Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2020
Bijgaand bied ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Medische Zorg en Sport, conform
de aanwijzingen inzake de rijksinspecties (Regeling van de Minister-President, Minister
van Algemene Zaken van 30 september 2015, nr. 3151041) het jaarplan van de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor 2021 aan1.
Het jaarplan beschrijft hoe de NVWA het komende jaar resultaten wil boeken en effecten
wil realiseren met haar inzet gericht op de zeven publieke belangen waar de NVWA op
toeziet. In 2021 zet de NVWA haar capaciteit in daar waar het toezicht het hardst
nodig is. De risico’s in het toezicht blijven onverkort aanwezig en blijven daarom
aandacht vragen. De grote coronapandemie heeft een ongekende impact gehad op de maatschappij
en op het werk en de werkprocessen van de NVWA. Ook in 2021 zal de onzekerheid van
de coronacrisis een vervolg krijgen. Daarbovenop zal ook de Brexit voor uitdagingen
zorgen. Op dit moment is nog niet helder of er een deal tussen het Verenigd Koninkrijk
en de EU komt. Deze uitdagingen zullen om flexibiliteit vragen van de NVWA, accentverschuivingen
in het toezicht en scherpe monitoring. In het jaarplan licht de inspecteur-generaal
van de NVWA toe wat dit voor de capaciteit en toezicht van de NVWA betekent.
In het algemeen is de inzet van de NVWA steeds gericht op betere en risicogerichte
toezicht op voedselveiligheid en consumentenproducten, dierenwelzijn en natuur. Dat
doet de NVWA door signalen uit het veld te duiden, maar ook door systematisch en meerjarig
te kijken naar risico’s binnen een keten of binnen een publiek belang. Het jaarplan
laat per publiek belang de belangrijkste doelen zien waar het toezicht zich op richt
in 2021.
Gezamenlijk met de NVWA breng ik meer focus en balans in de werkzaamheden en creëren
we meerjarige stabiliteit in het takenpakket. Dit in combinatie met de maatregelen
die de NVWA in uitvoering heeft om de organisatie te verbeteren. Hiervoor realiseert
de NVWA een structurele verandering in de organisatie door kleine stappen te zetten
vanuit de inhoud van het werk en met directe betrokkenheid van medewerkers. Aanvullend
hierop brengen we op basis van het taakmiddelenonderzoek handelingsperspectieven in
beeld die de stap naar meer rust en minder risico’s in het takenpakket van de NVWA
faciliteren. Hierover informeer ik uw Kamer begin volgend jaar.
De Brexit en de inzet om het toezicht in de vleesketen te versterken zal veel vragen
van de NVWA in 2021. De NVWA heeft haar capaciteit uitgebreid om de werkzaamheden
die zullen voortkomen uit de Brexit zo goed mogelijk uit te voeren. Daarbij houdt
de NVWA rekening met een gelijkblijvend handelsvolume. De ontwikkeling hiervan wordt
blijvend gemonitord om waar nodig bij te sturen. Voorts zal de NVWA het toezicht op
de vleesketen stapsgewijs optimaliseren, met de focus op het versterken van werkoverleg,
interventiebeleid, uniform werken, kennisopbouw en scholing binnen de NVWA.
Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik om u mee te nemen over mijn jaarlijkse
besluit over de hoogte van de retributietarieven. Vanuit het bedrijfsleven zijn zorgen
geuit over de retributietarieven voor 2021. Uw Kamer heeft hier eerder een brief over
ontvangen. Ik begrijp deze zorgen, alsook het belang van een transparant retributiestelsel.
Ik heb voor volgend jaar besloten een «pas op de plaats» te maken, en de stijging
van de retributietarieven af te toppen op 1,7% conform de MEV-indexatie.2 Hierover heb ik u eerder geïnformeerd (Kamerstuk 33 835, nr. 176). Daarnaast vindt er nog een overleg plaats met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven
over de retributietarieven- en stelsel alsook over de wijze waarop, onder deze onzekere
omstandigheden zoals eerder geschetst, de keuringswerkzaamheden door kunnen blijven
gaan.
Over de resultaten en effecten van de inzet van de NVWA zal uw Kamer op de gebruikelijke
wijze via de jaarlijkse voortgangsrapportage van de NVWA worden geïnformeerd.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten