Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33829 nr. 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33829 nr. 6 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2015
Inleiding
In maart 20141 heeft de Tweede Kamer het standpunt van het kabinet ontvangen over het rapport van de commissie Onderzoek elektronisch stemmen in het stemlokaal (verder als commissie Van Beek aangeduid). Daarin is gesteld dat het kabinet de technische, organisatorische en financiële haalbaarheid van de voorstellen die de commissie heeft gedaan ging onderzoeken. Dat is de afgelopen periode ook gebeurd waarbij de eisen voor de beveiliging van de stemprinter en stemmenteller centraal hebben gestaan. Gaandeweg is mij duidelijk geworden dat de commissie Van Beek van een aantal eisen niet in beeld heeft gebracht wat het behelst om de betreffende eisen toe te passen. Daarom heb ik op in het Algemene Overleg van 11 september 20142 aan uw Kamer gemeld dat ik voornemens was de commissie Van Beek een aantal nadere vragen te stellen.
De commissie Van Beek is op 22 september 2014 begonnen aan de beantwoording van mijn nadere vragen. Op 4 februari j.l. heeft de commissie Van Beek de antwoorden aan mij aangeboden. De antwoorden treft u als bijlage bij deze brief aan3.
Beveiliging en kosten
De antwoorden die de commissie Van Beek heeft gegeven op mijn nadere vragen bevestigen mijn beeld dat de afwegingen met betrekking tot de eisen waaraan de stemprinter en stemmenteller moeten voldoen complex zijn. Dat geldt in het bijzonder voor het vraagstuk ten aanzien van de beveiliging. Specifiek gaat het daarbij om de vraag tegen welk risicoprofiel de beveiliging bestand moet zijn.
Naar mijn mening heeft de commissie een juiste keuze gemaakt door als uitgangspunt te nemen dat het papieren proces bij het stemmen en het elektronisch tellen van de (papieren) stembiljetten leidend moet zijn. Door dat uitgangspunt te hanteren zou het zo moeten zijn dat een fout (mogelijk als gevolg van manipulatie) werkende stemprinters en stemmentellers niet onopgemerkt blijft. Immers de kiezer kan controleren of op het geprinte stembiljet de keuze staat die hij/zij heeft willen maken. Door een controle uit te voeren op de juistheid van de elektronisch getelde stembiljetten kan aan het licht komen dat de telling niet juist is. Het is uiteraard goed dat er maatregelen zijn om de fouten te detecteren, maar als die fouten op de verkiezingsdag zelf aan het licht komen is er dan niets aan te doen. Werkt de stemprinter niet correct en geldt dat voor veel of alle van de stemprinters dan zal het stemmen moeten worden gestaakt. Wordt gedetecteerd dat de stemmentellers niet correct werken dan zullen de stembiljetten handmatig worden geteld. Dit zijn risico’s die, als ze zich op de verkiezingsdag voordoen, een grote impact kunnen hebben op het verloop van een verkiezing.
Meer in het algemeen speelt de vraag, die ook door de commissie Van Beek in haar antwoorden wordt geadresseerd, of het acceptabel kan zijn dat personen en/of groeperingen, buiten de verkiezingen om, kunnen aantonen dat de stemprinter en stemmenteller mogelijk niet adequaat zijn beveiligd. In 2006 is dat gebeurd met de stemcomputers die toen werden gebruikt. In een TV-uitzending is toen in beeld gebracht hoe de programmatuur van de stemcomputer kon worden gemanipuleerd, omdat er geen beveiligingsmaatregelen waren getroffen om dat te voorkomen. Dat heeft toen geleid tot de discussie over de betrouwbaarheid van de stemcomputers.
Het is naar mijn mening voorwaardelijk voor een besluit om de stemprinter en stemmenteller in te voeren dat er een breed gedragen consensus bestaat over de risico’s die aanvaardbaar zijn. Er moet dus consensus zijn over de wijze waarop deze systemen beveiligd moeten zijn. Zonder een breed draagvlak is het risico te groot dat de betrouwbaarheid van de stemprinter en stemmenteller onderwerp van discussie is en blijft. Dat is niet goed voor het vertouwen dat er moet zijn in de systemen.
Het beveiligingniveau blijkt van grote invloed te zijn op de kosten van de stemprinter en stemmenteller. De commissie Van Beek heeft in haar antwoorden de bandbreedte van de kosten (150 à 250 mln Euro voor de investering en 6 à 10 mln Euro extra per verkiezing) niet verder kunnen preciseren. Er is wel geconstateerd dat er kostenposten zijn die niet zijn meegenomen in de ramingen die in haar rapport zijn vermeld. De commissie Van Beek is van mening dat er nu geen preciezere ramingen mogelijk zijn vanwege het grote aantal onzekere factoren, onder meer omdat er nog op fundamentele onderdelen verder moet worden gespecificeerd.
Hoe verder
Ik ben nog steeds van mening dat de invoering van de stemprinter en stemmenteller meerwaarde kan hebben voor de toegankelijkheid bij het stemmen en voor het tellen van de stembiljetten. Anderzijds moet ik constateren dat de invoering van deze ICT-systemen vele complexe vraagstukken kent en met onzekerheden is omgeven. Dat vraagt een zorgvuldige afweging.
Met de commissie Van Beek ben ik van mening dat, gelet op de mogelijke meer-waarde, het de moeite waard is om een volgende stap te zetten door nu eerst na te gaan of het mogelijk is om de onzekerheden weg te nemen en de complexiteit te verminderen. De aanname daarbij is dat het dan ook mogelijk zal zijn om (veel) preciezer te ramen wat de kosten zullen zijn. De commissie adviseert dat het Ministerie van BZK de specificaties uitwerkt voor de stemprinter en de stemmenteller. Dat lijkt mij een nuttig voorstel. Waarbij ik het wel essentieel vind dat bij die uitwerking ook steeds getoetst wordt dat er breed draagvlak bestaat voor de specificaties. Ik heb het voornemen daarvoor, zoals ook door de commissie Van Beek is geadviseerd in haar rapport, een groep van (externe) deskundigen samen te stellen die kennis hebben van de relevante ICT-terreinen en van het openbaar bestuur. Ik zeg uw Kamer toe om u eind mei 2015 te informeren over de voortgang.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33829-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.