33 836 Personen- en familierecht

Nr. 11 MOTIE VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN KARABULUT

Voorgesteld 17 februari 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering in reactie op de motie-Kooiman over de rechtspositie van vrouwen in huwelijkse gevangenschap aan de Kamer schreef (32 840, nr. 14) dat het Nederlandse recht voldoende mogelijkheden biedt om de rechtmatigheid van de weigering van een echtgenoot mee te werken aan de ontbinding van een (al dan niet religieus) huwelijk in het land van herkomst ter toetsing aan de rechter voor te leggen;

constaterende dat de daaropvolgende conclusie van de regering dat aldus de rechtspositie van vrouwen in huwelijkse gevangenschap daarmee voldoende gewaarborgd is ernstig betwijfeld kan worden, gelet op het feit dat het tot op de dag van vandaag voorkomt dat mannen weigeren mee te werken aan ontbinding van het huwelijk met huwelijkse gevangenschap tot gevolg;

van mening dat het niet meewerken aan ontbinding van het huwelijk per definitie als onrechtmatig zou moeten worden aangemerkt;

verzoekt de regering, met voorstellen te komen om de rechtspositie van vrouwen in huwelijkse gevangenschap daadwerkelijk te versterken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Karabulut

Naar boven