33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014

Nr. 92 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2013

Naar aanleiding van berichten in de Telegraaf d.d. 26 november jl en vragen daarover van de leden Oskam (CDA) en Berndsen (D66) bij de regeling van werkzaamheden van 26 november 2013 (Handelingen II 2013/14, nr. 28, Regeling van werkzaamheden), bericht ik u als volgt.

Ik heb informatie ingewonnen bij het Openbaar Ministerie (OM) en de politie. Bij de politie is de interceptie van telefoongesprekken ondergebracht bij de afdeling Interceptie & Sensing van de Dienst Landelijke Operationele Samenwerking i.o. van de Landelijke Eenheid.

Tappen; algemeen

De bevoegdheid voor het opnemen van telefoongesprekken is geregeld in art. 126m van het Wetboek van Strafvordering. De artikelen 126t en 126zg bevatten soortgelijke bepalingen voor specifieke misdrijven. Een bevel tot opnemen van telefoongesprekken kan slechts worden gegeven door de officier van justitie na een machtiging daartoe van de rechter-commissaris en is voor beperkte duur geldig. De officier van justitie is verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van het opnemen van telefoongesprekken. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de interceptieapparatuur ligt bij de politie.

De afdeling Interceptie & Sensing is verantwoordelijk voor het technisch beheer. Binnen de politie is een functiescheiding van toepassing op het tapproces. Dit betekent dat het technisch beheer (fysiek) gescheiden is van het operationeel gebruik. Rechercheurs, betrokken in een strafrechtelijk onderzoek, kunnen geen invloed uitoefenen op hetgeen wel of niet wordt opgenomen. Het beluisteren en uitwerken van de tapgesprekken vindt plaats op de locatie van de tactische onderzoeksteams, dus niet bij de afdeling Interceptie & Sensing. Dit gebeurt soms real-time, maar meestal achteraf.

In een complex technologisch proces als de interceptie van de telefoongesprekken kunnen zich in alle fasen van het proces storingen voordoen. Storingen kunnen zich voordoen aan de voorkant van het proces, te weten bij de providers, zonder dat de afdeling Interceptie & Sensing van de politie daar direct invloed op kan uitoefenen. Daarnaast kunnen zich storingen voordoen in het interceptiesysteem van de Landelijke Eenheid. Een storing kan het gehele systeem betreffen of een onderdeel daarvan en kan leiden tot het verlies van data. Zoals bij elk systeem vindt er met enige regelmaat een storing plaats.

Van zich bij de afdeling Interceptie & Sensing voordoende storingen wordt een registratie bijgehouden. Ook de planning van onderhoudswerkzaamheden, storingsmeldingen door telecomproviders en ook individuele storingen per tap worden geregistreerd. Waar nodig worden uiteraard maatregelen getroffen om storingen te voorkomen.

Tapgesprekken in de zaak van Rey

Op 9 september 2013 vond bij de rechtbank Rotterdam een regiezitting plaats in de zaak tegen de heer R. O. Ter terechtzitting is door de verdediging gesteld dat er een tapgesprek ontbreekt tussen de heer van Rey en Staatssecretaris Teeven en is verzocht om dit tapgesprek, dat d.d. 20 september 2012 plaats zou hebben gevonden, toe te voegen aan het dossier. Zowel op zitting als al eerder schriftelijk in antwoord op een brief met dezelfde vraag, is door het OM aangegeven dat een dergelijk gesprek niet is gehoord op de getapte lijnen en dat het betreffende gesprek daarom niet aan het dossier kan worden toegevoegd.

Naar aanleiding van de zitting op 9 september 2013 heeft de Rijksrecherche op verzoek van het OM opnieuw onderzocht of het betreffende gesprek beschikbaar is en de tapgesprekken van 20 september 2012 opnieuw beluisterd. Wederom met als resultaat dat het bedoelde gesprek niet is geregistreerd, niet in de tap en niet in de printgegevens (realtime verkeersgegevens) die meegeleverd worden met de tap.

Gelet op de stelling dat een tapgesprek ontbreekt, zijn op 11 september 2013 door de officier van justitie bij de telecomprovider de historische verkeersgegevens ex artikel 126n Wetboek van Strafvordering over de datum 20 september 2012 gevorderd. Deze gegevens geven alleen inzicht in de contacten die met een bepaald nummer zijn gelegd. Uit deze gegevens blijkt dat er op 20 september 2012 in een tijdsbestek van een half uur in de middag, via het telefoonnummer in gebruik bij de heer Van Rey, vijf gesprekken plaats hebben gevonden die niet binnen zijn gekomen op de tap en waarvan de verkeersgegevens ook niet met de tapgegevens zijn meegekomen. Eén van de vijf bovengenoemde ontbrekende gesprekken is een gesprek dat is gevoerd tussen de vaste telefoonlijn van het kantoor van de Staatssecretaris en de getapte telefoon die in gebruik was bij de heer Van Rey. Daarnaast zijn er met betrekking tot het betreffende getapte telefoonnummer in die periode nog twee belpogingen geregistreerd, zonder dat contact tot stand is gekomen.

Via deze interceptiemodule liepen nog ongeveer 2000 taps in andere onderzoeken, waarvan de gevoerde gesprekken in het betreffende tijdvak ook niet zijn opgenomen. Oorzaak van het ontbreken van deze gesprekken in het tapsysteem is een storing in de voeding (stroomvoorziening) van een module van het tapsysteem van de afdeling Interceptie & Sensing. Als gevolg hiervan is van de getapte telefoonnummers in alle onderzoeken die via deze module liepen gedurende 50 minuten in de middag geen enkel tapgesprek (noch audio-opnames noch realtime verkeersgegevens) geregistreerd in het tapsysteem.

Er is dus nadrukkelijk geen sprake geweest van het wissen van gesprekken, maar van een storing die tot gevolg heeft gehad dat ook bij een groot aantal andere taps die via de betreffende module van het tapsysteem liepen in die 50 minuten geen gesprekken zijn opgenomen.

Ik heb van het OM vernomen dat de verdediging in de zaak Van Rey verzocht heeft de Staatssecretaris te horen als getuige. Begin november is beslist dat de Staatssecretaris als getuige zal worden gehoord door de rechter-commissaris. Een datum voor dit verhoor is nog niet bekend. Ik kan gelet op het lopende onderzoek geen mededeling doen over de inhoudelijke aspecten van de zaak en volsta derhalve met deze toelichting op de technische aspecten met betrekking tot het aftappen van telefoons in het algemeen en deze zaak in het bijzonder.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven