Aan de Vicevoorzitter van de Europese Commissie
Den Haag, 13 december 2013
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
heeft op 19 november en op 3 en 10 december 2013 het Europese voorstel voor een richtlijn
tot wijziging van het Kaderbesluit 2004/757/JBZ inzake de definitie van drug2 en het voorstel voor een verordening betreffende Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS)3 besproken. De leden van de fractie van de SP4 wensen, na kennisname van bovengenoemde richtlijn en verordening en van de beoordeling
van het Nederlandse kabinet van beide voorstellen5, de Europese Commissie enkele vragen te stellen.
De Europese Commissie stelt in het voorstel voor een richtlijn tot wijziging van het
Kaderbesluit dat door verschillende wetgeving op het gebied van NPS de marktwerking
wordt verstoord. Ze voert dit aan als een van de redenen om de strafbaarstelling van
NPS Europees te regelen.6 In hoeverre ondersteunt de strafbaarstelling de doelstelling van de wetgeving om
de markwerking te verbeteren? De leden van de fractie van de SP vragen of dit tevens
betekent dat de lidstaten uiteindelijk niet zelf meer mogen beslissen over de strafbaarstelling.
Wanneer er een ernstig gezondheidsrisico dreigt, kan de Commissie ingrijpen en de
desbetreffende stof verbieden.7 Echter, de lidstaat zelf heeft geen mogelijkheid om in te grijpen. De leden van de
fractie van de SP vragen wanneer de Commissie de situatie ernstig genoeg acht om in
te grijpen. Kan dit ook wanneer er bij een enkele lidstaat een risico dreigt, of alleen
wanneer er meerdere signalen zijn?
Deze leden vragen of het ook mogelijk is dat NPS uit voorzorg uniebreed verboden worden,
omdat men een gezondheidsrisico mogelijk acht.
NPS worden voor vele doeleinden gebruikt. Dat NPS schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid
is, zo vinden de leden van de fractie van de SP, geen reden om ze strafbaar te stellen.
Het drugsbeleid is in de Europese lidstaten zeer divers. Ingrijpen in deze markt vanwege
de marktwerking is slechts een klein onderdeel van de verordening. Is de Commissie
van mening dat deze maatregel proportioneel is? En kan de Commissie voorbeelden geven
waar de markt ernstig en in grote mate geschaad werd?
De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad ziet het antwoord van de Europese
Commissie graag binnen 3 maanden tegemoet.
De Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, G. ter Horst