33 763 Toekomst van de krijgsmacht

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2014

Op 13 en 20 mei jl. is mij bij de regeling van werkzaamheden verzocht een brief te sturen over het defensiebudget mede naar aanleiding van berichtgeving in de Volkskrant van 17 mei jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 1).

Met de nota van september 2013 over de toekomst van de krijgsmacht slaat het kabinet de weg in naar een operationeel en financieel duurzame krijgsmacht. Hiermee legt het kabinet een stabiel fundament onder de krijgsmacht. De structurele betaalbaarheid van de krijgsmacht vergt een evenwicht tussen ambities en beschikbare financiële middelen. De keuzes die in de achterliggende decennia zijn gemaakt, hebben geleid tot de beperking van het voortzettingsvermogen, de afstoting van capaciteiten en baanonzekerheid. De gemaakte keuzes in de nota zijn gericht op het gewenste evenwicht en realiteitszin als het gaat om de ambities.

De Verenigde Staten roepen Europese Navo-lidstaten met regelmaat op meer uit te geven aan Defensie. Europese landen hebben een eigen én gezamenlijke verantwoordelijkheid om te blijven investeren in hun krijgsmachten en in onderlinge samenwerking. Vrijheid is niet gratis. Internationale samenwerking is meer dan ooit de aangewezen manier om die ambities mede vorm te geven. Door samenwerking wordt de inzetbaarheid en het voortzettingsvermogen versterkt en ontbrekende capaciteiten gecompenseerd. Die samenwerking is in ons belang en, zoals bekend, Nederland zet zich daarvoor in. Wel geldt dat de kost vaak voor de baat uit gaat. Op 13 februari jl. heb ik u een uitvoerig overzicht toegestuurd (Kamerstuk 33 279, nr. 10).

Nederland levert regelmatig bijdragen aan internationale operaties. Die bijdragen zijn relevant en worden internationaal gewaardeerd. Onzekerheid is een belangrijke constante in de internationale verhoudingen. De nota In het belang van Nederland en de Internationale Veiligheidsstrategie wijzen daarop en de recente ontwikkelingen in de wereld, ook aan de grenzen van het Navo-bondgenootschap, bevestigen dat. Het kabinet is zich daarvan zeer bewust.

Ik was dan ook blij met de toevoeging van extra budget aan de defensiebegroting bij het begrotingsakkoord in het najaar van 2013. Een robuuste en responsieve krijgsmacht is in het belang van Nederland. Dat gaat echter niet vanzelf. Het vraagt om een duidelijk besef van de waarde van Defensie.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven