33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie)

Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 december 2013

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel II wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. In de tariefbesluiten, bedoeld in artikel 41c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan de Autoriteit Consument en Markt afwijken van de wijze waarop de geschatte kosten als bedoeld in artikel 41b, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 worden bepaald op grond van de voor de jaren 2015 en 2016 vastgestelde methode krachtens artikel 41, eerste lid, onderdeel a, van de Elektriciteitswet 1998 voor zover dat noodzakelijk is in verband met deze wet.

Toelichting

Regionale netbeheerders onttrekken elektriciteit aan het net van TenneT en betalen daarvoor transporttarief. De Elektriciteitswet 1998 schrijft voor dat deze kosten jaarlijks in het kader van de tariefbesluiten in de tarieven van de regionale netbeheerders worden verwerkt. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) heeft in het kader van de voorspelbaarheid van de tarieven ervoor gekozen de schatting van deze kosten voor de jaren 2014 tot en met 2016 in het methodebesluit vast te leggen. Hierdoor ontstaat duidelijkheid, maar is er geen flexibiliteit om de schatting van deze kosten aan te passen aan de daadwerkelijke tarieven van TenneT. Dit zou er toe leiden dat de regionale netbeheerders de stijging van de transporttarieven van TenneT als gevolg van de samenvoeging van het transporttarief en het systeemdienstentarief pas in een volgende reguleringsperiode vergoed krijgen. Omdat dit een ongewenste situatie is, wordt met deze nota van wijziging aan het overgangsrecht bij dit wetsvoorstel een bepaling toegevoegd die de ACM expliciet de bevoegdheid geeft om bij het vaststellen van de transporttarieven, waar nodig in afwijking van het methodebesluit, in de jaren 2015 en 2016 rekening te houden met de gevolgen van het samenvoegen van het transporttarief en het systeemdienstentarief.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp