Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2016
In mijn brief van 19 mei 20151 heb ik u toegezegd uw Kamer te zullen informeren over de uitkomsten van de eerste
stap die is gezet naar de organisatie van een test met internetstemmen voor kiezers
die vanuit het buitenland stemmen. Met deze brief geeft ik gevolg aan deze toezegging.
Waar heeft de test betrekking op
In eerdere brieven2 heb ik beschreven waar de test betrekking op zal hebben, te weten:
-
• Hoe betrouwbaar zijn ontwikkelde internetstemdiensten die gebruikt zijn/worden voor
verkiezingen van vertegenwoordigende organen;
-
• Wat vergt internetstemmen aan de kant van de kiezer. Hoe kan de kiezer in voldoende
mate vertrouwen hebben in een stemdienst waarmee hij/zij een stem uitbrengt en wat
is er nodig aan de kant van de kiezer om een zo optimaal mogelijke betrouwbaarheid
te kunnen realiseren.
Omdat het uitdrukkelijk niet3 de bedoeling is dat het Ministerie van BZK een internetstemdienst voor deze test
zal (laten) ontwikkelen is de eerste stap die gezet moet worden, het nagaan of er
leveranciers zijn van reeds (bij verkiezingen) gebruikte internetstemdiensten die
bereid zijn hun stemdienst te onderwerpen aan de test en zo ja tegen welke voorwaarden.
Aan ATOS is in 2015 opdracht gegeven om deze eerste stap uit te voeren. Recent heeft
ATOS over de uitkomsten van deze eerste stap gerapporteerd. U treft die rapportage
als bijlage bij deze brief aan4.
Hoewel de uitkomsten niet op alle onderdelen positief zijn ben ik van plan om nu de
tweede stap te zetten, inhoudende dat Atos een plan van aanpak voor de organisatie
en uitvoering van de test zal opstellen. Omdat ik volstrekte transparantie5 ten aanzien van zowel de werking van de stemdienst zelf als de uitkomsten van de
test van groot belang acht zal ik Atos opdracht geven daar precieze afspraken over
te maken en die schriftelijk vast te leggen.
Hoe verder
Conform de planning die ik in mijn brief van 19 mei 20156 heb gegeven zal de hiervoor genoemde tweede stap in het voorjaar van 2016 moeten
worden gerealiseerd. De test zelf, in de vorm van een schaduwverkiezing, kan dan eind
20167 plaatsvinden (dat wil zeggen in de periode september tot december 2016).
Ik memoreer8 dat voor het tweede aspect van de test, in casu «wat vergt internetstemmen aan de
kant van de kiezer», nog twee (andere) acties zijn voorzien. Een verkenning naar de
technische mogelijkheden om de risico’s aan de kant van de kiezer te beperken én een
enquête onder Nederlanders die vanuit het buitenland mogen stemmen. De enquête zal
zich richten op de vraag hoe de kiezers in het buitenland oordelen over het stemmen
per internet en welke mate van beveiliging deze kiezers nodig vinden om gebruik te
kunnen maken van deze wijze van stemmen. Deze twee acties zullen eveneens eind 2016
worden uitgevoerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk