33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 55 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 2017

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft mij verzocht een reactie te geven op een aantal voorstellen voor de wijze van informeren van uw Kamer over het herijkte Plan van aanpak «NVWA 2020» (Kamerstuk 33 835, nr. 49) en de bijbehorende voortgangsrapportages. De voorstellen staan vermeld in uw brief van 25 januari 2017 en hebben alle betrekking op de komende voortgangsrapportages over het herijkte Plan van aanpak NVWA.

Voorts heeft uw Kamer mij en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op 21 december 2016 verzocht een drietal rapporten over de NVWA uit 2016, die uw Kamer vertrouwelijk had ontvangen, alsnog zoveel als mogelijk openbaar te maken en u te doen toekomen.

Onderstaand ontvangt u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mijn reactie.

Informatievoorziening over de voortgang van het herijkte Plan van aanpak NVWA.

Op 9 december 2016 heb ik u, mede namens de Minister van VWS, het herijkte Plan van aanpak voor de NVWA, «NVWA 2020», aangeboden (Kamerstuk 33 835, nr. 49). Met dit herijkte Plan van aanpak zet de NVWA de komende jaren verdere stappen naar een adequaat toegeruste en toekomstbestendige autoriteit. In de bijlage bij de genoemde brief heb ik aangegeven op welke wijze de wensen van de Tweede Kamer ten aanzien van het herijkte Plan van aanpak zijn verwerkt. Voor verdere informatie over het herijkte Plan van aanpak verwijs ik u naar mijn brief van 9 december 2016.

Uw verzoek betreft de wijze van informeren van uw Kamer over de voortgang van de uitvoering van dit herijkte Plan van aanpak.

De informatievoorziening aan uw Kamer vindt plaats via halfjaarlijkse voortgangsrapportages. U heeft vijf keer een voortgangsrapportage ontvangen (Kamerstuk 33 835, nrs. 10, 12, 17, 34 en 47). De zesde voortgangsrapportage, over de tweede helft van 2016, zult u in het voorjaar van 2017 ontvangen. Dat zal de laatste rapportage over het Plan van Aanpak 2013 zijn. Daarin zal tevens een verantwoording worden opgenomen over de gehele periode van het plan (2014–2016). De nog niet afgeronde verbeterpunten uit het Plan van aanpak 2013 vormen onderdeel van het herijkte Plan van aanpak. De eerste voortgangsrapportage over het herijkte Plan van aanpak zal in het najaar van 2017 verschijnen en heeft als rapportageperiode de eerste helft van 2017.

De voorstellen van uw Kamer over de inhoud van de voortgangsrapportages over het herijkte Plan van aanpak hebben betrekking op de doelen en resultaten van het plan, de efficiencytaakstellingen van de NVWA, het nieuwe ICT-systeem en een aantal algemene zaken. Voor zover niet al vermeld in het herijkte Plan van Aanpak zal ik de voorstellen overnemen en hierover op hoofdlijnen rapporteren met ingang van de eerste voortgangsrapportage over het herijkte Plan van aanpak.

Ten aanzien van de financiële mutaties merk ik op dat deze onderdeel zijn van de reguliere begrotingscyclus. Wel zal ik in de voortgangsrapportages melding maken van mogelijke beleidsmatige wijzigingen en eventuele vertragingen.

Ten aanzien van de ICT wil ik u ook nog wijzen op de nieuwe rapportage die het Bureau ICT (BIT) momenteel maakt over de ICT-verbeteringen bij de NVWA. Het rapport zal ik u naar verwachting in maart 2017 doen toekomen.

Rapporten over de NVWA

Op 27 mei 2016 heb ik uw Kamer twee rapporten over de NVWA vertrouwelijk ter inzage gestuurd (Kamerstuk 33 835, nr. 33). Beide rapporten lagen ten grondslag aan de besluiten waarover ik u in mijn brief van 27 mei 2016 heb geïnformeerd. Het gaat om de rapporten:

  • «Analyse takenpakket NVWA», opgesteld door PricewaterhouseCoopers,

  • «Efficiency-doorlichting NVWA», opgesteld door KPMG.

Het derde rapport dat uw Kamer noemt, «Analyse verantwoordingsinformatie NVWA», opgesteld door KPMG, is u op 13 december 2016 vertrouwelijk ter inzage gestuurd door de Minister van VWS (Kamerstuk 33 835, nr. 50). De Minister van VWS zal u separaat informeren over uw verzoek tot openbaarmaking van dit rapport (Kamerstuk 33 835, nr. 54).

Ik heb de NVWA gevraagd de rapporten nogmaals te beoordelen vanuit de vraag in hoeverre gehele of gedeeltelijke openbaarmaking uit maatschappelijk oogpunt gewenst is. De verstrekking van gegevens mag er niet toe leiden dat vertrouwelijke bedrijfs- en handhavingsinformatie van de NVWA gebruikt kan worden voor calculerend nalevingsgedrag bij ondertoezichtsgestelden. Op basis van deze beoordeling heb ik geconcludeerd dat openbaarmaking van het rapport «Analyse takenpakket NVWA» niet zinvol is en dat openbaarmaking van het rapport «Efficiency-doorlichting NVWA» met enkele weglatingen mogelijk is.

Ik heb uw Kamer per brief van 27 mei 2016 geïnformeerd over de conclusies van het rapport «Analyse takenpakket NVWA» (Kamerstuk 33 835, nr. 33). Het rapport bestaat naast deze conclusies uit een omschrijving per domein van de taken en de risico’s als een taak niet of niet volledig wordt uitgevoerd; uit een zeer gedetailleerde beschrijving van de ingezette uren; uit een omschrijving van de feitelijke activiteiten die de NVWA uitvoert (met daarbij een omschrijving van de gehanteerde handhavingsnormen); en uit een beschrijving van ruimte en knelpunten in het toezicht. Deze informatie zou, gelet op bovenstaande criteria voor openbaarmaking, bij openbaarmaking van het rapport geheel weggelaten moeten worden.

Het rapport «Efficiency-doorlichting NVWA» treft u, met enkele weglatingen, bijgaand aan1. In het eerste deel van het rapport zijn gegevens weggelaten waaruit de intensiteit van het toezicht zou kunnen worden afgeleid. Uit de overige delen van het rapport zijn de namen van de geïnterviewden om privacyredenen weggelaten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven