33 783 Nucleaire ontwapening en non-proliferatie

Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2015

Op 8 en 9 december 2014 vond te Wenen de «Vienna Conference on the Humanitarian Impact of Nuclear Weapons» plaats. In vervolg op mijn brief (kenmerk DVB/NW-619/14 van 2 december jl.) en het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (d.d. 11 december jl.) bied ik u hierbij het verslag van deze conferentie aan.

Aan de conferentie namen delegaties van 158 landen deel, waaronder twee erkende kernwapenstaten, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Ook India en Pakistan waren vertegenwoordigd. Dit is een toename ten opzichte van de twee eerdere bijeenkomsten over dit onderwerp in Oslo en Nayarit (Mexico), waar respectievelijk 128 en 148 staten deelnamen. Daarnaast werd deelgenomen door een groot aantal internationale organisaties, waaronder de Verenigde Naties, het Internationaal Atoom Energie Agentschap alsmede door het Internationale Rode Kruis en vele andere niet-gouvernementele organisaties.

De grote deelname aan de conferentie maakt duidelijk dat het onderwerp inmiddels stevig verankerd is in het nucleaire debat.

Opening conferentie

In zijn openingstoespraak stelde de gastheer, de Oostenrijkse Minister van Buitenlandse Zaken Kurz, dat het doel van de conferentie was een bijdrage te leveren aan een wereld zonder kernwapens. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de Paus zonden boodschappen aan de conferentie. Andere sprekers tijdens de opening waren de president van het Internationale Comité van het Rode Kruis, een overlevende van de atoombom op Hiroshima en slachtoffers van kernproeven in verschillende landen. In een algemeen debat en een viertal sessies van meer technische aard werden diverse aspecten van het gebruik van kernwapens besproken.

Algemeen debat

Alle sprekers tijdens het algemeen debat waren het er over eens dat de gevolgen van een kernwapenexplosie catastrofaal zijn en dat alles erop gericht dient te zijn het gebruik van deze wapens te voorkomen. Ook werd het belang van kernontwapening breed gedeeld. Over de wijze waarop dit het beste kon worden bereikt en over hoe het pad naar een wereld zonder kernwapens eruit ziet verschilde men echter van mening. Ook was er verschil van opvatting over het belang van overwegingen van veiligheid en stabiliteit in het ontwapeningsproces.

Evenals bij eerdere gelegenheden bepleitten vele staten (vooral Niet-Gebonden Landen, waarbij de landen uit Sub-Sahara Afrika en Latijns-Amerika vrijwel unaniem waren) en NGO's een spoedig algemeen verbod op kernwapens, desnoods buiten het kader van het Non-Proliferatie Verdrag, als de beste weg naar ontwapening. Een andere groep landen, waaronder de kernwapenstaten en andere landen voor wie kernwapens thans een rol spelen bij hun veiligheid, zien een stap-voor-stap benadering binnen NPV kader als de enige realistische weg vooruit.

Nederlandse inbreng

De Nederlandse delegatie heeft ook in Wenen sterke steun uitgesproken voor het doel van Global Zero, een wereld zonder kernwapens. De aandacht voor het humanitaire aspect heeft nieuwe energie gegeven aan het debat over ontwapening. Voor Nederland ligt de waarde van dit debat juist in de impuls die het kan geven aan de politieke wil tot ontwapening en aan het gevoel van urgentie. Nederland verwelkomde dan ook de deelname van aanwezige kernwapenstaten in Wenen en heeft waardering uitgesproken voor de rol die het maatschappelijk speelt bij het vragen van aandacht voor dit onderwerp.

Tegelijkertijd heeft de delegatie opgeroepen tot een realistische en evenwichtige benadering. Het bestaan van kernwapens en mede daarop gebaseerde veiligheidsstrategieën en militaire doctrines is een gegeven waarmee rekening gehouden moet worden. Nederland heeft ook benadrukt dat dergelijke overwegingen echter geen excuus mogen worden om niet naar ontwapening toe te werken. Voor Nederland biedt het NPV -en het in 2010 aangenomen Actieplan- het juridische en politieke kader voor een inhoudelijk en inclusief proces van ontwapening. Duurzame ontwapening kan alleen het resultaat zijn van een onderhandelingsproces met betrokkenheid van de kernwapenstaten, gebaseerd op wederzijds begrip en onderling vertrouwen met concrete stappen. Een verbod op kernwapens als door sommigen bepleit, zal zonder de actieve betrokkenheid van de kernwapenstaten geen concrete bijdrage leveren aan ontwapening. De afwezigheid van drie van de vijf erkende kernwapenstaten in Wenen is in dat verband niet zonder betekenis.

Voorbeelden van concrete stappen die gezet kunnen worden zijn de start van onderhandelingen over een verdrag dat de productie van splijtstof voor kernwapens verbiedt (Fissile Material Cut-Off Treaty), verlaging van de paraatheid van kernwapens («de-alerting») en vergroting van de openheid over nucleaire arsenalen. Ook kan de inwerkingtreding van het Kernstopverdrag (Comprehensive Test Ban Treaty), waarvoor nog ratificatie van enkele sleutellanden nodig is, een concrete bijdrage leveren aan creeëren van een wereld zonder kernwapens.

Nederland zet zich, gezamenlijk met de partners van het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI), in om dergelijke stappen en maatregelen te bevorderen en zal dat blijven doen.

Thematische sessies

De vier thematische sessies hadden betrekking op de gevolgen van kernexplosies, de risicofactoren, scenario’s en responscapaciteit en op internationale normen ten aanzien van kernwapens. Vertegenwoordigers van overheidsinstellingen, NGO’s, universiteiten en denktanks gaven presentaties over de verschillende onderwerpen. Nederland heeft, als bijdrage aan het vergroten van de kennis over de gevolgen van straling bijvoorbeeld ten gevolge van een kernexplosie, in Wenen een paper van het Rijksintituut voor Volksgezondheid en Milieu beschikbaar gesteld. Het paper gaat over de modellering van late gezondheidseffecten van blootstelling aan straling waarbij ook gegevens van Hiroshima en Nagasaki zijn gebruikt.

Tijdens de presentaties over internationale normen werd ingegaan op het bestaande international recht in relatie tot de inzet van kernwapens. Daarbij werd onder meer gekeken naar internationaal milieurecht en internationaal humanitair recht.

Afsluiting conferentie

De conferentie werd afgesloten met een Voorzitterschapsverklaring (zie bijlage1) die een samenvatting geeft van de conferentie. De Voorzitter concludeerde onder meer dat een grote meerderheid verwacht dat de volgend jaar te houden Toetsingsconferentie van het NPV de uitkomsten van de drie conferenties over de humanitaire gevolgen van kernwapens zal meewegen en besluiten zal nemen over de volgende stappen om te komen tot een kernwapenvrije wereld. Er is momenteel geen conferentie voorzien die een vervolg zou zijn op de bijeenkomst in Wenen.

In het licht van het verzoek van de vaste kamercommissie om «aan te geven waarom Nederland bepaalde afspraken en verklaringen wel of niet heeft ondersteund», is relevant dat het hier niet gaat om een onderhandeld slotdocument, maar om een samenvatting die is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Voorzitter en geheel voor diens rekening blijft.

In aanvulling op en separaat van de Voorzitterschapsverklaring heeft Oostenrijk in nationale capaciteit ook een «belofte» («Austrian Pledge») uitgesproken2. Daarin belooft het de bevindingen van Wenen uit te dragen in alle relevante fora en roept het alle staten op zich in te zetten voor het opvullen van de «juridische lacune voor het verbod op en eliminatie van kernwapens».

Een spoedige start van besprekingen over een verdrag dat kernwapens verbiedt als beginpunt voor ontwapening (bij voorkeur met een bindend tijdschema) oefent een grote aantrekkingskracht uit op vele staten. Daarbij is het overigens niet steeds duidelijk of men dit ziet als een uitwerking van, een aanvulling op, of een alternatief voor (artikel VI van) het Non-Proliferatie Verdrag. Voor veel landen, ook voor Nederland, weegt het behoud en de versterking van het NPV als de hoeksteen van de ontwapenings- en non-proliferatie architectuur zwaar en dient aan die basis niet getornd te worden. Daarnaast is voor staten waarvoor kernwapens thans nog onderdeel uitmaken van hun veiligheidsstrategie het delegitimerend effect van een dergelijk verbod niet aanvaardbaar. Zoals hierboven gesteld, is een dergelijk verbod zonder actieve betrokkenheid van de kernwapenstaten niet zinvol. Nederland ziet een verdrag met een verbod, zoals voorgesteld in de «Austrian Pledge», dan ook als het sluitstuk van een ontwapeningsproces en niet als het begin ervan.

Nederland zal zich, gezamenlijk met de partners van het NPDI, onverminderd blijven inzetten voor het realiseren van een wereld zonder kernwapens. Het zou toe te juichen zijn als de impuls die uitgaat van de aandacht voor de humanitaire impact van kernwapens bijdraagt aan de versterking van het NPV, aan een succesvolle Toetsingsconferentie later dit voorjaar in New York en aan de bereidheid van alle partijen om stappen in de goede richting te zetten.

Het gaat daarbij om maatregelen die een concrete en practische bijdragen kunnen leveren aan ontwapening en non-proliferatie waarbij alle relevante aspecten in ogenschouw worden genomen. Daar zal Nederland zich krachtig voor blijven inzetten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven