gangbare indicatoren die worden gehanteerd binnen sectoren als gendergelijkheid en vrouwenrechten. Kan de regering indicatoren voor gendergelijkheid en vrouwenrechten nader toelichten? Volgen er maatregelen als een land niet voldoet aan de indicatoren? En wanneer kunnen deze maatregelen genomen worden? Zijn er wel eens maatregelen genomen?

Er zijn diverse ACS landen (Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan) lid van de Organisation of Islamic Cooperation (OIC), een organisatie die als doelstelling heeft de implementatie van de zuivere Islam. Naar de mening van de leden van de PVV-fractie heeft de vrouw een ondergeschikte rol binnen de Islam. Zij vragen of dit niet tegenstrijdig is met de beoogde sociale agenda van het EOF en verzoeken de regering het antwoord te motiveren.

De commissie verzoekt u binnen vier weken na dagtekening van dit voorlopig verslag antwoord te geven op bovenstaande vragen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Van Kappen

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Gradenwitz


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Van der Linden (CDA), G.J. de Graaf (VVD), Franken (CDA) (vicevoorzitter), Nagel (50Plus), Elzinga (SP) (vicevoorzitter), Van Kappen (VVD) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Strik (GL), K.G. de Vries (PvdA), Knip (VVD), Van Boxtel (D66), Bröcker (VVD), Faber-van de Klashorst (PVV), Ganzevoort (GL),Th. de Graaf (D66), Koole (PvdA), De Lange (OSF), Martens (CDA), Popken (PVV), Schrijver (PvdA), Vlietstra (PvdA), Kops (PVV), Meijer (SP)

Naar boven