33 750 III Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2014

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 september 2013

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 24 juli 2013 een brief gestuurd aan de Minister-President / Minister van Algemene Zaken inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan.

De Minister-President / Minister van Algemene Zaken heeft op 19 september 2013 gereageerd.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning, Bergman

BRIEF AAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Den Haag, 24 juli 2013

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan.

Middels deze brief attendeer ik u op het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen. Vandaag ontvangt u digitaal een overzicht van de toezeggingen waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 juli 2013 is verstreken. Daarbij treft u tevens, ter informatie, een overzicht aan van de openstaande of deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2014 verloopt. Beide lijsten zijn terug te vinden via de volgende links:

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer graag vóór vrijdag 13 september 2013 eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen. Het betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is vestreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden. De Kamer en de regering zijn er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s en dergelijke, die samenhangen met toezeggingen aan de Eerste Kamer, rechtstreeks aan deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het toezeggingenregistratienummer.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2013

In uw brief d.d. 24 juli 2013, met kenmerk 153366u, legt u een weergave van door mij gedane toezeggingen aan de Eerste Kamer ter verificatie voor, met het verzoek eventuele correcties en een prognose te geven van de termijn waarbinnen deze zullen zijn nagekomen. Het betreffen een tweetal toezeggingen, te weten: nagaan mogelijkheden voor banken in productie en financiering duurdere huursector (T01434) en tijdig ter goedkeuring voorleggen van EU-lidstaatcontracten aan het parlement (T01716).

De Minister van EZ heeft de Tweede Kamer op 17 september jl. ingelicht over de oprichting van de Nederlandse Investeringsinstelling en andere resultaten uit het overleg van het kabinet met institutionele beleggers (ons kenmerk: AEP / 13155030). Hiermee is uitvoering gegeven aan toezegging TO1434.

Met betrekking tot toezegging TO1716 wijs ik u op de mededeling van de Europese Commissie dd. 20 maart jl. inzake de mogelijkheden voor contractuele afspraken over hervormingen gekoppeld aan financiële ondersteuning, een zogenaamd «Instrument voor convergentie en concurrentievermogen». De Ministers van Economische Zaken en Financiën hebben u in reactie op deze mededeling bij brief van 22 april jl. (33 454, nr. AO) laten weten dat het kabinet van mening is dat het nationale eigenaarschap van een eventueel overeengekomen contractuele afspraak kan worden versterkt door nationale parlementen altijd en vroegtijdig te betrekken. Tijdens de informele Raad voor Concurrentievermogen van 2 en 3 mei jl. en tijdens de Europese Raad van 22 mei jl. is dit standpunt door het kabinet uitgedragen. Zoals ook verwoord in de brief van 22 april jl., vormt de mededeling van de Europese Commissie slechts input voor verdere discussie over dit onderwerp in en tussen de lidstaten. Van eventuele contractuele afspraken over hervormingen tussen Nederland en de Europese Commissie is vooralsnog geen sprake.

Bij deze bevestig ik dat het kabinet, indien het in de toekomst eventueel zou komen tot contractuele afspraken met de Europese Commissie, deze aan het parlement zal voorleggen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kox (SP), Sylvester (PvdA) (vicevoorzitter), Engels (D66) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA), Duthler (VVD), Hermans (VVD), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Vliegenthart (SP), De Vries (PvdA), De Vries-Leggedoor (CDA), Lokin-Sassen (CDA), Th. de Graaf (D66), De Boer (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Koole (PvdA), Van Dijk (PVV), Sörensen (PVV), Schouwenaar (VVD), Kok (PVV), Duivesteijn (PvdA)

Naar boven