33 805 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2013

Het lid Schouten (ChristenUnie) heeft een amendement (Kamerstuk 33 805 XIII, nr. 4) ingediend op de tweede suppletoire begroting 2013 van het Ministerie van Economische Zaken (EZ). Met dit amendement beoogt zij € 5,3 mln in te zetten voor de Subsidieregeling Innovatieve Scheepsbouw (SIS). Hierbij treft u mijn reactie op dit amendement aan en de antwoorden op de vragen die het lid Schouten gesteld heeft tijdens de behandeling van de Najaarsnota in uw Kamer.

Reactie op het amendement:

Op inhoudelijke grond ontraad ik het amendement. Daarnaast is het amendement in praktische zin niet uitvoerbaar in dit stadium van het uitvoeringsjaar 2013 en is er sprake van een ondeugdelijke dekking.

Tijdens de behandeling van de EZ-begroting 2014 (5 en 7 november jl. Handelingen II 2013/14, nrs. 19 en 21, behandeling begroting Economische Zaken) zijn moties met gelijke strekking ingediend door het lid Schouten (Kamerstuk 33 750 XIII, nr. 32) en het lid Graus (PVV) (Kamerstuk 33 750 XIII, nr. 23). Bij die gelegenheid heb ik deze moties ontraden. Ik ben in principe geen voorstander van sectorspecifieke regelingen en de Nederlandse scheepsbouwsector kan nu al gebruik maken van de Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering en generieke innovatieregelingen. In Europees verband probeert Nederland het gelijke speelveld te herstellen door de ruime regelingen in andere landen aan te pakken (Spanje, tax lease), in plaats van zelf mee te doen aan een subsidiewedloop. Gelukkig hebben Nederlandse werven in specifieke niches een sterke concurrentiepositie.

Het amendement is daarnaast in praktische zin niet uitvoerbaar. Uitgavenbudgetten zijn jaargebonden en het is op dit late moment van het jaar niet meer mogelijk om nog in 2013 geld voor een nieuw open te stellen SIS-regeling beschikbaar te stellen en feitelijk tot betaling te laten komen.

Voorts is de dekking van het amendement ondeugdelijk omdat de betreffende dekking al aangewend is. De in het amendement als dekking genoemde middelen voor werkbudgetten topteams in 2013 (€ 2,7 mln) zijn inmiddels juridisch verplicht en grotendeels betaald. De middelen voor de «compensatie van TO2 instituten» (€ 5,1 mln kas in 2013, waarvan € 2,6 mln voor TNO) zijn eveneens reeds toegezegd en betaald.

Antwoorden op vragen in het debat Najaarsnota:

In de tweede suppletoire begroting 2013 van EZ is vermeld dat de uitbetaling op aangegane verplichtingen voor de Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) lager uitvalt (€ 44,8 mln). Het lid Schouten heeft in het debat over de Najaarsnota 2013 gevraagd hoe deze onderuitputting ontstaat. Het verschil van € 44,8 mln kas wordt veroorzaakt door een vertraagde kasuitgave. Achtergrond daarvan is dat de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) in 2013 in opbouw waren en dat tevens de spelregels voor Publiek Private Samenwerking (PPS) nog niet nader waren uitgewerkt.1 Hierdoor kon de toeslag in 2013 nog niet worden ingezet in publiek private samenwerkingsprogramma’s waarin ook contractonderzoek was ondergebracht. Deze in 2013 vertraagde middelen zijn in latere jaren alsnog benodigd voor PPS-programma’s. Om deze reden heb ik de TKI-regeling per 2014 gewijzigd. Hierdoor verwacht ik dergelijke vertragingen in kasbetalingen in de toekomst te voorkomen. Vanzelfsprekend zal ik in het jaarverslag 2013 uitgebreid ingaan op de besteding van de op de EZ-begroting beschikbare middelen.

Voorts vroeg het lid Schouten wat er met het geld van de lagere uitbetaling op de TKI-toeslag is gebeurd. Zoals in de tweede suppletoire begroting 2013 op pagina 8 en 9 is toegelicht, zijn diverse herschikkingen verwerkt die met name nodig zijn om binnen de kaders van EZ-begroting de kasramingen op het niveau te brengen dat vereist is voor de uitgaven van het EZ-beleid. Gegeven de begrotingsregels moeten noodzakelijke verhogingen van ramingen binnen de eigen begroting worden opgevangen.

Ook stelde het lid Schouten de vraag waarom er € 2,6 mln naar TNO is gegaan. Dit bedrag maakt onderdeel uit van voornoemde middelen voor «compensatie van de TO2 instituten» (€ 5 mln kas in 2013, waarvan € 2,6 mln TNO). Ik hecht eraan op te merken dat deze middelen geen compensatie van instituutsfinanciering zijn, maar een toevoeging aan het budget voor topsectorenonderzoek langs de lijnen zoals de TKI’s die hebben afgesproken (betaling van een deel van de TKI-toeslag). De TKI-toeslag is de toeslag (25%) die EZ geeft aan TKI’s als bedrijven middelen inleggen voor onderzoek (PPS). Er is met de topsectoren afgesproken om vanwege administratieve redenen eenmalig een deel van deze toeslag niet aan TKI’s uit te keren maar via instituten voor toegepast onderzoek waaronder TNO. De middelen worden dus nog steeds ingezet voor topsectorenonderzoek. Er is dus geen sprake van dat er extra geld naar TNO gaat om financiële problemen op te lossen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

De Tweede Kamer is op 25 juni 2013 per brief geïnformeerd over de spelregels (DGBI-I&K/13111555).

Naar boven