33 805 IV Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE
A.	Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel	1
B.	Begrotingstoelichting	2

A. Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2013 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties;

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

B. Begrotingstoelichting

1. Leeswijzer

Deze tweede suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting 2013. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid worden alle mutaties opgenomen, zowel beleidsmatige als technische.

De stand van de tweede suppletoire begroting (Najaarsnotastand) wordt opgebouwd door middel van de mutaties vanaf de stand van de ontwerpbegroting 2013.

Beleidsartikelen

Tabel 1.1 Waarborgfunctie

(x € 1 000)		Stand vastgestelde begroting (1)	Stand 1e suppletoire begroting (2)	Mutaties 2e suppletoire begroting (3)	Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Verplichtingen		63.607	63.607	0	63.607
Uitgaven:		63.607	63.607	0	63.607
1.1	Rechterlijke macht/samenwerkingsmiddelen kustwacht	63.607	63.607	0	63.607
	Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken	63.607	63.607	0	63.607
	Kustwacht en grensbewaking	42.281	42.281	0	42.281
	Recherchecapaciteit	16.968	16.968	0	16.968
	Rechterlijke macht	4.358	4.358	0	4.358
	Ontvangsten	4.857	4.857	0	4.857

Tabel 2.1 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

(x € 1 000)		Stand vastgestelde begroting (1)	Stand 1e suppletoire begroting (2)	Mutaties 2e suppletoire begroting (3)	Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Verplichtingen		20.149	27.905	6.605	34.510
Uitgaven:		213.131	220.887	6.605	227.492
2.1	Apparaat	9.151	9.151	469	9.620
	Personeel	6.521	6.524	– 105	6.419
	Waarvan:
	Eigen personeel	3.573	6.524	– 379	6.145
	Overig personeel	2.948	0	250	250
	Materieel	2.630	2.627	574	3.201
	Overig materieel	2.630	2.627	574	3.201
2.2	Bevordering autonomie	9.998	17.798	6.631	24.429
	Subsidies	0	0	969	969
	IUCN	0	0	969	969
	Inkomensoverdracht	5.009	5.009	0	5.009
	Pensioenen	5.009	5.009	0	5.009
	Bijdragen aan (inter)nationale organisaties	4.989	12.789	5.662	18.451
	Samenwerkingsprogramma`s	4.989	12.789	5.662	18.451
2.4	Schuldsanering	193.982	193.938	– 495	193.443
	Leningen	193.982	193.982	– 539	193.443
	Lopende inschrijving	193.982	193.982	– 539	193.443
	Bijdragen aan medeoverheden	0	– 44	44	0
	Schuldsanering	0	– 44	44	0
	Ontvangsten	28.013	28.013	5.156	33.169

2.2 Bevordering autonomie

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Samenwerkingsprogramma’s

De 2^e tranche beheerkosten en managementvergoeding over 2012 voor SONA is verrekend met de openstaande vorderingen op SONA. Het resterende deel van de vergoeding ad € 1,3 mln. wordt in 2013 alsnog voldaan.

De laatste bijdrage aan het Solidariteitsfonds ad € 1,6 mln. vindt plaats in 2013. Deze wordt meegenomen in de vaststelling van de boedelscheiding door de vereffeningscommissie.

Een aantal overlopende verplichtingen uit 2012 betreffende de samenwerkingsmiddelen, komen in 2013 tot betaling. Het betreft onder andere de laatste betaling aan de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) voor de Zeekabel (€ 1,3 mln.), de afhandeling van de deelnemingen in verband met de verkoop van de AIB-bank (€ 0,4 mln.) en de rentekosten voor leningen van Aruba (€ 0,6 mln.).

Ontvangsten

De NPMNA-portefeuille van deelnemingen wordt afgebouwd conform de geldende exit-strategie. NPMNA heeft een beargumenteerde inschatting gemaakt van de reserve die noodzakelijk is ter afdekking van mogelijke risico’s in de portefeuille. Met de teruglopende omvang neemt ook de reserve af met € 5,1 mln. De ontvangst samenhangend met de afname van de risicoreserve wordt grotendeels aangewend voor de ongeraamde vervangingsinvesteringen in de Kustwacht. Vanaf 2016 doet de noodzaak de interceptorcapaciteit te vervangen, zich voor. Het precieze kasritme en beslag van de investeringen is nog onderwerp van besluitvorming. De resterende middelen worden aangewend ter dekking van transitiegerelateerde uitvoeringsproblematiek.

Niet-beleidsartikel

Tabel 3.1 Nominaal en onvoorzien

(x € 1 000)		Stand vastgestelde begroting (1)	Stand 1e suppletoire begroting (2)	Mutaties 2e suppletoire begroting (3)	Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)
Verplichtingen		805	7.105	– 7.105	0
Uitgaven:		805	7.105	– 7.105	0
3.1	Loonbijstelling	0	100	0	100
3.2	Prijsbijstelling	626	626	– 805	– 179
3.3	Onvoorzien	179	6.379	– 6.300	79

3.3 Onvoorzien

Het restant van de eindejaarsmarge 2012 wordt ingezet voor de resterende beheerkosten en managementvergoeding SONA, de laatste bijdrage aan het Solidariteitsfonds en een aantal overlopende verplichtingen uit 2012.